CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20090924

 

Dom als bonenstro

 

Het is een uitdrukking die je bijna nooit hoort: zo dom als bonenstro.

Volgens deskundigen wordt deze uitdrukking bijna uitsluitend nog in Twente gebezigd. Dat kan kloppen, want ik hoorde het ‘dom als bonenstro’ uit de eerbiedwaardige mond van mijn zwager. Geboren als honderdduizendste inwoner van Enschede! En hij heeft een officiële oorkonde voor het geval u dat niet wil geloven. Mijn zwager is, zoals dat heet, ‘een nette vent’, en dus zult u nimmer een onvertogen woord uit zijn mond kunnen optekenen. Ergo, het  is gewoon een keurige uitdrukking.

 

Dom als bonenstro dus. Ook als aanduiding van wat van weinig waarde is. Westerbaen, Ged.2,2 [1659] over de sophisten die ‘met sorgvuldigheydt de jongelingen scherpen Tot twist en knibbelen om maer een dus of zoo, Om maer wat geyten hayrs, of om wat boone-stroo”. Slechts om wat geitenhaar of wat bonenstro. Maar we mogen ook op Erasmus wijzen die trouwens talrijke Nederlandse gezegden uit zijn tijd opnam in zijn Latijnse teksten.

Het is moeilijk om een oude hond nog te laten wennen aan de riem. Difficele est canem vetulum loris assuescere. Of in het Nederlands van zijn tijd: Oude honden sijn quaet bandich te maken.

Ander voorbeeld: canes qui plurimum latrant perraro mordent: blaffende honden bijten niet/zeer zelden. Let wel, dit zijn gezegden uit het klassieke Latijn, noch uit de Neolatijnse middeleeuwen, maar uit de tijd van Erasmus.

Maar nu het bonenstro, in het Latijn: stipulae fabarum

Erasmus verhaalt van een twistgesprek tussen twee academische docenten over hun didactische kwaliteiten. Zegt de ene tegen de andere: Ik zal veel betere baccalaurei dan jij vlechten uit bonenstro! Ego baccalaureos multo te meliores nectam e stipulis fabarum. (het baccalaureaat is, zoals u weet, de laagste academische graad)

De docent die opmerkt, dat hij uit bonenstro betere studenten maakt dan de andere uit jongelui van vlees en bloed, wijst hier terug naar de toen reeds bestaande zegswijze: zo dom als bonenstro.