CUBRA

INHOUD WOORD

HOME

AUTEURS

KUNST

door NORBERT DE VRIES

Elke week een nieuwe beschouwing over een woord

 


 

20081030

Sport & Recreatie

Ik kreeg een brief van de afdeling Sport en Recreatie, en ik dacht: tja, die combinatie kom je heel vaak tegen, die woorden zijn vaste vrienden van elkaar.

 

Een tijdje terug las ik het boek ‘Een reis door Nederland in 1877’ (uit het Engelsch van Charles W. Wood door C. Baarslag, met eene voorrede van P.J. Veth). Op pagina 226 staat een plaatje (houtgravure) van de schipbrug te Arnhem en de tekst: “Het was eene luiaardstijdkorting, maar aangenaam, op de brug te staan en de stoombooten de rivier te zien op- en afvaren.” Dat woord ‘luiaardstijdkorting’ trof me zeer.

Nu zou je schrijven: ‘aangename verpozing’, maar destijds, in de negentiende eeuw, was je  een luilak als je naar de schepen ging staan kijken: foei, hoe suffend staat gij daar! Als je niet werkte (12 uren per dag, of langer) dan moest je toch je tijd vooral nuttig besteden.

 

Sport staalt spieren, van sport word je een flinke vent. Maar waar komt dat woord ‘sport’ vandaan? In de Van Dale van 1864 komt bij ‘sport’ voor het eerst meer te staan dan ‘trede eener ladder’. Tweede betekenis is dan: ‘uitspanning (inz. het jagen)’. Het woord (en het fenomeen) ‘sport’ in de betekenis van lichamelijke bezigheid komt tot ons via het Engels. Maar hoe komen die Engelsen er aan? Het etymologisch woordenboek leert dat het woord teruggaat naar het Latijnse disportus-disportatio. De recreatieruimte in een klooster heette ‘disportum’. Ha, daar is de link tussen sport en recreatie.

Ooit was ‘sport/disportum’ de tijd om te ontspannen, te recreëren. Maar gaandeweg is ‘sport’ verbijzonderd tot de bezigheden die gepaard gaan met lichaamsoefeningen. Aanvankelijk waren dat activiteiten die ten nauwste samenhingen met de vrijetijdsbeoefening van de Engelse adel op het platteland: de jacht. Later verbreedt zich dat tot alle bezigheden waarbij de deelnemers hun lichamelijke krachten met elkaar meten, onder het motto: ontspanning door inspanning.

Ter illustratie citeer ik de oude Algemeene Kunstwoordentolk, waarin die verschuiving van betekenis zichtbaar wordt.

Sport: verlustiging, vermaak, spel, scherts, grap, uitspanning, tijdverdrijf, kortswijl; landelijk vermaak, veldvermaak, inz. alle lichaamsoefeningen en uitspanningen in de open lucht, die vaardigheid, kracht en stoutheid vorderen, als: paardenwedrennen of harddraverijen, jacht, wedloopen, wedstrijden van allerlei aard.