CUBRA

INHOUD LAMBERT G. DE WIJS
HOME 
BRABANTS
TEKSTEN
AUTEURS

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - vrijdag 2 september 1927

 

 

'n Kermissprokkelingske

 

Weer is 't einde Augustus! Weer gaat Tilburg 'n oud gebruik vieren! En gelukkig het volk, dat z'n oude gebruiken eert!

't Is moeilijk uit te maken hoe lang het Heuvelplein telkenjare z'n kermis ziet wederkeeren, doch veilig mag men aannemen, dat dit gebruik reeds in de 12de of 13de eeuw bestond. Heel veel gegevens zijn daarover niet te vinden. Er wordt beweerd, dat in het jaar 1672 de Tilburgsche bevolking tijdens de kermis eene plundering door de Fransche troepen te verduren zou hebben gehad, doch dit wordt anderzijds, om verschil van datum, bestreden, althans dat dit tijdens de kermis zou hebben plaats gehad. De eenige conclusie die uit dit twistgeschrijf kan worden getrokken, is dat sedert honderden jaren de kermis alhier werd gevierd en wel op 't Heuvelplein.

Dat was een verschil met een hedendaagsche kermis! Voor een paar honderd jaar gaf den Heuvel een geheel ander aspect. Waar nu de Koemarkt volgens de oude benaming is, daar bevond zich een ovaalvormige brandkuil vanaf de Telegraafstraat tot aan de Spoorlaan. De hooge populieren van heden sierden nog niet als de nu schaduwende lijn, doch dergelijke boomen stonden ter plaatse de trottoir vanaf Veemarktstraat tot de Incassobank. Aan de Oostzijde was 't al akkerland, aan de Westzijde een boerenstede waarnaast de herberg, waaruit in de eerste helft der 18de eeuw Villa Nova is gegroeid.

Den Heuvel zelf was 'n mulle aarden plaats, waar in 't midden de oude Lindeboom, die volgens eene reisbeschrijving van 't jaar 1699 toen reeds zoo oud was, dat deze met houten palen moest worden onderstut. Rondom den Heuvel stonden een drietal bierbrouwerijen. De Zuidzijde van den Heuvel, voor 'n paar honderd jaren de "Heuvelbogt" genaamd, was de plaats waar Tilburg's welingezetenen ruime behuizingen met groote tuinen en boomgaarden hadden. De Westzijde van den Heuvel was de plaats voor een paar ernstige Tabaks- en Koffiehuizen, waarvan die het opschrift "De Vos en de Kraen" droeg wel de voornaamste was. Ook de Looiersbeurs, zoo later genoemd, dateert reeds van eeuwen her, althans de keldergewelven duiden aan dat hierop is voortgebouwd.

Wat de kermisgeneugten aangaat, waren de koekloterij en koekhakkerij, het drinken van bier met heel veel suiker, het aanzien van grimassenmakers of acrobaten, die op een tapijt, dat op den grond was uitgespreid, hunne toeren vertoonden, het Jan Klaassen-spul, wel de grootste attractiën. Bovendien kwamen de kooplieden uit de omstreken ter kermis om door het verkoopen hunner waren geld te verdienen. Doch behalve op het Heuvelplein werd ook goede sier gemaakt in de Koffiehuizen, waar de gilden hunne comparities (gesloten bijeenkomsten) hielden, en men met het houden van smulpartijen de kermisvreugde meende te kunnen verhoogen. Ja, de oude Tilburgers waren vroolijke lui die noest in arbeid waren, doch ook op zijn tijd het genot van ontspanning niet veronachtzaamden.

Hoe geheel anders is het nu! Wat hebben de toestanden zich gewijzigd. Wat heeft de techniek verandering gebracht in het kermisgenot, de vermakelijkheden. Doch hoe heeft ook de techniek, hoe heeft de wetenschap het verkeer geregeld en wordt ook de kermis benut om wat van de wereld te zien. Velen verlaten met de kermis de stad om elders nieuwe indrukken op te doen, nieuw vermaak te genieten. Doch een goede kermis trekt daartegenover ook weer lieden van buiten die willen komen genieten van een echt Brabantsche kermis. Zoo gezien kan de oude kermis wellicht heimwee naar oude toestanden opwekken. De oude tijd is echter voorbij, komt nooit weer. We moeten ons in 't nieuwe schikken, want het gebruik blijft oud, alleen de ommanteling is nieuw; en in dit nieuwe kleed kan een gepaste kermisviering van groot nut zijn voor een krachtig werkzame en opgefrischte bevolking en ook voor 't aanzien en nut der stad, evenals een markt leven en vertier brengt, zoo ook brengt de kermis (jaarmarkt) bedrijvigheid voor de handelszaken.

 

GERARD VAN LEYBORGH