CUBRA

INHOUD LAMBERT G. DE WIJS
HOME 
BRABANTS
TEKSTEN
AUTEURS

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 12 december 1925

 

 

Loting - Legerfournisseur - Geheimhouding

 

De Loting

In het jaar 1795 kwamen de Franschen in ons land en werden met gejuich en gejubel ontvangen. Zij zouden komen brengen "Vrijheid, gelijkheid en broederschap". Voor Noord-Brabant is deze invasie werkelijk niet zonder goede gevolgen geweest, want wij kregen vele onzer kerken terug en tevens meer godsdienstvrijheid. Velen konden toen op den Heuvel met reden om den "vrijheidsboom" dansen. Doch Napoleon bracht ook nog iets nieuws mede, iets wat bij velen nu niet zoozeer in den smaak viel, nl. de loting voor den gewapenden dienst. De evolutie van dit instituut, dat als gevolg der revolutie gekomen was, was nog niet zoo vergevorderd, dat men gekomen was aan den persoonlijken dienstplicht en zoo kon men, zooals nog tot voor 30 jaar, met geld en goede woorden iemand anders voor zich laten opmarcheeren, zoo het land gewapende hulp noodig had. Zoo vinden wij, dat in het jaar 1799 een Gerard Bogaers uit Tilburg zich een remplaçant verschafte en daarvan ten Gemeentehuize het volgende contract liet opmaken, dat wij hier woordelijk laten volgen.

 

"Compareerende voor etc. Peter v. Eten, oud circa 37 jaaren ter eenre en Gerardus Bogars (1) oud 30 jaaren ter andere zijde, beide wonende alhier, dewelke verklaaren te hebben aangegaan en gemaakt het navolgende contract:

Dat den comparant ter eenre aanneemt, voor en in plaatse van den comparant ter andere zijde, de welke tot den Burgerlijken Wapendienst verplicht is, en bij de gedaane Loting alhier over twee compagniën Jagers, het lot is gevallen om als vierde plaatsvervanger van een twintigtal te moeten uijtmarcheeren naar Haarlem om in 't mobiele corps der Bataafsche Gewapende Burgerwacht geïncorporeerd te worden, te zullen uijttrekken, op de eerste Requisitie, ten dien einde aan den comparant ter andere zijde te doen, niet alleen, maar ook naar alle zodanige plaatsen, als waartoe comparant ter andere zijde in vervolg van tijd mogte worden gerequireerd. Waarvoor comparant ten eenre van den comparant ter andere zijde zal ontvangen voor handgeld de somme van twee en vijftigh gulden tien stuivers en zulks zoodra comparant ter eenre voor den colonel Commandeerende der Bataafsche Burgerwacht in het Departement van de Dommel, of een ander officier daartoe bevoegd, zal zijn goedgekeurd en daar en boven nog op den dag dat zal moeten uijtmarcheeren de somme van driehonderd guldens.

Ter nakominge van 't geene voorstaat verbinden de respectieve comparanten hunne persoonen en goederen derzelve stellende ten bedwange als van Regten.

Aldus gedaan en gepasseerd ten overstaan van etc. die etc.

Heden den 17 Oct. 1799.

Was geteekend door:

Peter van Eten, Gerardus Bogaers, Michaël Verschueren, D. Verbunt, en Isaac Bles, Gemeentesecretaris."

 

Men ziet door de loting werden de puntjes op de i gezet, doch heel goedkoop voor dien tijd was het niet. Toch werden tot vóór 30 jaar ook nog wel die "prijzen" besteed. Eigenaardig, dat die Peter van Eten niets vroeg voor eventueel risico, want hij moest zich toch steeds ter dispositie houden en het handgeld werd pas uitbetaald bij eventueele goedkeuring en de som bij uitmarcheeren.

 

De Tilburgsche wollenstoffenindustrie: Legerfournisseur

De vrijheid, die de Franschen aan de Nederlanden brachten, moest goed betaald worden. Limburg en Staats Vlaanderen moesten aan Frankrijk worden afgestaan, en daarenboven moest nog betaald worden de som van 100 millioen gulden als bijdrage in de oorlogskosten die de Franschen maakten. Tevens moesten wij nog 25.000 Fransche soldaten in onze vestingen voeden en kleeden. Ten dienste van dit leger werden door de volgende Tilburgsche fabrikanten leveringen gedaan voor rekening der Bataafsche Republiek: nl. Pieter Vreede, Johannes Peter Pessers, Willebrordus Ant. Dams, Joh. van Hal, Martinus van Dooren, e.a. Het legerbestuur der Franschen eischte van de leveranciers een "certificaat van oorsprong", eene verklaring, ongeveer zooals er op de kantoren der Tilburgsche fabrikanten in den oorlog 1914-1918 duizenden zijn geschreven. Een exemplaar hiervan laten wij volgen:

 

"Compareerende etc. (2) Nicolaas Roelandse, woonende alhier, te kennen gevende dat van het commissariaat der Fransche Troupens in soldij der Bataafsche Republiecq heeft aangenomen te leeveren zeekere quantiteit Carzaagen, dat hij comparant, daarvan zoude afzenden vier stukken blauwe carzaag, zamen lank 183,5 ellen en 8 stuks dito witte carzaag, zamen lank 370 ellen, en volgens contract van aanneeming daartoe noodig hebben de certificaat van het plaatselijk bestuur, houdende dat alle dezelve goederen, met hunne etiquette voorzien, aldaar ter plaatse zijn gefabriceert, en geene buijtenlandsche zijn.

Ter voldoening daaraan verklaarde hij, comparant, dat voor 't aan gem. commissariaat te verzenden carzaagen alhier, binnen Tilborg, op het Fabriecq van den comparant, van den eersten aanvang af zijn gefabriceert en geheel gereed gemaakt en dus geene buijtenlandsche goederen zijn.

En verklaaren wij leden municipaal ondergenoemd, dat comparant is Fabriqueur in wolle lakens alhier, bij ons bekend zijnde voor een Burger (3) staande ter goeder naam en faam.

Aldus gedaan en gepasseert, voor en ten overstaan van etc. die etc.

Heden den 3den January, 1801.

Was geteekend door:

N. Roelandse, D. Verbunt, Michael Verschueren."

 

De Tilburgsche textielindustrie is hier al volop aan het emancipeeren en blijkt uit deze stukken, dat niet geregeld meer goederen naar Leiden werden gezonden om te worden geapprêteerd. Brieven op deze zendingen naar Leiden betrekking hebbende waren aanwezig in het Textielmuseum van de Tentoonstelling "Stad Tilburg 1923". Uit deze brieven bleek, dat de goederen van uit Leiden rechtstreeks naar de afnemers gezonden werden.

 

Geheimhouding

In de verslagen van onzen gemeenteraad heeft men wel eens kunnen verstaan, dat door gemeenteraadsleden als leden van de een of andere commissie niet die stilzwijgendheid werd betracht als door B. en W. wenschelijk werd geacht. Wij hebben hier voor ons een paar protocollen, betrekking hebbende op het ambt van klerk ter secretarie door Henri van der Knikker in 1801 en Dirk Ghijben en Arn. Verbunt in 1806, waaruit blijkt, dat in dien tijd ook al eens tegen die loslippigheid geworsteld werd en dat maar eens flinke maatregelen werden genomen. Het volgende stuk werd den functionarissen voorgelegd:

 

"Gecompareerd voor Dirk Ghijben en A. Joh. Verbunt Aug.z. beiden wonende alhier, en klerke ter secretarie van Tilborg en Goirle, de welke conform de resolutie van Hunne Hoogmogende de Gewezene Heeren Staaten Generaal, van dato 15 Aug. 1786 hebben beloofd, dat zij alle zaaken, de welke behooren secreet (4) te blijven, bij hun zullen houden, tot tijd en wijlen de zelve zullen mogen worden geopenbaard, dat zij geene praevilegiën, chartres of papieren tot de secretarye behoorende, zullen verduisteren en daarvan aan niemand, wie hij zij, visie of kopyen, buijten weten van den secretaris of den bezworenen klerk alhier (5), en dat zij voorts zullen doen hetgeen goede en getrouwe klerken gehouden zijn te doen en hebben zij hetzelve bevestigd met de woorden (volgt de eedformule) ten staade van W.A. Dams, schout civiel, voor en ten overstaan van etc. die etc.

Heden in Tilburg op den 13den October 1800 en zes.

Was geteekend door:

D. Ghijben, A.J. Verbunt Azn, W.A. Dams, schout civiel, A.G. Pessers, Adr. van Gils, Isaac Bles, Secretaris."

 

Zooals men ziet aan het getal onderteekenaren was dit contract een heel voornaam stuk, waarbij schout en schepenen te pas kwamen. Het ambt van secretaris was in dien tijd een zeer gewichtig ambt. Het woord secretaris laat Isaac Bles in zijne handteekening, beginnende met een groote en sierlijke S, doch welke handteekening overigens onleesbaar is, vervloeien.

Deze Isaac Bles bleef ook nog borg voor zijn gezworen klerk Pieter Molengraaff, in zijne hoedanigheid als gequalificeerde tot de directie over de invordering op 't recht van successie over de Gemeentes Tilburg en Goirle en dit stuk, geteekend door de schepenen W. Norbert Schoffers en Adr. van Gils, geeft aan Isaac Bles nog een goeden financieelen naam, want 't spreekt er over, dat de genoemde Isaac Bles genoegzaam gegoed is om zijne vorenstaande borgtocht te kunnen presteeren. (De borg was 700 gld.)

 

Voor heden tot slot nog eene aanstelling van C.R. Retans tot jagtopzichter van den heer A.W. van Hogendorp:

 

"Op heden den vijftienden Septemb. 1806 heeft de heer A.W. van Hogendorp, wonende alhier, pachter van vierklampenjagt, binnen deze gemeente, mitsgaders de jagt op het konijn over de geheele jurisdictie van Tilburg en de drieklampenjagt van Goirle, zoodanig als dezelve op den 12den dezer maand Sept. is verpagt ingevolge publicatie van het departementaal bestuur van Brabant in dato 14 Aug. 1806, aangesteld en gequalificeerd den persoon van Constantius Retans, ten einde de bekeuringen wegens overtreding der gemelde publicatie opzigtens het stuk der jagt te doen, daarop te passen en de overtreders aan den schout civiel alhier over te brengen, alles zoo en in dier voege als de bepalingen daaromtrent bij gezegde publicatie zijn gestabileerd - hetgeen den voorn. Constantius Retans heeft aangenomen, en belooft en daarop afgelegd den gerequireerden ten staade van W.A. Dams, schout civiel, zeggende de woorden (volgt eedformule).

Aldus gedaan en gepasseerd binnen Tilborg op dato als voor en ten overstaan van C.L. Retans, P.J. Mathijs, A.W. van Hogendorp, Arnoldus van Meurs, W.A. Dams, schout civiel, Isaac Bles, Secretaris."

 

De beloning voor den dienst wordt in het stuk niet genoemd. Echter, de hazen en konijnen kostten aan den liefhebber der jacht ook menige opoffering juist als nu. Bovendien de liefhebberij der jacht is er de laatste jaren wel af. De nieuwe jachtwet heeft wel gelijkheid, doch weinig broederschap gebracht in de oogen der jagers.

 

GERARD VAN LEYBORGH

 

 

1. Ouderdom en juiste naamspelling werd toentertijd zoo "nauw" niet genomen.

2. Etc.: voor de personen die volgen. Een eigenaardig gebruik van den gemeentesecretaris in den aanvang en slot van bijna alle zijne protocollen.

3. Hoe fier dat "Burger", de gelijkheid en broederschap van de Fransche omwenteling.

4. Secreet: geheim.

5. Gezworen klerk was in het jaar 1806 P.G. Molengraaff. De gemeentesecretaris kon zich zelf een hulp assumeeren, die hem dan bij afwezigheid verving. Tegenwoordig zou daarvoor mogelijk een "vervolg"-vergadering voor noodig zijn.