INHOUD

JOHN VAN ERVE

CUBRA HOME

 

©John van Erve – Nieuwegein

2023

"eijsere deur"


300 jaar oud hekwerk

in de toren van 't Heike in Tilburg

 

John van Erve
 


 

 

  

Inleiding

De Heikese kerk ! Een beter, of liever gezegd een mooier, boegbeeld voor Tilburg bestaat er niet. Dit predicaat verdient deze kerk als geen ander omdat zij al eeuwenlang de plek markeert waar ook de vroegere versies van de Heikese kerk hebben gestaan. Die oudere versies zijn in het verleden verbrand, gesloopt of hebben een ander lot ondergaan.

De huidige Heikese kerk werd in 1829 in gebruik genomen. De kerk die hiervoor op deze plaats stond viel ten prooi aan de slopershamers. Alleen de oorspronkelijke kerktoren, die dateert uit het jaar 1465, bleef tijdens de herbouw van de kerk fier overeind staan. In 1894-1895 kreeg de toren de ommanteling en voorgevel zoals die er vandaag de dag uitziet.

 

 

Als eerbetoon aan de Zusters van Liefde werden in 2009 in het plaveisel van de Oude Markt in Tilburg, tot bijna aan de Schouwburgring, zeven roestvrijstalen stenen aangebracht. Op elk van die stenen stond een van de zeven werken van barmhartigheid gegraveerd. Voor de Heikese kerk ligt een steen met de tekst: “De Gevangenen Bevrijden”.[a]

 

 

                      

Dat deze steen pal voor de Heikese kerk werd neergelegd is geen toeval. In de 18e eeuw werden er namelijk op de zolder van de kerktoren, precies boven de hoofdingang van de kerk, gevangen opgesloten. Deze zolder bood waarschijnlijk genoeg ruimte om er een cachot in te bouwen. Een gevoel voor historie kan de Zusters van Liefde dus niet ontzegd worden.


 

Raadhuis

In het jaar 1679 vond drossaard Hendrick Verschueren het hoog tijd worden om inwoners van de heerlijkheid Tilburg en Goirle in een raadhuis, in plaats van in een herberg zoals tot dan toe gebruikelijk was, te woord te staan,. Het was hem echter niet gegeven om het voortouw in de bouw te nemen. Nog voordat men met de bouw was begonnen overleed Verschueren en werd hij op 28 juli 1680 in Tilburg begraven.[1]

Zijn opvolger was Adriaen Bernage. Hij werd op 21 oktober 1680 door baron Josephus Bonaventura Schetz van Grobbendonck tot drossaard  van Tilburg en Goirle aangesteld. Deze drossaard was zwaar teleurgesteld over de voorwaarden waaronder hij zijn functie moest vervullen. Veel haast maakte Bernage, waarschijnlijk uit een soort van rancune, niet met het starten van de bouw. Schetz van Grobbendonck moest hem dan ook regelmatig achter de vodden zitten.

De Grote Kerk, zoals de gereformeerden de Heikese kerk in die tijd noemden, werd niet alleen voor godsdienst-oefeningen gebruikt. Tot grote ergernis van de predikant werd de kerk ook als opslagplaats van van alles en nog wat gebruikt. Een bepaalde hoek van de toenmalige kerk werd zelfs de “rommelhoeck” genoemd. Deze hoek werd aangewezen om er een raadhuis en een secretarie, met een eigen ingang, in te bouwen.[2] In de loop van 1681 werd met de bouw van het raadhuis en de secretarie begonnen. Wegens ruimtegebrek werd het in 1726 vergroot door er een verdieping op te bouwen. De bouwsels bleven tot 1811 op deze plaats in gebruik. Daarna verhuisde het naar de naastgelegen pastorie.

 

Fragment van een bewerkte schets uit 1790 uit het boek van Hendrik Verhees, f.79

Naast het opsluiten van gevangenen diende de zolder zo goed als zeker ook als opslagplaats voor het tiendenkoren.[b] Het was de toenmalige drossaard Hendrik Maes die deze zolder, voor zover bekend als enige ooit, in 1765 als “korenzolder” aanduidde.[3]  De kerktoren werd gezien als een veilige plek tegen dieven en plunderaars. Vandaar dat de dorpsregering er ook de “comme” heeft neergezet. De “comme” was een grote kist, waarin de belangrijkste documenten van de heerlijkheid werden bewaard.[4] Om de kist te openen waren er twee schepenen nodig. Elk van de twee schepenen had een unieke sleutel.

Vorsters

De vorsters waren in de rechtspleging zo’n beetje de “manusjes-van-alles”. In Tilburg werkten in het grootste gedeelte van de 18e eeuw twee vorsters. In Goirle werkte een vorster. Als gerechtsdienaren waren de vorsters onder andere verantwoordelijk voor het betekenen van dagvaardingen en andere juridische documenten. In civiele processen waren zij onder meer belast met het afpanden [c] van roerende goederen. Ook waren zij belast met het handhaven van de openbare orde en het toezicht op de naleving van wetten, plakkaten en keuren.

Een vorster had in zijn huis een kamer, waarvan de ramen voorzien waren van ijzeren spijlen. Hierin konden gearresteerden tijdelijk in civiele gijzeling worden geplaatst, totdat de drossaard of de schepenen hadden bepaald wat er met de arrestant moest gebeuren.

Tijdens de winter kregen zij voor vuer en ligt een dagvergoeding van f.1-4-0 en tijdens de zomer kregen zij daarvoor f.0-18-0. De dagvergoeding voor eeten en drincken voor eenen carel bedroeg f.0-10-0.

Mensen die een zwaar crimineel feit hadden gepleegd, maar ook vagebonden, landlopers en ander gespuis die al dan niet een minder zwaar delict pleegden, werden aanvankelijk in strickter gevanckenisse in de kerker onder het kasteel aan de Hasselt en later in het gevangenhuijs op de toren van de kerk opgesloten.

De vorsters waren verantwoordelijk voor de verzorging van de gedetineerden. Zij moesten ervoor zorgen dat gedetineerden werden voorzien van eten en drinken, voor stro om op te slapen en het legen van het stilleken.[d]

Voor het bereiden van het eten voor de gevangenen in het gevangenhuijs kreeg de vorster f.0-6-0. De vorster die het eten op de toren ging brengen kreeg ook f.0-6-0. Voor het heen en weer brengen van het stilleken en een arm stroo kreeg hij f.0-2-0 voor elk van die handelingen. Elk lid van de wagt, die belast was met de bewaking van de gevangenen, kreeg twee kannen bier van twee stuivers per kan. [5]

 

Voor stilleken op en aff te dragen 0:2:0 en een arm stroo op en aff te dragen 0:2:0 Bron: (RAT) Tilburg en Goirle OAA5, f.148v (20-12-1724)

 

 

Gevangenis op de toren

Om een crimineel strafproces te voeren werd in het raadhuis de vierschaar gespannen.[e] Voor de schaarse momenten dat een gevangene bij het proces aanwezig diende te zijn, moest deze voor 28 januari 1724 vanaf het kasteel aan de Hasselt naar het raadhuis worden vervoerd. Zo’n transport kostte veel tijd en mankracht.

Hoe handig zou het zijn om een gedetineerde voor het aanhoren van de eis of het aanhoren van het vonnis onder handbereik te hebben? Hoewel er hierover geen archiefbron gevonden werd, staat vast dat de drossaard en schepenen besloten dat op de zolder in de toren een gevangenis moest worden gebouwd. Zij moeten dit besluit genomen hebben ergens tussen 18 februari 1719 en 28 januari 1724.

Op de schets hiervoor is te zien dat de zolder van de kerktoren, vanuit het raadhuis, gemakkelijk te bereiken was via een wenteltrap. Via deze trap kon de kerktoren worden beklommen. Na ongeveer dertig treden splitst de trap zich naar links naar de zolder. Deze zolder lag precies boven de ingang van de kerk.

Enkele treden voordat de trap zich splitst is een uiterst klein trapportaal. De doorgang naar de zolder en de rest van de toren wordt daar afgesloten met een eijsere deur.

Het is een ijzeren hekwerk van zware spijlen. Het hekwerk wordt met een hangslot afgesloten. Uiteraard diende het om te voorkomen dat gevangenen zouden ontsnappen. Vandaag de dag wordt dit hek nog steeds gebruikt om de zolder te bereiken. Na opening van het hek gaat de trap verder omhoog en na enkele treden spitst de trap zich daar. Naar rechts kon voorheen de beiaardier naar het carillon. Wegens de slechte staat van de toren mag dat nu niet meer. Naar links gaat een trapje met enkele treden omhoog. Daar is een houten deur, die toegang geeft tot de zolder waar voorheen de cachotten hebben gestaan. Sporen uit die tijd zijn daar niet meer terug te vinden doordat de muren met grauw cement zijn bedekt. Tegenwoordig wordt de zolder door de kerk als opslagruimte gebruikt.[f]

Deze eijsere deur is voor de historie van de Heikese kerk van bijzondere betekenis. Het is nog het enige overblijfsel uit de tijd dat er in de toren een gevangenis is geweest. Al met al is het zeer solide hekwerk al ongeveer 300 jaar oud. Weinig mensen, die op welke manier dan ook die bij de kerk betrokken zijn, weten dat er op de zolder een gevangenis is geweest en dat het ijzeren hekwerk daar deel van heeft uitgemaakt.

De manier van opsluiten

 

Over de manier waarop de gevangenen werden opgesloten is niet heel veel bekend. In documenten van sommige criminele procesdossiers wordt meestal niets anders vermeld dan dat de gevangene op de toren was gedetineerd. Voor het overige moeten we het doen met losse fragmenten uit verschillende documenten.

Ene Gerardus Jacobus Borck had de twijfelachtige eer om op 28 januari 1724 als eerste op de toren van de Grote Kerk gedetineerd te worden. Hij was door de vorsters op de jaarmarkt betrapt toen hij “eenigh laecken” zou hebben willen stelen. In de gevangenis op de toren werd hij op water en brood gezet.[6]

In 1737 werden ene Jan Goverts uit Dendermonde, samen met zijn vrouw Pieternel en nog een andere vrouw Maria door de vorster van Goirle gearresteerd. Alle drie werden zij in het cachot op de toren opgesloten. De vorster had deze vagebonden in eerste instantie uit het dorp verjaagd, maar het gezelschap was kort daarop toch weer teruggekomen.

De drossaard had tegen het drietal een tigt en aenspraecke crimineel opgemaakt, waarin hij hen betichtte van een desolaat en vagebonderend leven. De drossaard wilde dat de gevangenen op zijn aanklacht pede legato [g] zouden antwoorden.[7] Als straf werd het drietal aan een paal vastgebonden, zwaar gegeseld en ten slotte gebrandmerkt. Zij werden alle drie voor altijd uit de heerlijkheid Tilburg en Goirle verbannen.

 

 

…..selve, versoeckende dat de gedetineerde daar op pede Legato articulatum sal hebben te antwoorden, En in cas van….. Bron: (RAT) Tilburg en Goirle R10, f.173 (3-12-1737)

 

In het archief van het dorpsbestuur van Tilburg en Goirle werd een ongedateerd bestek aangetroffen. Daarin besteedden drossaard en schepenen aan: eenige nodige veranderinge en verbeeteringe aan de Gevangen plaatsen, als meede het leggen van twe planke vloeren, het maken van een sluijdt boom voor handen en voeten in te sluiten.[8]

 

…het maaken Van een, Sluijdt boom voor handen en voeten in te sluijten….. Bron: (RAT) Tilburg en Goirle OAA1084, z.d.

 

De cachotten

 

Waarschijnlijk was er op de zolder vanaf 1724 aanvankelijk maar één cachot, waarin meerdere personen gezamenlijk konden worden opgesloten. Dat werd kennelijk niet langer wenselijk geacht, want de drossaard en de schepenen deden in het jaar 1792 of 1793 een openbare aanbesteding. De aanbesteding bestond uit het verdelen van de gevangenis op de toren in twee gevangenhokken. De plaats van de gevangenis werd in de aanbesteding aangeduid als “op de zolder naast de gijzelkamer boven de secretarie”.

Uit het bestek blijkt dat dat de beide gevangenhokken tegenover elkaar gebouwd moesten worden. Er wordt namelijk gesproken over “formering van de gang”. Het werk moest voor 1 april 1793 in één keer worden afgemaakt, op straffe van een korting van drie gulden per dag overschrijding.[9]

In het bestek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, waarin de sloop van de vorige kerk en de bouw van de huidige kerk in 1827 wordt beschreven, wordt gesproken over twee gevangenissen.[10]

Gijselkamer

Het kwam ook voor dat mensen voor een bepaalde periode bijvoorbeeld op water en brood werden gezet. Het feit wat zij pleegden was niet zwaar genoeg om hen op de toren in te sluiten. Zij werden in het speciale verblijf bij de vorster thuis ingesloten. Doordat deze gegijzelden onder toezicht van enkele wagten gesteld moesten worden, bracht dat grote kosten met zich mee. Hierdoor konden de drossaard en de schepenen geen gebruik maken van geregtsdienaers en bedienden.

In het archief van het dorpsbestuur van Tilburg en Goirle werd een document aangetroffen dat waarschijnlijk in het jaar 1739 of 1740 werd opgesteld. In dit geschrift richtten de drossaard en schepenen zich tot de Raad van State. Zij schreven dat het meermaals voorkwam dat er behoefte was aan een behoorlijke gijselkamer. Door de beschikking over een dergelijke kamer te hebben zouden zij gegijzelde en gearresteerde personen op een veilige en goedkope manier kunnen insluiten. In het resolutieboek over de jaren 1739 en 1740 wordt niets over een gijselkamer vermeld.

De drossaard en schepenen vonden dat plegers van zware delicten op de toren in de gevangenis opgesloten moesten worden. Deze gevangenis wilden zij uitsluitend voor dat soort delinquenten gebruiken.

Als voorbeeld haalden drossaard en schepenen aan dat zij in de winter van 1739 vier gegijzelden moesten insluiten. Zij werden ingesloten omdat zij hadden gecollecteerd voor een processie.[11] Ondanks dat zij door twee wachten werden bewaakt, wist een van de gearresteerden toch te ontsnappen. Hij had voorgegeven dat hij zijn behoefte moest doen en ging er vandoor. Later is deze ontsnapte man weer gearresteerd.[h]

Om kosten te besparen werd het nodig gevonden om voortaan plegers van lichte feiten goedkoop te kunnen opsluiten. Drossaard en schepenen stelden voor om een afdakje, dat tegen de toren in de kerk aankomt, twee boogjes breed dicht te metselen. In die ruimte zou dan een solide deur en een bedstee in gemaakt moeten worden. Het bedrag van de geraamde kosten was (nog) niet ingevuld.[12] Of het verzoek aan de Raad van State werd verstuurd is niet bekend.

De gijselkamer bevond zich, zoals hiervoor al werd vermeld, boven de secretarie. Gebruikt werd deze ruimte zeker, want op 12 juli 1755 werd ene Adriaan Leendert van Gils in de gijselkamer opgesloten. Hij had enkele dagen daarvoor iemand met een mes verwond. Om te kunnen vaststellen of deze man wijs of geck was, besloten de drossaard en de schepenen dat hij enkele dagen in de gijselkamer zou worden opgesloten. Of die opsluiting iets heeft opgeleverd vertelt het resolutieboek niet. Van Gils werd op 16 juli 1755 weer vrijgelaten, waarbij hij beloofde zich netjes te zullen gedragen.[13]

Van de cachotten op de toren van ’t Heike is niets meer over. Alleen de “eijsere deur” herinnert nog aan de tijd dat daar gevangenen werden opgesloten.

©John van Erve – Nieuwegein (2023)

 

Voetnoten

[a]   Onder de tekst staat het logo van de Zusters van Liefde afgebeeld.

[b]   Hoeveelheid koren als pachtopbrengst voor de heer van de heerlijkheid Tilburg en Goirle.

[c]   Beslagleggen.

[d]   Het stilleken was een pot of vat waarin de gedetineerden hun behoeften deden.

[e]   Bij het spannen van de vierschaar werd in het raadhuis rondom de schepenbank een vierkante of rechthoekige ruimte met touw of koord

      omspannen. Daarbinnen moest het proces plaatsvinden. Soms word er ook gesproken van “de bank spannen”.

[f]   De “eijsere deur” bevindt zich in een afgesloten, niet voor het publiek toegankelijke plaats van de kerk. Om bouwtechnische redenen mag de toren niet meer betreden worden.

[g]   Met geboeide voeten.

[h]   De betreffende mannen wilden een processie houden naar Kevelaar in verband met de vele sterfgevallen als gevolg van de pest. Om verspreiding van de pest tegen te gaan hadden de Staten-Generaal een plakkaat uitgevaardigd, waarin dit soort verplaatsingen van mensen werd verboden. Los daarvan werden uitingen in het openbaar van de rooms-katholieke religie niet op prijs gesteld.

 

Bronnen

[1]      (RAT) Tilburg N30-12v (4-8-1681) en (RAT) Tilburg en Goirle OAA1a, los document (18-9-1679)

[2]      (RAT) Tilburg N58-9v (14-1-1683)

[3]      (HCL) Hoofdgerecht Thorn 1478-1796. Toegangsnr.01.187E, inv.nr.1171

[4]      (RAT) Tilburg en Goirle OAA1781

[5]      (RAT) Tilburg en Goirle OAA5, f.148v, 20-12-1724

[6]      (RAT) Tilburg en Goirle R13, f.8 (28-1-1724)

[7]      (RAT) Tilburg en Goirle R283-284-285

[8]      (RAT) Tilburg en Goirle OAA1084, z.d.

[9]      (RAT) Tilburg en Goirle OAA1083, z.d.

[10]    (RAT) Bibliotheek F Tilb 736 art.2 blz 3

[11]    (RAT) Tilburg en Goirle R291 (1739-1740)

[12]    (RAT) Tilburg en Goirle OAA1082, z.d.

[13     (RAT) Tilburg en Goirle OAA8, f.138r (12-7-1755)

 

De beide foto’s van de Heikese kerk zijn afkomstig uit de beeldbank van het Regionaal Archief Tilburg. De foto’s van de opgang naar de zolder in de Heikese kerk en van de steen voor de kerk werden door de auteur van dit artikel gemaakt.