Daar is het gat van de deur ! |
|
Adriaen Moerlants [1] werd in
Turnhout geboren. Zijn beroep was lakenwerker en
hij woonde aanvankelijk in de Cleijstraet
te Leiden. Daar trouwde hij op 29 oktober 1666
met Susanna Paulaer. Het huwelijk hield niet
lang stand, want omstreeks 1670 overleed
Susanna. |
|
Door zijn beroep als lakenwerker
had Adriaen Moerlants mogelijk al zakelijke
kontakten binnen Tilburg. Veel van de in Tilburg
vervaardigde lakense stof werd immers naar onder
meer Leiden vervoerd om daar verhandedl te
worden. Mogelijk was dat de reden voor Moerlants
om naar Tilburg te verhuizen. |
|
In 1675 woonde Adriaen Moerlants
op het Kerckepat in Tilburg. Daar woonde
ook Geertruijt Jan Tiele [2]. Zij was geboren in
Rijen en weduwe van Gerit Jansen Verbunt. Uit
dit huwelijk waren drie dochters voortgekomen,
te weten Mari Verbundt (doop op 22-4-1656 te
Breda), Anneken Verbunt (doop op 11-11-1661 te
Tlburg) en Cateleijn Verbunt (doop op 3-5-1665). |
|
Op 28 september 1675 ging Adriaen
Moerlants te Tilburg voor de
Nederduits-Gereformeerde kerk in ondertrouw met
Geertruijt Jan Tiele. Zij traden op 20 oktober
1675 met elkaar in het huwelijk. Uit dit
huwelijk werd dochter Anna Maria Moerlant
geboren (doop op 20-3-1678 te Tilburg). Het
echtpaar werd op 21 december 1678 door
belijdenis als lidmaat van de
Nederduits-Gereformeerde kerk ingeschreven. |
|
Pas in de maand mei van het jaar
1683 wendde Moerlants zich met een
verzoekschrift tot de schepenbank van Tilburg en
Goirle. Hij was inmiddels deurwaarder van de
Staten-Generael van de Vereenigde Provinciën. |
|
Tussen de regels door valt in het
verzoekschrift te lezen, dat hij het als enige
man niet altijd even gemakkelijk had tussen al
dat vrouwvolk. Hij schrijft aan de schepenen,
dat hij zijn vrouw al meermalen had verzocht om
een staat en inventaris op te stellen van de
boedel van de nalatenschap van haar eerste man.
Hij trof deze boedel in verwaarloosde toestand
aan en ze was van weinig waarde. Wegens diverse
schuldvorderingen werd het huis, de tuin en de
roerende- en onroerende goederen uit deze
nalatenschap met toestemming van de schepenbank
al eens verkocht. |
|
Ondanks de vele serieuze en
vriendelijke verzoeken aan zijn vrouw deze
inventarisstaat op te stellen, was dat nog
steeds niet gebeurd. In plaats daarvan namen de
weerspannigheid en de lasterlijke bespottingen
door de dochters uit het eerste huwelijk van
zijn vrouw dagelijks toe. Zo wezen zij hun
stiefvader “het vierkant gat” als hij
bleef vragen om de inventaris. |
|
Hij vond dat dit gedrag niet
getolereerd mocht worden. Hij had immers deze
dochters grootgebracht. Met zijn ingebrachte
roerende goederen zoals geld, wol, laken en zijn
dagelijkse inkomsten heeft hij gezorgd voor dit
gezin. Dat zou volgens hem in de toekomst nog
weleens kunnen lijden tot zijn nadeel en tot
nadeel van zijn bij Geertruijt Thielen verwekte
dochtertje. |
|
Om in de toekomst problemen te
voorkomen verzocht hij de schepenen om zijn
vrouw te verplichten zorg te dragen voor het
aanstellen van bekwame voogden over haar
dochters uit het eerste huwelijk. Verder stelde
hij voor, dat vorster Boris Thielen uit Rijen
een beschrijving zou maken van de huidige
inboedel. Deze was in zijn geheel door hem bij
het huwelijk ingebracht en betaald. |
|
De schepenen legden Geertruijt
Thielen op 20 mei 1683 de verplichting op binnen
twaalf dagen de gevraagde staat en inventaris op
te stellen. Daarnaast legden zij haar de
verplichting op dat de door haar aangewezen
voogden binnen acht dagen de eed voor de
schepenbank zouden komen afleggen [3]. |
|
[1]
werd ook geschreven als Moerlans en Moerlant
[2]
werd ook geschreven als Thielen
[3]
(RAT) Tilburg en Goirle ORA-Varia 54C |
|
John van Erve
Nieuwegein, 25 juli 2015 |