HOME
INHOUD JEROEN KETELAARS
INHOUD MANDOS
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
KUNST
FOTOGRAFIE
BRABANTS
INTERVIEWS

Print  Pagina
Copyright 2004 Jeroen Ketelaars

Een eerdere versie van dit artikel verscheen in: Tussen Paradijs en Toekomst, september 2002, p. 40-42

Foto's:
CuBra

Frans Mandos in Hilvarenbeek
Jeroen Ketelaars

Frans Mandos - ‘Tilburgse meester’ in Hilvarenbeek

‘Zo was Frans Mandos er helemaal ‘ene van ons’ geworden. Nee, hij is er nog een van ons. Over de duistere afgrond van de dood heen is hij bij ons, niet als een faun met kille horentjes, maar in de warmte van zijn werk, dat bleef nadat hij zelf was heengegaan.’

Jan Naaijkens - Frans Mandos - Werk en leven

De kunstenaar Frans Mandos verhuisde in 1963 van Tilburg naar Hilvarenbeek, waar hij met zijn vrouw Janneke aan de Goirlesedijk ging wonen. Volgens zijn vriend Jan Naaijkens vormde de verhuizing van Tilburg naar Beek een ‘aanzet tot een nieuwe uitbottende creativiteit. Hier had hij voorgoed zijn thuis, zijn nest gevonden’. Een andere vriend van Mandos, de Tilburgse schrijver Anton Eijkens, is dezelfde indruk toegedaan. ‘Als hij in 1963 van Tilburg naar de Goirlesedijk in Hilvarenbeek verhuist, lijkt het wel, alsof hij als mens en kunstenaar het spoor terugvindt naar zijn oorspronkelijke genegenheden, die in de voorbije jaren vaak bedolven waren onder de zwaarte van het dagelijks werk,’ aldus Eijkens. Hilvarenbeek heeft van de aanwezigheid van deze levenslustige Brabander echter veel te kort mogen genieten. In mei 1977 overleed Mandos in het Radboudziekenhuis in Nijmegen op 67-jarige leeftijd.

Dat Frans Mandos op veel mensen de nodige indruk heeft achtergelaten bleek wel toen in oktober 1980 in het gemeentehuis van Hilvarenbeek een overzichtstentoonstelling van zijn werk werd gehouden. Bij de opening van deze retrospectieve expositie was het ‘zo druk, dat veel belangstellenden na de officiële opening besloten op een rustiger tijd terug te komen om de kunstwerken te bekijken’, aldus Het Nieuwsblad van het Zuiden van 27 oktober 1980. Uit de necrologie die over Mandos in De Hilverbode verscheen, komt duidelijk naar voren dat Hilvarenbeek een bijzondere persoon, of, zoals in het stuk staat, een ‘beminnelijke mens’, had verloren.

Veelzijdig kunstenaar

Net als zijn drie jaar jongere broer Kees, was Frans Mandos een productief en veelzijdig kunstenaar. Hij was kunstschilder en illustreerde boeken en tijdschriften als De Meiboom, Brabantia Nostra (waarvoor Mandos ook het omslag maakte), Rooms Leven, Nederlands volkslied, Tilburg hoe het groeide, Ons volkslied en vele andere. Bovendien werkte hij in verschillende kerken, zoals de Antoniuskerk in Valkenswaard en de kerk van de Tilburgse Sacramentsparochie, en was hij actief binnen de Kunstkring-Tilburg en de Commissie voor Stadsverfraaiing. Eind jaren vijftig werkte hij als docent aan de Academie voor Beeldende Kunsten, waar hij ooit zelf leerling was geweest. Ex-librissen, glas-in-lood, kaarten, vaandels, vlaggen, menu's, monstransen: er was vrijwel niets wat Frans Mandos niet aanpakte. Ook mozaïeken maakte hij. Een voorbeeld hiervan is te vinden aan de buitenkant van het gymnastieklokaal van basisschool Don Sarto aan de Oude Hilvarenbeekseweg in Tilburg. Deze werken vormen echter slechts een klein deel uit Mandos’ omvangrijke oeuvre.

Grote afwezige

Ondanks Mandos’ productiviteit zijn er in Hilvarenbeek, waar hij toch meer dan een decennium heeft gewoond, maar weinig sporen van hem te vinden. Waar werken van Jacques Kreykamp (een vriend van Mandos), Hans Claesen, Manus Evers, Wim van Breen en anderen de openbare ruimte van Beek sieren, lijkt Frans Mandos de grote afwezige te zijn. Vanzelfsprekend bezit een aantal Bekenaren werken van Mandos, maar in de straten van het dorp rondlopend zou men gaan denken dat Mandos uit het beeld verdwenen is. Maar dat is toch niet helemaal het geval. Aan de Varkensmarkt ligt namelijk het Likeur- en Frismuseum en daar is werk van Mandos te vinden.

Het Likeur- en Frismuseum was, volgens haar website, aanvankelijk in een voormalige filmstudio in de bossen tussen Goirle en Hilvarenbeek gevestigd, maar nadat oprichter Isidorus Jonkers een leegstaand schoolgebouw aan de Varkensmarkt had gekocht, verhuisde men daar naar toe. In het gebouw in kwestie huisde vroeger de ‘H. Petrus Canisiusschool’, een lagere school voor jongens.

Mozaïeken

Aan de voorkant van het Likeur- en Frismuseum ziet men boven de ingang twee mozaïeken van de hand van Frans Mandos. Het ene mozaïek is rechthoekig en bevindt zich recht boven de ingang, het andere vormt het fronton. Het jaar waarin Mandos de mozaïeken vervaardigde is op dit moment helaas niet bekend. Volgens Janneke Mandos moet dat enkele jaren voordat zij en haar man naar Hilvarenbeek verhuisden gebeurd zijn, dus eind jaren vijftig, begin jaren zestig. In juni 1957 was het timpaan van de voorgevel van de toen net verbouwde jongensschool in ieder geval nog niet van een mozaïek voorzien. In de eerder genoemde necrologie in De Hilverbode herinnert de schrijver zich dat Mandos aan het driehoekige mozaïek aan het werken was: ‘We brachten (…) de moed op om naar boven op de steiger te klimmen waar Frans Mandos dag in dag uit bezig was om met engelengeduld stukje voor stukje samen te voegen tot datgene wat hem voor ogen gestaan had, en waarvan hij het ontwerp met grote zorg en artisticiteit gemaakt had. Al steentjes sorterende en passende en metende wist hij ons in no time iets over te brengen van datgene wat hem bij het ontwerpen van deze timpaan bezield had.’

Gelukkig heeft het museum ten tijde van de verhuizing naar het voormalige schoolgebouw besloten om de mozaïeken intact te laten. Samen zijn zij namelijk stille getuigen van de aanwezigheid in het dorp van een belangrijke Brabantse kunstenaar, die weliswaar oorspronkelijk uit Tilburg kwam, maar die toch een behoorlijk lange periode Hilvarenbeek met zijn persoonlijkheid en talent heeft verrijkt. Terecht schreef Jan Naaijkens dan ook dat Mandos’ werk bleef, nadat hij zelf was heengegaan.