INHOUD
JANSSEN
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL
KUNST & FOTO
PRINT PAGINA
REAGEREN
 


Jo Janssen

        


  HEBT U AL GEGETEN?  

Chinezen begroeten elkaar met:  Ni hao (alles goed met je?). Een oudere variant is: Ni chile ma? (Hebt u al gegeten?)  Een zeer begrijpelijke vraag als je weet dat vroeger hongersnood meer regel dan uitzondering was.

  Mijn eerste landing op het vliegveld in Hong Kong was indrukwekkend. De Jumbo daalde tussen rijen woontorens. Links en rechts nauwelijks enige speelruimte. De vleugels raakten bijna de broeken en hemden die langs de balkons te drogen hingen. Voor piloten was landen op dit vliegveld een meesterstuk. De aanvliegroute was kort, het dalen steil, de uitloop nauwkeurig berekend.
Dat was het oude vliegveld. Nu, jaren later, kom je met een wijde boog over de zee aanvliegen om te landen op een compleet nieuw aangelegd vliegveld dat ver de zee in steekt en waar het aan- en afvliegen bij wijze van spreken een kunstje van niks is. Zo land je dan na een dag vliegen vanuit Londen. Gelukkig minder geradbraakt dan de passagiers uit de toeristenklasse. Door overboeking werd in Londen bij de boarding  mijn plaatsbewijs vervangen: van seat 31 A naar seat 11 G, van tourist class naar business class.  Juichen en jubel! Beenruimte, champagne bij het plaats nemen in je ruim bemeten stoel, daarna overheerlijke maaltijden met aperitief, witte en rode wijn en een likeurtje om de maaltijd af te ronden.
De vlucht naar het binnenland zou veel uren later vertrekken  Tijd genoeg dus om het nieuwe vliegveld te bewandelen. Eindeloos lange gangen met honderd of meer meters lange roltrottoirs, vertakken zich in veel gates vanwaar continentale en intercontinentale vluchten vertrekken naar alle werelddelen. Eetgelegenheden in veel soorten. De snelle hap in een Mac Donald (ook daar!), een pizzahut, een chique maaltijd in een sfeervol restaurant of een volksrestaurant met metalen stoelen voor de eenvoudige Chinees op doorreis. Voor honderd Hong Kong dollars bestel ik fish and chips, een herinnering aan de tijd dat de Engelse zeden en gewoonten dit deel van China domineerden, de tweedekkers zich hielden aan de verkeersregels en voetgangers zonder gevaar geplet te worden, konden oversteken op een zebrapad. Ik kijk rond en luister. Als in een mierenhoop beweegt het. Mensen schuiven in groepen langs, pakketten en koffers achter zich aan slepend, op weg naar de uitgang of zoekend naar de vertrekhal. Luid schreeuwend passeert een familie die duidelijk haar wortels heeft in het platteland. Gekleed op hun paasbest, maar allesbehalve volgens de laatste mode, praten ze druk met elkaar. Gewend als ze zijn koeien, ossen en elkaar over lange afstanden te beroepen. De galmende akoestiek van de grote marmeren hal met hardstenen vloertegels geeft hun stemmen een dimensie die me doet denken aan middeleeuwse kathedralen. Bij de souvenirwinkel wordt alles betast, op de hand gewogen en weer teruggelegd. Te duur!
Tegenover mij neemt een jong stel plaats. Ze komen aanlopen met een maaltijd op een groot plastic bord. Wat zich dan voor mijn ogen afspeelde lees ik nu, maanden later, terug in mijn dagboekje.
‘Zelden heb ik iemand zich zo snel, malend met mond, kaken, kiezen, neus oren en oogleden, met een ononderbroken sliert bami zien vol stoppen. De boeren borrelden omhoog  tussen het slikken door. Dit is lucht happen en vullen tegelijk. Hij zit rechts opzij, ruim vier meter verderop. De eetstokjes blijven bewegen. Tegenover hem zit zijn vrouwelijke metgezel die eveneens niet al te verfijnd haar bami naar binnen schuift. Haar brede billen vullen het pastelgroene kuipje van een stoel met chroompootjes. Ze hangen er aan weerszijden iets overheen.’
Iets verderop goochelt een vader met kaarten voor zijn zoontje en hapt af en toe in een perzik die zijn vrouw hem op bijthoogte aanreikt. Ze veegt met een papieren zakdoekje het sap van zijn kin. Het kereltje begrijpt niets van de trucs, bekijkt de kaarten aan de achterkant, zoekt in de jaszakken van zijn vader en amuseert zich kostelijk. Voor hem is het lange wachten geen straf.
En dan zie ik wat bijna op een wonder lijkt. Ze nemen plaats recht tegenover me. Met ogen als schotels kijk ik. Die vrouw! Adembenemend mooi, gekleed in een strakke lange jurk, klassiek Chinees model, met opstaand kraagje. De split opzij laat een been zien dat  zachtbruin afsteekt tegen de rode met veel guirlandes en bloemen geborduurde zijde. Haar rondingen zijn klassiek, volmaakt  in harmonie met haar lengte. Ze is mooier nog dan Gong Li, de actrice die ik beschouw als een van de mooiste Aziatische vrouwen. En naast haar een man met zwarte hoornen bril, een wrat onder zijn rechter jukbeen, dun haar. Zonder de vrouw naast hem zou je hem niet zien, een onbeduidende niets zeggende passant zoals er zo velen langs je heen lopen in een aankomst- of vertrekhal. Zijn kleding zit te ruim, hij glimlacht. Zijn gebit is – zoals bij veel Chinezen- onregelmatig en bruinig. Het kost me moeite mijn ogen een andere kant uit te sturen. Nog langer staren naar die sprookjeachtig mooie vrouw zou zeer onfatsoenlijk zijn. ‘Hoe komt zo’n man aam zo’n vrouw?’ vraag ik me af. Dan herinner ik me een van de zinnen uit mijn sigarendoos waarin ik markante uitspraken en fragmenten bewaar, geknipt uit een krant of tijdschrift. In de Volkskrant van 14 juli 2001 noteert Peter Brusse naar aanleiding van een receptie in het Haagse: ‘een verslaggever loopt met het mooiste meisje van het bal naar de bar. Zegt een diplomaat met een kikker in de keel. “Honing aan zijn fluit. Verdomd. Nooit van die kerel gedacht.”
Lange wachttijden op een vliegveld zijn een bron van inspiratie.
Na de fish and chips bestel ik een kop koffie. Daarna doezel ik langzaam weg. Ik hoor het geroezemoes om me heen en achter mijn gesloten ogen zie ik de steile heuvels van het Karstgebergte omhoog rijzen. Sluimerend verheug ik me alvast op de boottocht over de Li rivier tussen Guilin en Yangshuo.

25 april 2002

 


 

Hieronder kunt u uw reactie mailen naar Jo Janssen
Vul uw naam in:


Geef uw e-mail adres op:


Over welk verhaal gaat het? (datum of onderwerp):


Uw opmerkingen: