|
|
Met
de taxi
Wie
gaat er nou met de taxi? Jij wel? Nou, ik niet. Ja, vroeger wel.
Vroeger - dat is in 1939 - gingen wij met z’n allen (met z’n achten
dus) met de taxi naar “De Bossen”. Zo noemden we dat lapje grond met
bomen en hei en ik kan mij eigenlijk maar één keer herinneren dat we
daar met de taxi naar toegingen. En dat moet dan in 1939 geweest zijn.
Andere keren gingen we te voet met z‘n allen. Soms ging moeder alleen
met de bus naar de Hasseltse Kapel en wachtte daar op ons en dan gingen we
samen verder te voet. Van de Hasseltse Kapel over de Kraaivense brug en
dan over de Kanaaldijk. Het was toch nog een heel eind, vooral als het
warm was. En dat vanuit Den Besterd .
Maar die keer gingen we dus met de taxi. Waarom ? Ik weet het niet zeker
maar ik denk dat het te maken had met de geboorte van onze jongste, Netje,
die op 23 juli geboren werd. Juli 1939. Waarschijnlijk was het ná de
geboorte van ons Netje. We stapten vooraan op de Dongenseweg uit naast de
schietbaan van Valkenburg (uit de Willem II-straat) en liepen dan een weg
in haaks op de Dongenseweg, helemaal van zand, gloeiend heet zand dat
opstoof onder onze voeten. We waren met z’n achten.
Terwijl wij daar liepen knalde het alsof het oorlog was. De schietbaan van
Valkenburg was volop in gebruik. Waarschijnlijk allemaal oefeningen met
jachtgeweren. Maar toch wel wat angstig.
Ik heb er secuur op gelet maar er suisde niets over onze hoofden .
Helemaal aan het eind van deze zandverstuiving gingen we naar rechts de
hei op, dus helemaal geen weg, maar het rook er wel lekker naar ’hete
hei’. Ja, ik weet ook wel dat dat onzin is, maar ik heb er geen andere
woorden voor.
Intussen vertelde Pa dat we nu liepen op de grond van Opa en Oma Geboers.
Die hadden daar ook een stukje. Nu staken we een pad over en kwamen dan in
onze eigen bossen die in feite van drie personen waren namelijk: Oom Wies
Geboers - een broer van mijn moeder - Tante Anna Geboers
- een zus van mijn moeder - en van onze ouders Christoffel en Lies
Buster Geboers. Het was een erfenis (bij leven) van Kees-oom, een broer
van Oma Geboers-Donders. Hij
was rond 1935 wat je noemt aan het uitdelen gegaan en ieder van de broers
en zussen Geboers - vijf zussen en twee broers -
konden een stukje bos krijgen of... vijfenzeventig gulden . Op drie
na kozen ze vijfenzeventig gulden want de bossen waren ver weg en
bovendien werd je daar vies!
Dat stukje grond van drie personen was denk ik niet veel groter dan 4 à 5
hectare en bestond voor een deel uit hoge dennenbomen (ons stukje),
voor een derde deel uit hei (Tante Anna) en het derde stuk bestond uit
laag hout en hei (oom Wies), maar in de praktijk werd daar niet naar
gekeken, het accordeerde zeer goed. De kinderen waren natuurlijk flink
smerig na een dag spelen en dat was een probleem voor moeder Lies. Want we
moesten als we niet met de taxi waren en dat waren we nooit op die ene
keer na te voet door De Hasselt en daar kwam zowel Pa als Ma vandaan. In
de zomeravond zaten alle Hasseltse mensen buiten op straat op een stoel.
De stoel met de rugleuning naar voren en alles wat daar voorbij kwam werd
bekeken en van commentaar voorzien,hardop.
“Van wie ben de gij der ene?” “Oh, van Stoffeltje Bax, oh.” “Gij
bent ok mar un klen menneke zeg!” Enzovoorts, enzovoorts, de hele straat
door en het was een lange straat, ik denk wel
800 meter
. Je begrijpt wel dat er secuur gepoetst werd voor we uit “De Bossen”
vertrokken.
Gelukkig was het meestal al schemerig.
|
|