INHOUD 
JAN BUSTER
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 


Los Obreros (de arbeiders)

Ja, zij kwamen naar ons land, zij kwamen met velen, rechtstreeks uit Andalusia. (Spreek uit: “andaloesia” met de nadruk op de laatste i ). Zij konden aan de slag gaan bij de NV Volt in Tilburg, een onderdeel van Philips Eindhoven die voor de ‘werving’ zorgde. Het waren allen jonge mannen, zo tussen 22 en 42 jaar, getrouwd en ongetrouwd. Personeelszaken van de NV Volt en Eindhoven verzorgden de gehele operatie.

De mannen, meer dan honderd, verbleven in Diessen en hadden hun eigen koks en tolken.  ‘s Morgens werden zij met bussen naar Tilburg gebracht en ‘s middags weer terug. De meesten kwamen nergens. Er moest geld verdiend worden en dat lukte bij de Volt Tilburg wel. In Andalusia was er toen geen werk. Vandaar.

De gangen van de Volt-gebouwen roken die eerste weken niet zo fris. Andalusia moet vergeven zijn geweest van de schapen. Toen het eerste jaar eindelijk om was, mochten zij naar huis voor een zeer verdiende vakantie. Ongetwijfeld waren zij afgeladen met geld en ook de personeelswinkel bij Volt was er goed mee. Er werd wat afgesjouwd met grote dozen .

Maar voordat het zover was kwam iemand opeens op een idee: “We moeten toch iets DOEN voor die mensen”. Zij waren al bijna een jaar in Nederland en tussendoor even naar huis gaan, eventueel vliegen, was er niet bij . En dan is een jaar lang. Iets doen dus, ja, dat vond men wel gepast en nodig. Voor de goede indruk, denk ik, en het sluimerend schuldgevoel.  En hoe luidde het idee?  “We laten die lui Amsterdam zien.”

En daar gingen ze dan met 4 of 5 autobussen vol Spanjaarden. Het zal een prettige dag zijn geweest met veel nieuwe indrukken. Maar wat niet lukte was op tijd vertrekken uit Amsterdam. Velen waren niet aanwezig op de afgesproken tijd en de begeleidende medewerkers moesten er op uit. Vooral De Wallen werden uitgekamd en ten lange leste konden de bussen starten om terug te keren naar het Zuiden, naar Diessen. Het was nog krap enkele weken voor de grote vakantie naar Spanje.

Enkele dagen na het bezoek aan Amsterdam ontstond er wat onrust onder de Spaanse werkers en de baas van de afdeling die goed Spaans sprak zei tegen mij: ”Wat er aan de hand is weet ik niet precies maar het is erg onrustig onder de Spanjaarden en er vragen er veel om een briefje voor de dokter.”

Volt Tilburg had een eigen geneeskundige dienst met fulltime een dokter en enkele gediplomeerde verpleegsters. De volgende morgen begroette de afdelingsbaas mij met een glimmend gezicht en de tranen liepen uit zijn ogen van het lachen. Hij wist de oorzaak van de onrust en het geloop naar de dokter .

Vele Spanjaarden hadden een geslachtsziekte opgelopen in Amsterdam, moesten door de nood gedwongen naar de dokter en kwamen zo terecht bij de geneeskundige dienst van Volt. Zij hadden in Amsterdam niet de duurste adressen gekozen en dat betekende in dit geval ‘goedkoop is duurkoop’.

Dat alles speelde zich af acht dagen voor hun vertrek naar het moederland en leek geen probleem  Ja ‘leek’, zeg dat wel. Opnieuw ontstond er gemor toen de lui ontdekten dat zij een doos met glazen ampullen meekregen voor een dokter in Spanje. Het was een kuur toentertijd en die moest worden afgemaakt .

De bedrijfsarts had het even moeilijk want hem werd door de Spanjaarden te verstaan  gegeven dat hij hier ter plekke alle injecties maar moest geven,  en  niks ampullen mee naar Spanje. De kwestie was duidelijk. De Spanjaarden vreesden de wraak van moeder, de echtgenote  en /of schoonmoeder, want de ampullen waren overal bekend.

Maar de dokter bezweek niet voor de dreigementen en smeekbeden en de lui gingen met hun doos naar Spanje.

Hoeveel mannen die doos uit de trein gekieperd hebben is niet bekend. De meeste obreros kwamen na een lange vakantie weer terug. Van degenen die niet terugkwamen, weten we niets.