|
Los
Obreros (de arbeiders) De
mannen, meer dan honderd, verbleven in Diessen en hadden hun eigen koks en
tolken. ‘s
Morgens werden zij met bussen naar Tilburg gebracht en ‘s middags weer
terug. De meesten kwamen nergens. Er moest geld verdiend worden en dat
lukte bij de Volt Tilburg wel. In Andalusia was er toen geen werk.
Vandaar. De
gangen van de Volt-gebouwen roken die eerste weken niet zo fris. Andalusia
moet vergeven zijn geweest van de schapen. Toen het eerste jaar eindelijk
om was, mochten zij naar huis voor een zeer verdiende vakantie.
Ongetwijfeld waren zij afgeladen met geld en ook de personeelswinkel bij
Volt was er goed mee. Er werd wat afgesjouwd met grote dozen . Maar
voordat het zover was kwam iemand opeens op een idee: “We moeten toch
iets DOEN voor die mensen”. Zij waren al bijna een jaar in Nederland en
tussendoor even naar huis gaan, eventueel vliegen, was er niet bij . En
dan is een jaar lang. Iets doen dus, ja, dat vond men wel gepast en nodig.
Voor de goede indruk, denk ik, en het sluimerend schuldgevoel.
En hoe luidde het idee?
“We laten die lui Amsterdam zien.” En
daar gingen ze dan met 4 of 5 autobussen vol Spanjaarden. Het zal een
prettige dag zijn geweest met veel nieuwe indrukken. Maar wat niet lukte
was op tijd vertrekken uit Amsterdam. Velen waren niet aanwezig op de
afgesproken tijd en de begeleidende medewerkers moesten er op uit. Vooral
De Wallen werden uitgekamd en ten lange leste konden de bussen starten om
terug te keren naar het Zuiden, naar Diessen. Het was nog krap enkele
weken voor de grote vakantie naar Spanje. Enkele
dagen na het bezoek aan Amsterdam ontstond er wat onrust onder de Spaanse
werkers en de baas van de afdeling die goed Spaans sprak zei tegen mij:
”Wat er aan de hand is weet ik niet precies maar het is erg onrustig
onder de Spanjaarden en er vragen er veel om een briefje voor de
dokter.” Volt
Tilburg had een eigen geneeskundige dienst met fulltime een dokter en
enkele gediplomeerde verpleegsters. De volgende morgen begroette de
afdelingsbaas mij met een glimmend gezicht en de tranen liepen uit zijn
ogen van het lachen. Hij wist de oorzaak van de onrust en het geloop naar
de dokter . Vele
Spanjaarden hadden een geslachtsziekte opgelopen in Amsterdam, moesten
door de nood gedwongen naar de dokter en kwamen zo terecht bij de
geneeskundige dienst van Volt. Zij hadden in Amsterdam niet de duurste
adressen gekozen en dat betekende in dit geval ‘goedkoop is duurkoop’. Dat
alles speelde zich af acht dagen voor hun vertrek naar het moederland en
leek geen probleem
Ja ‘leek’, zeg dat wel. Opnieuw ontstond er gemor toen de lui
ontdekten dat zij een doos met glazen ampullen meekregen voor een dokter
in Spanje. Het was een kuur toentertijd en die moest worden afgemaakt . De
bedrijfsarts had het even moeilijk want hem werd door de Spanjaarden te
verstaan
gegeven dat hij hier ter plekke alle injecties maar moest geven,
en
niks ampullen mee naar Spanje. De kwestie was duidelijk. De
Spanjaarden vreesden de wraak van moeder, de echtgenote
en /of schoonmoeder, want de ampullen waren overal bekend. Maar
de dokter bezweek niet voor de dreigementen en smeekbeden en de lui gingen
met hun doos naar Spanje. Hoeveel mannen die doos uit de trein gekieperd hebben is niet bekend. De meeste obreros kwamen na een lange vakantie weer terug. Van degenen die niet terugkwamen, weten we niets.
|