INHOUD 
GOEDE VRIJDAG
INHOUD 
JAN BUSTER
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
KUNST
FOTOGRAFIE
AUDIO

Print Pagina

 

 


Flitsen, hoe deed je dat ?

O, wat heb ik gezocht naar dat ene kleine fotootje waar ik opsta als tweejarige met twee ‘tantes’ Cor van Ierland en Therèse. Niet gevonden dus. Hier een andere foto, in 1929 gemaakt door mijn Pa (links), Christoffel Buster, een voor die dagen echte fotoamateur. Rechts van hem zit mijn moeder en daarnaast haar vriendin Miet van de Ven die zogenaamd de fles krijgt en daar weer naast tante Anna, een zus van moeder.
De foto is gemaakt met flitslicht. “Niets bijzonders “, zult u zeggen. Maar in die tijd wél, toen was dat een hele ceremonie. Het woord en het apparaat elektronenflits moesten nog worden uitgevonden en flitslampjes waren er ook nog niet.
Hoe ging dat dan wél? Dat ging met een open flits met magnesiumpoeder. Uiteraard moest het fototoestel op statief. Waarom? Omdat de sluiter moest worden opengezet. Je wist namelijk nooit precies wanneer de flits ontbrandde. Het ging als volgt. De slachtoffers werden in positie gebracht. Alle lampen in de kamer gingen uit, dan de sluiter van de camera, op statief, ‘open’.
Pa had van te voren magnesiumpoeder gestrooid op een metalen schaaltje dat vastzat aan een soort pistool dat je toen ook wel gebruikte om het gas aan te steken.
Door de trekker over te halen spatte er vonkjes tegen het uitgestrooide magnesiumpoeder dat op een gegeven moment met een doffe bons ontbrandde met een hoop hard blauwachtig licht. Vervolgens kon de sluiter weer dicht en het lamplicht aan.
Op dat ene helaas verdwenen fotootje sta ik met een huilgezicht. Waarschijnlijk was het zitten en wachten op de flits in het stikkedonker niet erg plezierig. En wat ook niet plezierig was: het magnesiumpoeder dat was ontbrand, verspreidde een scherpe geur én een heleboel kleine vlokjes die na de flits naar beneden dwarrelden. Door heel de kamer. Of je die weg moest vegen weet ik niet meer.
Geen wonder dat uit die tijd zo weinig flitsfoto’s te zien zijn.

De afgelopen tachtig jaar zijn we via allerlei soorten lampen, een hoop gedoe rond het juiste richtgetal en wat al niet meer geëvolueerd van de onbeholpen magnesium flits naar de ’high sophisticated’ digitale methode. De foto’s zijn er echter niet beter op geworden, zelfs al kunnen de befaamde ‘rode oogjes’ ook weggewerkt worden. Flitslicht is nu eenmaal het meest onnatuurlijke licht dat je kunt bedenken. En los daarvan: kleine jongetjes met hun tantes (goed) fotograferen is nog even lastig.