|
|
De
caissière
Als
wij dan ‘s avonds om 21.00 klaar waren op school, wilden we maar één
ding: ‘vermaak’. En het enige vermaak voor ons daar in het Eindhoven
van anno 1943 was de bioscoop. In de Vrijstraat geloof ik, daar lag ‘t
Rembrandttheater. Om 21.00 uur begon de laatste film en daar wilden we
naar toe als er een nieuwe film was.
Een handige jongen onder ons, dus niet ik, sprak met de caissière af dat
zij zes kaartjes voor ons zou bewaren. Zo gezegd, zo gedaan. We moesten
dan wel hard lopen, maar voor de film begon was er nog een boel reclame.
In ruil voor het bewaren van die kaartjes sprak onze zegsman af dat
we haar naar huis zouden brengen, want ‘s avonds alleen over straat, dat
deed ze niet graag.
Zo was alles goed geregeld en wij brachten de caissière naar huis. We
waren dus met zeven personen, de caissière en dan nog J. v.R. , J. de B.
, A. de N. ,
K. M. ,
D. N.
en ik,
J.B.
Het was vér naar ’t huis van die caissière, een leuk meidje trouwens.
En de eerste keer was er al geharrewar over de volgorde van het afscheid.
Het sprak vanzelf dat er afscheid genomen moest worden en niet met een
handje want dat was in Brabant toen nog geen gewoonte.
Ik had er niet veel over te zeggen maar ik was in ieder geval de laatste.
Een voordeel? Een nadeel? Dat is afhankelijk van je fantasie
Ik weet wel dat het wachten verdomd lang duurde, het was voorjaar
en erg koud.
En toen ik aan de beurt was, had het meisje niet veel belangstelling meer.
Ik eerlijk gezegd ook niet. Een afgelikte boterham, dat was ‘t.
Bovendien, hadden mijn voorgangers hun werk slecht gedaan. Of juist goed?
De volgend keer was ik gelukkig ziek.
|
|