INHOUD JACK FEENSTRA
CuBra HOME

 

Jack Feenstra

BIOGRAFIE 


Jack Feenstra werd op 13 augustus 1934 in Amsterdam geboren. Hij woont en werkt in Bergen op Zoom. Op zijn vijftiende jaar schreef hij zijn eerste  drie gedichten. Bijna zestien schreef Jack zijn eerste haiku, toen zijn vriendinnetje Sonja “het had uitgemaakt”: “Sonja heeft zich verhangen/nu heeft ze witte/in plaats van rode wangen”.

Jack heeft aanvankelijk niet veel om poëzie gegeven. Toch zijn er twee bundels van hem verschenen: Woorden fluisteren, (1957) en Onder vier seizoenen, (1986). De eerste bundel bevat veel kleine, zoete liefdesgedichten. Onder vier seizoenen is een volwassen bundel met thema’s als de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog: zoals het verraden worden van zijn ondergedoken vader aan de Duitse bezetters. Het tweede deel vertelt over de dood van zijn vrouw en andere verloren liefdes. Het laatste deel zijn “luchtige” teksten, waaronder een afscheidsgedicht en een gelegenheidsgedicht bij een geboorte. Memorie is een selectie eigen gedichten die door Jack zijn ingesproken op poëziecassette.

Op zijn vijftiende jaar schreef Jack de eenakter Zoek Zeus. De onderwijzer van de basisschool, die kinderboeken schreef en waar hij een goed contact mee onderhield, wilde niet geloven dat Jack het had geschreven en dat was het einde van een vriendschap. Jaren later vroeg de eigenares van hotel Aalborg, Amsterdam, waar Jack met zijn vriendin  woonde: ‘Uit welke boeken schrijf jij jou boeken nou eigenlijk over?’ Dat was vlak nadat zijn eerste roman, De blinde muur, was verschenen (1959, ook het geboortejaar van zijn zoon).

Voorjaar 1958 startte Jack Feenstra met de uitgave van twee literaire jongerenbladen; aan elkaar geniete kwartovellen: Wir-War en Dim-Dom. Met de teksten die Jack in die blaadjes onder verschillende pseudoniemen publiceerde, nam hij de dichters/schrijvers uit die tijd, “de vijftigers”, flink op de hak. Dat werd hem niet in dank afgenomen.

In 1959 begon Jack Feenstra als journalist human interest en lifestyle voor dag-, week- en maandbladen. Daarnaast was hij ook actief als scenarioschrijver en  copywriter.

Eind jaren zestig tot 1971 werkte Jack Feenstra als redacteur vakbladen Nautica, Computable,Frigotechnica en BTA, bij uitgeverij Diligentia. Daarnaast was hij freelance correspondent/redacteur financieel-economisch-nautisch nieuws bij De Lage Landen, uitgever van Accent.

Van eind 1971 tot 1974 werkte Jack als redacteur nieuwe toepassingen voor Leo Pennock, uitgever van de automatiseringgids. In dat tijdelijk dienstverband was Jack Feenstra medeoprichter van Holland International, een periodiek voor de reiswereld en Desk, maandblad voor secretaressen.

Over zijn traumatische ervaringen in de Tweede Wereldoorlog, van 10 mei 1940 tot 5 mei 1945, schreef Jack Feenstra drie romans Berlijn 43 (1984),  Moffenkoppen (1985), De adelaar (1994).

In 1980 verscheen van Jack Feenstra de in negenentwintig dagen geschreven roman Onderweg (370 blz.). Het verhaal speelt zich af in de jaren 1947 tot en met 1953.

In de jaren zestig publiceerde Jack Feenstra in verschillende trendy jeugdbladen zogenoemde taboedoorbrekende tekstjes, een soort gezegden zoals: “Een homo die zich niet wast, is een vieze vent, en, een vrouw bemannen is iets anders dan haar beminnen”.

In de zeventiger en tachtiger jaren schreef Jack Feenstra een aantal literaire romans met als thema de omgang tussen man en vrouw binnen het huwelijk, zoals: Een wildleder rokje (1979), Morgen zullen we praten (1981), Tot aan de dood (1982), Een tevreden vrouw (1987), De naderende vader (1987), De laatste oktober, de eerste november (1987) en De onmacht van Marie B. (1989). Deze laatste titel verscheen onder het pseudoniem Jacky Laurens.

Veel romans van Jack Feenstra bevatten ook filosofische beschouwingen. De woorden literair, psychologisch en filosofisch suggereren “moeilijk toegankelijke boeken”. Maar dat is in dit geval niet zo. Jack Feenstra schrijft zo beeldend, dat zijn boeken lezen alsof je naar een film kijkt. Hij heeft een “snelle schrijfstijl”, waarmee gezegd wil zijn, dat je de boeken van Jack in een rap tempo uitleest; mede dankzij het gebruik van eenvoudige woorden. Alle teksten van Jack zijn eenvoudig en toegankelijk.

Jack Feenstra schreef niet alleen serieuze boeken. Antien is de voorkant van de poster (1981) is een copy gimmick; een grappig verhaal maar met een ‘ernstige’ aanleiding. Antien werkte voor een modellenbureau. Jack Feenstra werkte in die tijd als copywriter maar bemoeide zich ook met castings: het beoordelen van modellen voor reclamefoto’s en sterspotjes. Zo leerde hij Antien kennen. Jack werd verliefd op haar. Helaas was Antien getrouwd en ze nam de huwelijksmoraal ouderwets serieus, al liet ze wel blijken dat ze Jack heel graag mocht. Nadat Jack definitief afstand van zijn verliefdheid had genomen, schreef hij het boekje Antien is de voorkant van de poster. Als poster was zij in beeld, omdat ze als geliefde onbereikbaar voor hem bleef.

In 1986 schreef Jack de roman Le Club, een humoristisch  gangsterverhaal, dat zich in Marseille afspeelt begin jaren zestig. In die periode leefde Jack een tijd in Marseille waar hij onder andere zijn geld verdiende als journalist en als copywriter.
Lulu (1988) is het vervolg op Le Club.

In 1978 schreef Jack het gedachtenspel Een hoogst serieuze suïcidepoging. In 1979 volgde er een tweede, herziene druk. In het boekje dwalen zijn gedachten over de noodzaak van het leven en de zin ervan. Jack Feenstra schreef dit boekje na de zelfmoord van zijn vrouw; een daad die hij maar moeizaam kon verwerken.

Daarna schreef Jack achter elkaar verschillende romans met als thema communicatie storingen tussen man en vrouw binnen een huwelijk.