Ingrid van den Bergh

Seizoenen


Winterschilder

 

Lichtendgrijs doek gedoopt in waterzon

berijpte wilg, witrazend gras, een vogelvlucht

 

kristallen lucht kraakt in mijn ogen en

schoorvoetjes testen de bevroren vijver

 

een ver gezoem op wielen bouwt aan

stilte die wordt gesmoord in dooiend donker water

waar kleuren in wegglijden als - wat later -

het blauw mijn winterschilderij verstoort.

 

 

januari 2005

 


 

Berk in de winter

 

Zijn voeten goed verankerd in de grond en

zonlicht op zijn witte bast

vraagt hij mij dichterbij

 

ik volg vertakte armen naar omhoog

tot aan het blauw

 

zijn voeten goed verankerd in de grond en

zonlicht op zijn witte bast

- mijn armen als vanzelf rondom hem heen.

 

 

januari 2005

 


 

Regen(b)oog

 

Ogen kijken

over het water heen

stralen achter de regenboog

tot een gedicht.

 

 

februari 2004

 


 

 

Zonder titel

 

Het wit van sneeuw

bevriest wat was

smelt - wat wordt - tot ongeboren blad

dat wacht op taal.

 

 

maart 2005

 


 

 

Voorjaarshaiku

 

 

witgele krokus

- langs vriesflinterdun water

breekt uit de aarde

*

 

zwarte zwemvogels

die koppeltjeduikelen

vissen naar eten

 

*

 

zilveren bootzeil

glijdt in spinakertempo

- omzoomd door rietkraag

 

*

 

heimwee naar winter

tart verlangen naar lente

prikkelt de neuzen.

 

 

maart 2004

 


 

Berk in de lente

 

Met lichtgroene sluiers

loeit de lente

dat het

dat alles

altijd weer opnieuw begint.

 

 

april 2005

 


 

De linde droomt

 

Op een achteloze woensdagnamiddag

geurt de linde kilometers lang

voor mij uit achter mij aan

als je niet oppast droomt ze je in slaap

 

 

juni 2005

 


 

 

Fata morgana -2-

 

Hij hoort haar niet komen

 

in haar ogen de zee

wangen als schelpen

 

ze spiegelt als lucht in haar zomerkleed

wuift met het duingras

trilt in zijn handen

lacht met het water vloeit uit zijn ogen

 

Hij hoort nog haar ruisen

zag haar niet gaan.

 

 

augustus 2003

 


 

 

Maar even

 

Zonlicht scheert over het weiland

halo boven messcherp dansend gras

 

pedalen zoeven langs rode pluim op doorschietend maïs 

 

rondom het water waar reigers reikhalzend landen op

eilandjes van gemaaid gras en gluren naar glibbervoedsel

 

snaterend silhouet tegen strakblauw beeldscherm

 

pedalen draaien sneller al maar sneller

vluchten, voor wat maar even, even...

 

sneller al maar sneller, tot zweet.

 

 

september 2005

 


 

Zonder titel

 

soms

wil de tijd

even worden vastgehouden

in de palm van je hand

 

 

december/januari 2002-‘03