INHOUD VAN BEUNINGEN
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL
KUNST
FOTOGRAFIE

Print deze Pagina

Guy van Beuningen (1911-1970)

DE OUDE, KATER PEER, EEN FIETS EN NOG VEEL MEER


Illustratie: Eppo Doeve

Brabant, o Brabant, wat heb ik veel van u geleerd! Deze uitroep klinkt een beetje sentimenteel; hij lijkt op een romantische ontboezeming die herinneringen oproept aan de rederijkerskamer. En toch is het niet zo bedoeld. Ik begrijp volkomen dat een Fries, een Groninger, een Geldersman of een Zeeuw opkomt voor de kultuur en het land van zijn provincie: dat doen we immers allemaal en we zouden het een soort regionalisme kunnen noemen. Maar zoiets is van geen belang. Mij zijn steeds de wijze woorden bijgebleven die ik een onbekende eens heb horen spreken: 'Resultaat is het enige dat er opaan komt.'

Maar nu wil ik ter zake komen, want door deze inleiding verder uit te spinnen, kom ik op een dwaalweg. Mijn onvergetelijke grootvader had een medewerker die in ieder opzicht een voortreffelijk man was. Hij hield diens boeken bij, hielp hem overal mee, stond altijd klaar en was iemand die voor alles en iedereen een oplossing wist. Hij heette de Oude en ik vond dat destijds niet alleen een prachtige, maar ook een heel geschikte

en zelfs een heel toepasselijke naam. In andere landen zou men zo iemand 'the Boss' of 'le Vieux' hebben genoemd en bij de verkenners zou hij 'Oubaas' hebben geheten. De Oude had vele kinderen die echter allemaal in de wereld op hun bestemming zijn gekomen. Toen de schare met nog een kind moest worden uitgebreid, ging mevrouw de Oude kort daarop naar een beter leven over. Haar ziel was 'afgerezen' zoals de Brabander zegt, maar de weduwnaar, die al niet zo jong meer was, bleef achter met het kind en met zijn kater, Peer.

De kater had zijn naam te danken aan het wonderlijke geluid dat hij voortbracht. Hij mauwde of miauwde niet, maar wat hij liet horen, hield het midden tussen 'peer' en 'pier'. Het was echter wel een kater zoals men er niet dikwijls een zag. Hij maakte lange amoureuze dwaaltochten en kwam maar enkele keren per jaar naar de boerderij. Bij zijn terugkomst zag hij er dan gewoonlijk min of meer gehavend uit. Maar hierover maken goede Brabanders zich geen zorgen; ze accepteren de dingen des levens met een vaak evangelisch geduld. In Brabant is de Kerk rijk aan martelaren en heiligen.

Maar ik vertelde u immers van Sjefke de Oude. Zoals te begrijpen was, woog de eenzaamheid hem algauw te zwaar. In de naaste omgeving van Sjefke's woning stond een kapitale boerderij met de zonderlinge naam 'de Bus'. Ik ben er nooit achter kunnen komen waarom die hofstede zo'n vreemde naam droeg. Ze werd bewoond door een struise vrouw en haar ongetrouwde broer. Sjefke liet zich aan die naam dan ook weinig gelegen liggen; hij had oog voor de stevige boerendochter, die echter niet zo jong meer was. Hij vroeg toestemming aan de landheer en na die verkregen te hebben, voerde hij Anna, die dertig jaar jonger was dan hij, naar het altaar. En alles eindigde tot ieders tevredenheid. En zoals in het sprookje, leefden ze nog lang en gelukkig, maar kinderen kregen ze niet.

Er woonde op een kleine boerderij een eenzame boerendochter. Haar ouders waren gestorven en ze was enig kind. Wat moet een meisje alleen op een boerenbedoening? Ze probeerde al het werk dat anders de boer doet, geheel alleen te doen, maar dat ging verkeerd. Het begon op de ark van Noë te lijken. Kippen, katten en varkens liepen overal door het huis rond. Het kon zo gewoon niet langer meer. Er kwam een handige boerenknecht, vol energie, die het beheer van haar over nam.

En Antje? Och arme, die had niet veel van de wereld gezien. Ze was een keer of wat ter bedevaart naar St. Michielsgestel geweest, naar Scherpenzeel en naar Ons Lieve Vrouwke van Den Bosch. De grootste reis die ze ooit had gemaakt, was een tocht naar de IJzeren Man in Vught.

De bazin kon het met haar knecht uitstekend vinden. En op een gedenkwaardige dag zei Antje tegen Bertus: 'Wat zou je denken van een nieuwe fiets?' Tja, wat moet je op zo'n vraag nu antwoorden? Hij mompelde zoiets van 'Och, wat zal ik ervan zeggen?' En toen zette Antje zich kordaat in postuur en zei: 'Nou, die kun je krijgen als je met me trouwt.' En dat gebeurde, hoe ongelooflijk het iedereen ook toescheen. Ze kregen twee kinderen. De oudste zoon sneuvelde tijdens de krijgsverrichtingen in 1940. Ook Antje is reeds lang ter ziele, maar Bertus werkt nog steeds op de boerderij.