INHOUD BERRY VAN OUDHEUSDEN
HOME
 BEELDENDE KUNST
FOTOGRAFIE
AUTEURS
SPECIAAL

 

Berry van Oudheusden

'Geweld.

 

Het dak is er al vanaf en nu zijn de muren aan de beurt. Een enorme stalen bol zwaait aan de ketting, en zelfs de hijskraan waar die bol aan hangt beweegt bij elke zwaai een stukje mee. Telkens als de bol de muur raakt klinkt er een doffe knal en waait er een grote stofwolk over de kraan.
Ik zit aan de overkant van de straat op het trottoir, met mijn schetsboek op mijn schoot. We hebben een opdracht van de tekenleraar van het Odulphus gekregen om een gebouw in de omgeving op papier te zetten. Ik hoefde niet lang over de keuze van mijn onderwerp na te denken want die kerk had altijd al iets …
Eigenlijk was ik elke keer blij als ik vanuit het ouderlijk huis in Tilburg-Noord via de Gasthuisring de knik naar links en meteen rechts langs de kerk had gemaakt, en alleen maar om dat ene verhaal. Mijn oma had namelijk ooit verteld dat er lang geleden een meisje was vermoord en dat haar lijk op de zolder van de kerk was gevonden. Ze had ook een prentje met een foto van het meisje maar ik kon het verhaal maar moeilijk geloven. Je wordt nu eenmaal niet in een kerk vermoord.
Maar toch, als ik er langs fietste en het regende of het was een beetje mistig, dan hoorde ik dat meisje roepen en huilen tegelijk, eenzaam als ze was, bang voor de grote schaduw die zich over haar heen boog.
Sinds enkele dagen waren ze begonnen om de kerk af te breken en op sommige plekken kon je er al dwars doorheen kijken. Het gaf wel een veilig gevoel dat er nu in elk geval niemand meer vermoord kon worden.
De bol zwaait van de kraan naar de muur en wederom klinkt er een doffe knal. Twee mannen met helmen kijken naar de plek waar ze waarschijnlijk een gat hadden verwacht, want deze muur geeft geen krimp. De teleurstelling is van hun gezichten af te lezen en ondertussen zet ik nog snel wat lijnen op het tekenvel.
Een week of wat later is de kerk verdwenen en de plek waar hij stond lijkt nu veel kleiner dan voor die tijd. Het is een stom veldje met zand waar na een paar dagen regen al een flinke waterplas is ontstaan. Een vrouw laat er haar hondje pissen op de plek waar misschien vroeger het altaar stond of een doodskist. Er vliegt een duif over, die zich een week eerder te pletter had gevlogen tegen het dak van de kerk.
Wat ik daarmee wil zeggen? Ik weet het ook niet. Misschien dat je, ondanks mijn ongelovigheid, een kerk niet mag afbreken. Dat doe je gewoon niet. Want tijdens die tekensessie dacht ik al, je kunt slopen wat je wilt, maar ik hoor het koor nog altijd zingen, het murmelen van de pastoor, het jawoord. Ik ruik de geur van wierook en proef de tranen van het verlies. Ik zie het water lopen over het hoofdje van de pasgeboren baby, mezelf als misdienaar, de kelk, het gebroken brood, het meisje en de schaduw…
En wat krijg je er voor terug? Een poepveldje, dat er jaren later nog zou liggen. Maar als ik uit Tilburg-Noord die knik naar links en rechts fietste was wel de angst verdwenen. Tja, dat gevoel had plaats gemaakt voor totaal iets anders: niks!