CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 2 januari 1957

 

 

De dag der Drie Wijzen

 

Tilburg houdt het oude volksgebruik in ere

 

 

De viering van het Driekoningenfeest is meer dan folklore geworden. In Tilburg heeft men er zich tegen de 6de januari op gespitst. Sinds jaren heeft de VVV Tilburg Vooruit zich hiervoor ingespannen. Toen rond dertig jaar geleden op driekoningendag het meer een bedel- en lalpartij dan 'n feest moest heten, hebben de toenmalige bestuurders van Tilburg Vooruit er zich voorgespannen en zij schoten dermate in de roos, dat sindsdien ieder jaar zo tussen licht en donker er veel driekoningenstelletjes met uitgeholde pronkappels, ingebrande sigarenkistjes of lampions door Tilburgs straten zwermen. Da's toch ieder jaar weer een imposante aanblik en 't doet ook oude harten goed, dat dan de jonge kinderharten sneller kloppen. Rechtgeaard Tilburger zijnde lacht men er eens om als weer de zoveelste komt aanbellen en ge met het licht ook de ouwerwetse dicht te genieten krijgt van:

     Op enen driekoningenavond,

     Op enen driekoningendag,

     Zat Maria Magdalena, Magdalena

     Op Ons Lief Heerkes graf.

     Gij Sterre, gij moogt er niet stille staan,

     Gij moet er met ons naar Betlehem gaan.

     Betlehem die schone stad,

     Waar Maria met Haar lief Kindeke zat.

Of dat andere van "Drie koningen geef mij een nieuwe hoed enz." Trouwens in Tilburg zijn er heel wat meer originele liedjes, die op dit festijn gezongen kunnen worden en daarom is het minder leuk als er een vals "Kerstjuweeltje" onder schuilt. Da's nergens voor nodig.

De grote officiële "optocht", die hier de laatste jaren ingang gevonden heeft, is voor de ouderen. Maar men moet respect hebben voor de ondernemers van zulke bonte pracht, vol statie en gratie. Die plechtige driekoningenstoet met echte paarden, echte kamelen, echte schapen en musicerende en dansende Kajotters door vele straten der stad naar de Kerststal op het Heuvelplein is een mooi, devoot besluit van dit feest op de dag, dat de Kerk het geheim van Jezus' leven viert.

 

Een uitroepteken

't Is een feest als een uitroepteken! In de officiële boeken der Kerk draagt het de titel "Epiphania", dit is Verschijning of Openbaring, omdat de mensgeworden God zich aan de eerstgeroepenen der heidenen geopenbaard heeft, namelijk bij de aanbidding van het Goddelijk Kind door Oosterse Wijzen.

Wat hebben de Drie Koningen ook de Kunst geïnspireerd. Ik weet niet, of het er nog is, doch ge moet dat altaarbeeld uit de St. Michaëlskapel van de Keulse dom gezien hebben, een werk van Stephan Lochner, bekend schilder uit de Keulse school, voorstellende de aanbidding der koningen, om te beseffen dat de grootheid van dit moment de ware artist gegrepen heeft om alles wat aan weelde en rijkdom saam te brengen was, voor de voeten van dit Kind en Moedermaagd ten toon te spreiden. Wat 'n weelde.

Wat beeldde Rubens de Hemelkoningin uit als 'n vorstin in houding, gestalte en kleding. Zij is trots, dat zij Haar Kind ter aanbidding kan toereiken. Hoe moederlijk teer laat Zij op dit tableau Jezus' vingertjes de schedel van de geknielde koning strelen. Albrecht Dürer (1471-1528) legt al evenzeer zijn eigen stempel op de voorstelling van dit gebeuren. Maar neem het eerste het beste geschiedenisboek der kunst in handen en tal van driekoningenschilderijen zult ge er in gereproduceerd vinden. Onze R.K. Leeszaal kan u hierbij van dienst zijn.

't Is niet te verwonderen, dat 'n feestdag, waarover zoveel gesproken, geschreven, geschilderd en gebeeldhouwd werd, al vanaf de eerste eeuwen der christenheid tot allerhande volksgebruiken aanleiding gaf. In verschillende landen werd op deze dag eertijds een koning gekozen. Aalmoezen werden onder de armen uitgedeeld. Een bisschoppelijk handvest van 1311, toegeschreven aan Robertus van Amiens, spreekt al van de Koningskoek, als volgt: "een koek van allerfijnste bloem, die uit een gelijke hoeveelheid boter, meel en verse eieren gebakken werd". Oude kronieken willen, dat de armen en ook de misdienaars "in wie God verborgen leeft", koninklijk rijk bedeeld zouden worden.

Dat "sterzingen", in onze stad van ouds bekend, leeft in Zuid-Nederland en België nog stevig. In de 19de eeuw trekken de misdienaars van Weert met ster en lantaarn 's avonds rond. Daarbij hielden zij hun koorkleed aan waarbij toepasselijke liedjes gezongen werden. Natuurlijk hoorde er ook de proviandkorf bij.

Over dat "sterrezingen" hoorde men in Hoogstraten vroeger (en misschien nog wel) volgend:

 

     Het lied van alle dagen

     Den zondag, den zondag,

     Dan is 't de dag des Heren,

     Dan schieten we ons schoon hemdeken aan

     En al ons beste kleren.

 

     Wij gaan met de ster,

     Onder ons drijen, onder ons drijen,

     Wij gaan met de ster van al zo ver.

 

     Den maandag, den maandag,

     Dan lopen de boerinnen

     Met de korven op den kop,

     Nog erger als zottinnen.

 

     Wij gaan met de ster enz.

 

     Den dinsdag, den dinsdag,

     Dan is het vastenavond,

     Dan lopen we als zotten op de straat

     En dansen daar al gapend.

 

     Wij gaan met de ster enz.

 

     Den woensdag, den woensdag,

     Dan gaan wij om een kruisken,

     En is mijnheer pastoor niet thuis,

     Dan gaan wij naar den keuster. (of: Dan gaan we naar 't geneverhuis.)

 

     Wij gaan met de ster enz.

 

     Den donderdag, den donderdag,

     Dan trekken de klokken naar Rome,

     Dan wachten wij met ongeduld,

     Totdat ze wederkomen.

 

     Wij gaan met de ster enz.

 

     Den vrijdag, den vrijdag,

     Dan is 't de dag der boete,

     Dan eten wij smout en appelspijs,

     Dan heet men dan de goede!

 

     Wij gaan met de ster enz.

 

     Den zaterdag, den zaterdag,

     Dan keren weer de klokken,

     Die brengen dan veel eikens mee

     En dalen ze in ons blokken.

 

     Wij gaan met de ster enz.

 

Volksgebruiken

In sommige streken leeft nog het gebruik van "kaarsje springen". Vroeger in heel Noordelijk Nederland, nu o.a. nog te Huissen en Breda. Wil men het goed doen, dan moeten de "koningskaarsen" er zijn met drie armen, waarvan de middelste zwart geverfd is en Melckert (Melchior) heet. Daarover en er omheen werd gedanst en gezongen:

     Kaarsjes, kaarsjes, drie aan een,

     Springen wij er over heen.

     Al wie daar niet over kan,

     Die en weet er nou niet van.

Is de huiselijke viering van dit feest niet in de meeste gezinnen zo goed als vergeten? Jammer, hè. Want met het vergeten van de sterreliedjes, de koek met de boon, de driekoningenzangers, de huiszegening met het pas gewijde driekoningenwater, het kaarske springen, het gezellige gezinsfeest met glanzende geknipte kronen, verzilverd en verguld, krentenbrood en tulband als buitenkerkelijke viering, missen we wat onze Moeder de Heilige Kerk ons feestelijk schenken wil. Zij geeft immers drie feestmotieven aan. Vanavond in de vespers zegt zij het duidelijk: "Heden voerde een ster de Wijzen tot de Kribbe; heden is water in wijn veranderd op het bruiloftsfeest te Kana; heden wilde Christus in de Jordaan door Joannes gedoopt worden. Alleluja!" Deze drie blijde geheimen hebben ieder in het gezinsfeest hun weerklank gevonden. 't Ligt aan ons, als er niets van over blijft.