CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - dinsdag 24 december 1929

 

 

Van vroeger dagen 146: Vrijheidsstreven 2

 

Vertelden we vorig maal, dat te Tilburg, "het Versailles van Brabant", op 6 Juni 1795 de afgevaardigden uit alle steden en kwartieren vergaderd waren en zich door de Provisioneele Representanten van Bataafsch-Brabant constitueerden, dit wil niet gezegd zijn, dat daarmede de zaak "in 't reine was". Wel is dit het heldhaftig begin der definitieve vrijwording van dit gewest geweest, doch er is nog een onverpoosden strijd, die eerbied afdwingt, gestreden voor vrijheid en recht. "En de strijders, het moge eenvoudige katholieken of heftige Voltairianen geweest zijn, men moge ze demagogen of goede vaderlanders noemen, zij mogen gedweept hebben met - of gegruwd van - Rousseau en Helvetius, wij mogen lachen om de dolle geëxalteerde taal die zij dikwerf hebben uitgekraamd, zeker is het, dat de meeste, pal staande op het voetstuk eener onwrikbare overtuiging, met verschillende inzichten machtig hebben gestreefd naar eenzelfde doel en den strijd tegen wederinvoering der vroegere dwingelandij hebben gestreden met een geestdrift, in onze geschiedenis ongeëvenaard." (1).

Een duizelingwekkende snelle opeenvolging van groote gebeurtenissen in gansch nieuwe toestanden geplaatst, doorleefde Staats-Brabant. Nog vóór de zitting te Tilburg was opgeheven kreeg men kennis van de beruchte publicatie van 8 Juni 1795 der Staten-Generaal der Bataafsche Republiek, waarbij deze verklaarden dat de "Generaliteitslanden van nu af weder in onzen boezem zijn teruggekeerd"; dat de ingezetenen dezer landen "wel mede een deel zullen uitmaken" der toekomstige Nationale Conventie, doch dat zij die voorlopig wenschten te besturen "op den ouden voet en naar hetzelfde richtsnoer" als vóór den oorlog (2).

Dat was een wreede slag in 't aangezicht der vurige bevrijders. Opnieuw ontbrandde de strijd. Bij het bekend worden dezer publicatie welke nog wel "met alle mogelijke plechtigheid door het luiden en spelen der klokken of op andere convenabele wijze" in de Generaliteit moest afgekondigd worden, stak een storm van verontwaardiging in Bataafsch-Brabant op. Als antwoord op de publicatie vaardigden de Provisioneele Representanten van Bataafsch-Brabant vanuit Tilburg een Manifest uit aan het Bataafsche Volk, waarin zij aan hunne verbolgenheid lucht gaven (3). Alsof men zich om geen Staten-Generaal bekommerde, ging men op 11 Juni toch tot aanstelling van vertegenwoordigers over, al was men er van overtuigd, dat van zitting nemen in 's lands vergaderzaal nu geen sprake meer kon zijn. In de verbolgenheid richtte men weer clubs en vaderlandsche sociëteiten op. Toen er geruchten liepen over het doen afscheuren door een escorte Fransche dragonders van de aangebrachte publicaties, dreigde een waar volksoproer: men besloot zich te wapenen tot handhaving zijner rechten.

De op 11 Juni 1795 uit de Provisioneele Representanten te Tilburg gekozen commissie had niet stil gezeten en het was haar gelukt met gecommitteerden der Staten-Generaal in onderhandeling te treden. Frenken zegt, dat zij 11 Juni 1795 te 's-Bosch tot een overeenkomst kwamen. De geweldige tegenstand die Brabant bood, de tusschenkomst van den Franschen generaal Sauviac en wellicht nog meer het dreigement, dat de Brabanters een beroep zouden doen op de Nationale Conventie te Parijs, als de onderhandelingen geen goed gevolg zouden hebben, zullen wel van invloed geweest zijn op de besprekingen. Daarbij werd in hoofdzaak vastgesteld, dat Bataafsch-Brabant niet langer meer als wingewest maar als een zuster-provincie zou behandeld worden; dat het tot aan de bijeenkomst der Nationale Conventie in Den Haag op 31 December 1795 zoude bestuurd worden door 27 Provisioneele Representanten te kiezen door de Municipaliteiten; dat er zijn zoude vrijheid van godsdienst; en dat na 31 December 1795 - wat er ook van de Nationale Conventie komen mocht - Bataafsch-Brabant even zelfstandig zou zijn als de overige provinciën des Lands.

Deze overeenkomst, die den naam kreeg van "Concept-Plan", werd nu door de Provisioneele Representanten van Bataafsch-Brabant aan de goedkeuring van het Brabantsche volk onderworpen bij een geestdriftig schrijven eindigend met de woorden: "Ja, Medeburgers, ja, Broeders, gij zult onze oneindige moeitens met uwe goedkeuring bekroonen, daar wij u mogen toeroepen: Bataafsch-Brabant is verlost! Bataafsch-Brabant zal vrij en gelukkig zijn!"

Dat men nog niet aan 't eind van de miserie was, heeft de tijd wel bitter doen ervaren. Veel bewogen dagen zouden voor Europa nog volgen.

 

(Wordt vervolgd)

 

A.J.A.C. VAN DELFT

Tilburg, December 1929

 

 

1. Zie: Noordbrabantsche Almanak - 1891 - A. Sassen;

2. "Helmond in het Verleden" II - door A.M. Frenken Pr.;

3. Zie Hezemans blz. 485.