CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - vrijdag 18 oktober 1929

 

 

'n Kijkje in Philipsstad 3

 

Boven gekomen is de eerste indruk: wat een ruimte! wat een orde en regelmaat! wat (enkele regels tekst in de krant weggevallen), en gezien de groote massa menschen, die hier ingespannen en tot groote productie aangezetten arbeid verricht. Maar zeker valt het op, dat heldere licht in zoo'n enorme werkruimte. Reinheid, die in zoo menige kleiner werkplaats ver te zoeken is.

Hier wordt het massa-artikel voor den export vervaardigd. In de hoogte loopt met een onfeilbare zekerheid en regelmaat een band zonder eind door magazijn en werklokaal, waaraan vele bakken en tafeltjes hangen, die al maar door de verschillende onderdeeltjes, welke de arbeiders te verwerken krijgen, aanvoeren. Er gaat een lichtje aan, verschillende zijn er naast elkaar van onderscheiden kleur, en het is 't stille teeken, dat er iets gedaan moet worden. Talloos staan de werktafeltjes in lange rijen achter elkaar, waar nijvere meisjeshanden sterk verdeelden arbeid verrichten, die aaneengerijd u straks aan 't eind het complete Philipstoestel zal toonen. In deze zelfde ruimte kunt ge dan de tonen uit den ether opvangen, en ge kunt er luisteren naar wat een meesterzanger in een ander werelddeel aan reine klanken zijn publiek biedt. Over den langen band zonder eind, 'n "trottoir roulande", die tusschen twee rijen werktafeltjes regelmatig heen schuift, is het leege kastje welvoorzien van elk deeltje-op-de-juiste-plaats die rappe handen gepasseerd en wordt zuiver afgestemd ter verzending afgeleverd.

Natuurlijk laat ons het menschelijk gelaat en zijn handelingen niet onverschillig: we zoeken naar die dofste eentonigheid, doch vinden haar niet. Wel zien we een glundere meisjessnoet met een paar glinsterende oogen, die je maar ampertjes antwoord geeft op een vraag, omdat het werk wacht en... wat zij verlet zal straks in haar loonzakje ontbreken. Hoe vlotter en vlugger zij werkt, des te meer zal er overblijven voor een strikje en een flikje, voor een hoedje en een veertje.

Als men zegt dat de mannen in zoo'n afdeling met meer geslotenheid en stugheid voort arbeiden, omdat "het nu eenmaal moet", dan kunnen we daarin meegaan. Want we verhelen het niet, zoo'n werk zal lang niet elk karakter voegen; wij zelf hopen er althans nimmer toe verplicht te worden. Maar daarnaast mag men evenmin uit 't oog verliezen, dat er juist een groot aantal naturen is, dat zich nergens beter op z'n plaats voegt dan daar, waar de afgepaste arbeid zonder veel "kopbrekens" en "gezeur" dag in dag uit zich in eindelooze regelmaat herhalen kan. Hun verlangens reiken dan eenmaal niet verder, gelukkig voor die karakters.

Bij dien ommegang schoot me ook dat straatliedje over 't fabrieksmeisje in de gedachten:

     Tot verzet en tot ontspanning

     Ziet het kind den ganschen dag

     Niets dan ruwe, dikke muren,

     Ruiten, waar men nooit doorzag.

     Voorts dat steeds vervelend draaien,

     Slaan van riemen, rad en wiel;

     Neen, geen wonder dat reeds menig

     Tenger meisje hier in stuipen viel.

Dat kan dan toch niet bij Philips geweest zijn, want daar is 't al maar glas en ijzer, geen hooge dikke muren. Neem van die verdieping uit de apparatenfabriek terloops vanuit een der vensters toch zeker het schitterend panorama mee, dat zich voor uw oog daar ontrolt. 't Is hier juist alles frisch en ruim, elke persoon heeft zijn taakverdeeling op een plaatje voor zich staan, zoodat hij zonder noodeloos gevraag kan weten, wat hem of haar te doen staat.

 

Willen we nu nog eens naar een afdeeling gaan, waar de mensch inderdaad slechts de moderne machinehandlanger is? Goed, maar ge zult dan wel met mij erkennen, dat het menschelijk vernuft ontstellend ver kan gaan. Ge zult er zien machines, die u den uitroep ontlokken: "Wel dat is een onderdeel van den mechanischen mensch!" Dat mechanisme heeft zelfs dit op den met ziel en zinnen geschapene voor, dat het nimmer moe wordt, dat het werkt met de regelmaat van een klok, maar... God lof, toch nog steeds de menschelijke controle en verzorging van noode heeft.

Hier zijt ge in de lampenfabricage verzeild geraakt. Die machines vervangen de menschenhand: zij grijpen en plaatsen en pakken en plakken, dat het 'n lust om te zien is. De bedienende hand eischt hier rappe vaardigheid maar het lichaam wordt gelukkig niet afgebeuld. Toch is het geen machinaal gedoe door die hand, want wel degelijk eischt de machine opletten en paraat zijn. Die lachende meisjesgezichten - lachend omdat we onze bewondering niet kunnen onderdrukken - hernemen weer direct hun oplettenden plooi, wijl anders de regelmaat verbroken zou worden. Want gewerkt moet er worden, daar dwingt de machine toe. Ook de productielijst zou met angstige zekerheid het spijbelen verklikken en de baas staat voor zijn taak; zijn afdeeling mag niet tot de minste behooren. Zeker en voortdurend tracht men de productie op te voeren instee van ze te zien verminderen. Daar komt weer wel zoo'n sociale factor om het hoekje loeren, merk je wel? Maar we boomen daar maar liever niet op door! Daar zullen anderen wel aandacht aan schenken.

We zijn gekomen om te kijken en de oogen vergasten zich nu al reeds een heele dag. Moe van het kijken, oververzadigd door de velerlei en verrassende indrukken, zal de thee ons aanstonds wel smaken. Philips ontvangt zijn gasten goed, dat hebben we reeds aanhoudend ondervonden. Maar we kunnen dat geraffineerd technisch gedoe nog maar niet verlaten. Dat massaal machinale heeft ons gebiologeerd, wat zijn er toch veel menschen in beweging. Tel ze niet, 't zal stokken. Waarom denken we nu eensklaps aan die leelijke woorden "moderne loonslavernij"? Omdat zwijgzaam die velen maar voortgaan in een modern bedrijf? 't Loon is hier stellig een groote factor. Velen zijn slaven van loon, van geld, dat is een onweersprekelijk feit. Doch is dat alleen in deze werkplaatsen? Waar speelt "das Geld keine Rolle"?

"Hier worden circa zeventig millioen lampen per jaar vervaardigd", klinkt het nog in m'n hersens na, als we weer in een geheel andere omgeving beland zijn. Hier wentelen sinistere wielen en slaan de zware hamers. Een oorverdoovend geraas werkt angstaanjagend; hier zou ik het niet kunnen uithouden. Maar alweer heeft de machtige techniek ons reeds te pakken en we luisteren aandachtig toe: dat is het hameren van de wolfraamstaven. Uit het wolfraampoeder wordt de wolfraamdraad gehamerd en getrokken. De wolfraamdraad, zooals deze voor gloeidraad gebruikt wordt, heeft een dikte van circa 0,01 mm - één honderdste millimeter, begrijpt ge wat dat zeggen wil? En nu wordt in de wolfraamdraadtrekkerij per dag ruim vierhonderd kilometer draad getrokken.

Met mij hebt ge nu woorden gehoord, doch de begrippen zijn nog vaag om niet te zeggen: nul. Ga daarom mee daar ginds naar die vuurspuwende monstermuilen. Laaiend slaan de vlammen uit. 't Is al komen gloeiende tongen lekken om de reeds roodgloeiende staven. Hier begint de tocht van het wolfraammetaal om na een lange rij van bewerkingen, die tot telkens fijner instrumentarium voeren, tusschen twee diamanten door te flitsen en afgekoeld het zoo dunne lampedraadje te leveren. 't Is alles gasbuisjes, gasvlammetjes, electrische draden en draadjes, wat men ziet. Een chaotisch samenstel lijkt het en toch past het allemaal precies. 't Zal wel noodig zijn, anders bleef het zo niet.

Vroeger werd de kooldraadlamp toegepast, die nu al volkomen verouderd wordt beschouwd. Thans past men overal de metaaldraadlamp toe met een specifiek Wattverbruik van circa 1 Watt per kaars tegen 3,5 Watt van de kooldraadlamp. Als later type wordt de gasgevulde lamp vervaardigd met gespiraliseerden gloeidraad in plaats van den langen gewikkelden draad. De ballon wordt met gas gevuld, waardoor de temperatuur van den gloeidraad veel hooger kan zijn. Als resultaat krijgt men grootere lichtsterkte, terwijl deze lamp spaarzamer in gebruik zou zijn. De gasvulling verhindert het snelle verdampen van den wolfraamdraad, dus het snelle doorbranden. Dan hooren we ook nog van de gasgevulde lamp met melkglazen ballon, de Argentalamp genoemd, bekend om haar fraai defuus licht. Ook praten we nog over het belangrijke controleeren der lampen na de fabricage. Doch al die technische dingen beklijven in geen arbeidsbemiddelaarsbol al stelt hij er nog zooveel belang in.

Zijn aandacht wordt sterker geboeid, als hij hoort van het psycho-technisch onderzoek van dr. Prak en zijn staf op al het nieuw aan te nemen personeel toegepast. Bij de sterke uitbreiding van het Philipsbedrijf (verdubbeling tot twee en twintig duizend personen in anderhalf jaar tijd) dient aan de personeelkeuze bijzondere eischen gesteld te worden. Naast de medische keuring treedt hierbij het psycho-technisch onderzoek op den voorgrond als een der hulpmiddelen bij een deugdelijke personeelsselectie. Hoe geringer verloop van personeel, hoe korter leertijd om aan bepaalde werkzaamheden aan te passen, des te geringer uitval, des te geringer slijtage en des te hooger stijgt de gemiddelde arbeidsprestatie. Zoowel voor werkgever als werknemer is het van het hoogste belang dat een werkkring gevonden wordt, die in overeenstemming is met aanleg en capaciteit; men zegt dat in dit laboratorium speciale tekortkomingen en talenten direct in het volle licht treden. Als dat waar is, dan is 't een weldaad, dat Philips zoo'n instituut aan zijn inrichting verbond. De kansen op voldoening in het werk en op een goed loon zullen dan gunstiger staan voor den werknemer, de begaafden zullen vlotter promotiekans hebben; mislukking en teleurstelling zullen er over de geheele lijn minder door zijn. 't Komt alle partijen ten goede. Wat we daar zagen, leent zich niet voor een beknopte weergave. Eerlijk gezegd, waren we blij na een vluchtigen blik in de teekenzalen geworpen te hebben weer een versnapering aangeboden te zien.

De tocht door de woningcomplexen van mooie middenstands- en arbeiderswoningen met voor- en achtertuintjes, met winkels van de Philipscoöperatie, was een ontspannende rit al hebben we gelukkig al de 1354 arbeiderswoningen, 4 boerderijen, 141 groote en 165 kleinere beambtenwoningen, in totaal 1664 huizen, niet behoeven te passeeren, die thans in het bezit zijn van de N.V. Philips Gloeilampenfabrieken. Weet ge dat nog 1800 huizen in aanbouw zijn?

Van het Philips-De Jong-Ontspanningsfonds hebben we ons rustig laten vertellen, toen na afloop van dezen leerrijken dag een gezellig samenzijn het wachten op den trein kortte. Voor den zooveelsten maal verbaasden we ons dien dag toen terloops de mededeeling kwam, dat de eigen Polikliniek vrije geneeskundige hulp geeft aan circa 31.000 personen; per dag ongeveer tweehonderd vijftig tot driehonderd (?) man. In het hoofdkantoorgebouw werken thans twaalfhonderd man. Het Philips Postkantoor werkt met zeventig man personeel. Per maand worden ongeveer 175.000 brieven verzonden en ongeveer 500 postzakken. De eigen automatische telefooncentrale heeft 1430 nummers; er worden per dag rond 35 duizend telefoongesprekken gevoerd. Al deze cijfers duiden op de voornaamheid van dezen tak der Nederlandsche industrie, die naar alle werelddeelen den naam van ons land door Philips doet dragen. Dan denken we nog niet aan de ongeziene verbindingen, die dank Philips' radio door 't luchtruim tot stand gebracht zijn en nog dagelijks, ja ieder oogenblik worden.

Onze tijd wordt getypeerd door te zeggen, dat wij altijd denken, zoodra onze geest niet door arbeid gebonden is, aan wat ons straks of morgen wacht: wij kennen geen rust. Met Philips is dat al in heel sterke mate. Vraag u niet af, of dit blijvend is. Van stilliggen is geen sprake; klaar zijn kent men er niet; 't is in opbouw of bouwt verder uit. Die sjouwende jacht is niet tot de Philipsfabrieken beperkt gebleven. Zij heeft zich door heel Eindhoven voortgezet. Aan allen kant bouwt en sjouwt en breekt en graaft men. In 't station vangt het aan waar men provisorische schotten plaatste om den zuigenden trek van den werkerstroom 's morgens en 's avonds te keeren en te leiden. De deuren konden den zwerm niet voldoende doorlaat geven en dus moest men deuren bijbreken. Op de straten zet het voort, waar riolen en goten en buizen het gaan bemoeilijken. Doch 't moet: men kan geen beteren toestand scheppen zonder de verbetering te bewerken. De nieuwe straatgedeelten geven te zien, dat ook daar de nieuwe tijdgeest z'n behoeften wist te bevredigen. 't Gaat "op z'n Philips" voort in deze Philipsstad, waar vertier en verkeer allerwege de landelijke rust van het stadje Eindhoven-van-voor-kort met zijn vijfduizend zielen heeft verdrongen. De enkele geboren Eindhovenaren van voorheen zijn verdrongen door den vloed van vreemde krachten en machten, die deze plaats met onweerstaanbaar elan naar voren schuift tot aan de spits der zuidelijke provinciën.

Hartelijk, gentlemanlike, was het afscheid van den Philipsgeleider. Hij heeft weten te bewerken dat een gezelschap mannen, die zich voor de arbeidsmarkt zoo verdienstelijk mogelijk trachten te maken, in één dag veel gezien heeft, dat voor het bedrijfsleven benut kan worden en dat z'n nawerking stellig niet zal missen.

 

A.J.A.C. VAN DELFT

Tilburg, October 1929