CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - vrijdag 30 augustus 1929

 

 

Van vroeger dagen 130: Van het Textielonderwijs

 

Nadat in de vergadering van 29 December 1877 besloten was een gemeentelijke weefschool op te richten en in de raadsvergadering van 11 Mei 1878 de directeur der Crefeldsche weefschool, Carl Pesch, als eerste directeur de leiding over de Tilburgsche school kreeg, waar meer - zoo niet uitsluitend - de wollenstoffen behandeld moesten worden in plaats van het zijdeweven, waarin Pesch uitmuntte, heeft dit onderwijs zich aanvankelijk moeitevol gehandhaafd. Naar Duitsch oordeel moeten de resultaten echter goed geweest zijn, want anders had het groote Tijdschrift voor de Wollen-Industrie, het Duitsche "Wollen Gewerbe", zich bij gelegenheid der internationale, koloniale en uitvoerhandel tentoonstelling te Amsterdam in 1883, waarheen een inzending onzer school gegaan was, zich niet volgenderwijs geuit: "In het vertrek der Tilburgsche Lakententoonstelling heeft ook de Tilburgsche Weefschool een zeer rijke keuze van handteekeningen, patronen, schetsen en stalen uitgestald. Het onderwijs is niet beperkt tot de genre van de plaats zelve, maar breidt zich uit tot de kunstweverij. Alle uitgestalde voorwerpen, waaronder ook de cursusboeken, door de leerlingen beschreven en uitgewerkt, getuigen van een ernstigen geest, die in de school heerscht, en van een uitmuntend onderwijs."

Pesch is echter reeds 1 October 1884 afgetreden als directeur en pas bij raadsbesluit van 26 October 1885 is de heer Ludwig Miessen uit Eupen als tweede directeur benoemd, die deze functie zeven en twintig jaar zou blijven bekleeden, om opgevolgd te worden door den tegenwoordigen functionaris A.J. Handels. (In het "Gedenkboek" dezer school gaven we een ander meer nauwkeurig weer.)

Tijdens Miessen is in 1893 door wijlen Rudolf Diepen, het latere Eerste Kamerlid, het portret van Koning Willem III geweven, zooals dit nog in de Textielschool te zien is. In 1895 werd door de leerlingen geweven een portret van H.M. Koningin Wilhelmina, dat tegelijkertijd met een portret van H.M. de Koningin-Regentes aan Hare Majesteit bij gelegenheid van een bezoek aan Tilburg werd aangeboden. De portretten waren in vergulde lijsten gevat en op vergulde standaards geplaatst. Einde van dat jaar bezocht ook de Commissaris der Koningin de school; enkele dagen later werd namens directeur en leerlingen Z.Ex. als souvenir ook een geweven portret der Koningin aangeboden met aan de onderzijde de namen der leerlingen geweven. Wijlen Commissaris Baron A. van Voorst tot Voorst noemde in zijn dankschrijven van 16 Dec. '95 "het een geluk, dat te Tilburg die school werd opgericht". Op 29 April 1908 is dit bezoek herhaald. In 1897 was de Tilburgsche weefschool op de Tentoonstelling voor Provinciale Nijverheid te 's-Bosch vertegenwoordigd door een weefstoel, waarop eene afbeelding van de Bossche Kathedraal, die door de leerlingen van de avondschool geweven werd. Zulke werkstukken zijn bewijzen voor kennis en kunde van den leeraar.

Op 1 October 1904 had het feest der plechtige opening van de Ambachtsschool en de nieuw ingerichte weefschool plaats, toen deze beide onderwijsinrichtingen onder beheer gekomen waren der tegenwoordige "Vereeniging Ambachts- en Industrieschool voor Tilburg en Omstreken".

Wie het Gedenkboek der Tilburgsche Textielschool aandachtig gelezen heeft, zal daarin ook de stichting der weefschool te Goor in 1833 gevonden hebben. Dat vakonderwijs noodzakelijk was, bleek uit het groote succes dier onderwijsinstelling, welke door den invloed van den Engelschman Ainsworth en de Directie der Nederl. Handel Maatschappij tot stand gekomen is. Zij beschouwden dit als een sociaal probleem der eerste orde en wilden er de sociale nadeelen, welke destijds vooral in Engeland het fabriekssysteem bleken aan te kleven, door vermijden. Het succes dier school uitte zich niet enkel door het groot aantal wevers, zoowel in als buiten Twente, dat zich bij haar ter onderricht aanmeldde, maar ook in de oprichting binnen een jaar van niet minder dan vijftien succursales of inrichtingen, die althans onder de controle der Goorsche werkzaam waren, nl. te Borculo, Denekamp, Delden, Diepenheim, Enter, Haaksbergen, Hengelo, Holten, Kampen, Losser, Neede, Oldenzaal, Rijssen, Vollenhoven en Westervlier. Die ruime invloedsfeer zette zich verder buiten Overijssel voort met het gevolg, dat vroeger jaren slechts 'n opleiding dáár volledig genoemd werd. Dat nog tegenwoordig door enkelen een meerwaardigheidsstempel op scholen buiten Tilburg gedrukt wordt, is ons erachtens onverdiend.

De Tilburger herinnert zich nog wel de schitterend geslaagde "Tentoonstelling Stad Tilburg 1909". Hier was niet de Ambachtsschool doch wel de Textielschool vertegenwoordigd. Het werd wenschelijk geacht eens een flinke reclame te maken, waarvoor medewerking verkregen was van den Bond van Tilburgsche Fabrikanten van Wollen Stoffen. Het tentoonstellingscomité stond gratis een ruimte van 5 bij 10 meter af en daar werd geëxposeerd een weefstoel, die bij het onderwijs in gebruik was en waarop voor die gelegenheid een herinneringsdoek geweven is, waarvan de teekening ontworpen was door den heer F.H. Jacobs, leeraar der Ambachtsschool. Verder vond men er de theorieboeken, die in de weefschool door de leerlingen vervaardigd zijn en de werktuigen en andere hulpmiddelen, die aan de cursussen voor scheikunde en werktuigkunde gebezigd werden. Directeur Miessen had er veel werk van gemaakt, waarvoor het Bestuur hem dan ook een bewijs van erkentelijkheid schonk. Van het op de Tentoonstelling geweven herinneringsdoek zijn later presentexemplaren in lijst aangeboden aan Z.K.H. den Prins der Nederlanden, aan den Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid, A.S. Talma, den Commissaris der Koningin, den heer Inspecteur van het M.O. belast met het toezicht op de Ambachtsscholen, H.J. de Groot, en aan enkele autoriteiten in de stad, die meer of minder rechtstreeks met de school en de wollenstoffenindustrie in verband stonden.

Trouwens steeds is de Textielschool zooveel mogelijk met haar tijd meegegaan en heeft bijzondere gebeurtenissen in haar stiel doen weerspiegelen, zooals bijv. bewijst het weefstuk, waarop het H. Hart werd weergegeven, dat in 1921 vervaardigd is bij de onthulling van het monument, dat toen in onze bij uitstek roomsche stad uit de giften der bevolking in al haar geledingen is opgericht. Moge tenslotte de Textielschool deze traditie getrouw blijven.

 

A.J.A.C. VAN DELFT