CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 23 juni 1928

 

 

Van vroeger dagen 88: Kinderarbeid-enquêtes 3

 

Na de dorre opsomming der vorige artikelen volgen hierna meer variabele gegevens uit het plaatselijk onderzoek van 1864-1865.

Omtrent de stoffelijke toestand der Tilburgsche fabrieksbevolking valt het volgende mede te deelen.

- Vele fabrieksarbeiders, vooral wevers, houden een varken, en hebben van boeren, gedurende een jaar, een stukje aardappelland in gebruik, dat zij, ten zijnen dienste, voor het volgende jaar moeten bemesten. Dit schijnt echter alleen in de buitenwijken der gemeente plaats te vinden, doch niet te gelden voor de arbeiders die in de kom der gemeente wonen.

- Er is weinig toevloed van vreemd arbeidsvolk (waarschijnlijk ook tengevolge der weinige verdiensten).

- De verandering van handenarbeid in machinalen arbeid dagteekent van 1832.

- In eene, ook overigens zeer goed ingerichte fabriek was de vollerij luchtig en zonder kwade reuk. Die in het nat moesten werken, hadden gelegenheid van broeken te verwisselen. In deze fabriek waren, ten einde ongelukken te voorkomen, de drijfriemen ten deele door houten kokers ingevat en nergens met gespen aan elkander gehecht, wat in de meeste fabrieken wel het geval is.

- Een, voor zijne jaren zeer kleine doch gezond uitziende jongen van 14 jaren, verklaarde dagelijks, als hij aan het werk is, spek te eten, op vastendagen visch, Zondags soep met vleesch.

- De te huis werkende ouders, veelal wevers, laten ook hunne kinderen aan huis werken. Zij die op de fabriek werken, nemen hunne kinderen mede om zich daar door hen te laten helpen. Het schijnt dat inderdaad het loon der kinderen voor de dagelijksche behoeften der ouders noodig is, zoodat zelfs de behoorlijke voeding eerst begint, wanneer de kinderen op de fabriek komen.

- De haarspinners werken, gelijk de wevers, meestal aan huis.

- Er is geene bedeeling voor fabrieksarbeiders, ook geene spaarbank. Maar er zijn ziekenbussen en begrafenisfondsen.

 

Zet hier bijv. eens tegenover wat van Maastricht getuigd werd, waar ergerlijke kinderexploitatie heerschte. Daar heette het:

- De prijs der arbeiderswoningen is in de laatste tijd gestegen.

- Een industrieel deelt mede, dat de huishuur voor ééne kamer f 60,- à f 80,- bedraagt.

- Van de bank van leening wordt veel gebruik gemaakt.

- Het aantal bedeelden is toegenomen met de uitbreiding der fabriek van den heer Regout.

- Het stedelijk armbestuur beschikt over een inkomen van f 80.000.

- Er is een algemeen gemeentelijk ziekenfonds.

- De handwerkslui hebben ziekenfondsen, doch alleen voor hoofden van gezinnen.

- Het werkvolk van den heer Regout ontvangt, volgens zijn verklaring, gratis de hulp van doctor en apotheker.

- Vleesch wordt in den regel gegeten; ten minste des Zondags.

- Spek en aardappelen zijn de algemeene voeding. (Dit wordt bepaald van de behangselmakers getuigd.)

- Karnemelk wordt niet gebruikt.

- Zieke arbeiders komen terstond ten laste der armenkas, daar zij bij de apothekers geen crediet kunnen krijgen.

- De heer Regout verklaarde, dat door sommige fabrikanten voor hunne arbeiders spaarbanken zijn opgericht.

 

- Te Tilburg verschilde de werktijd naar gelang den aard der fabrieken. In een paar fabrieken werd gezegd, dat de regelmatige dagarbeid was 14 à 15 uren.

- Bij groote drukte schijnt ook door kinderen wel eens overgewerkt te worden. Somwijlen wordt dan maanden lang des nachts door volwassenen en niet-volwassenen doorgewerkt.

- In het algemeen blijven de kinderen even lang aan het werk als de volwassenen, somwijlen tot 10 à 11 uren des nachts.

- Gelijk in andere Noordbrabantsche gemeenten wordt door de geestelijkheid belet, dat kinderen vóór het doen hunner eerste communie op de fabriek komen. Zij beginnen in den regel eerst te werken op of tegen hun 12de jaar. Dit slaat natuurlijk niet op de kinderen die aan huis werken.

- Het loon werd in het algemeen opgegeven voor den volwassen fabrieksarbeider f 1,- per dag te bedragen. Veldarbeiders maakten f 0,30 à f 0,40 met den kost. Volgens anderen met den kost f 0,35 tot f 0,50. Metselaars en timmerlieden maakten gemiddeld f 0,80 tot f 0,90 per dag.

- In een groote fabriek werd opgegeven, dat voor volwassenen het loon bedroeg van f 3,50 tot f 6,- per week. De stoker kreeg f 6,- weekloon. Kinderen maken 2,5 cent per uur. Dit klimt later tot 5,5 à 6 cent.

- Meisjes ontvangen veelal 3 centen per uur. Haspelaars 5,5 à 6 centen.

- Het misbruik dat, in plaats van in geld, het loon betaald wordt in bons voor winkelwaren, werd door sommigen beweerd nog niet geheel te hebben opgehouden. Dit schijnt echter meer te geschieden door de ambachtsbazen dan door de fabrikanten.

- Sommige meesterknechts houden winkel.

- In eene fabriek bestond voor de arbeiders een ziekenfonds, waarvoor zij 5 centen per week lieten staan.

- In de buitenwijken werd de huishuur opgegeven te zijn pl.m. f 18,- per jaar. In de kom der gemeente zijn de huren hooger. Een meesterknecht uit een groote fabriek verwoonde f 50,- huur, bij dit huisje waren 10 roeden tuingrond.

- Dooreen genomen schijnt de gezondheidstoestand niet slecht te wezen. Vele fabrieksarbeiders wonen tamelijk ver buiten de kom der gemeente en moeten zich dagelijks een paar malen in de vrije lucht bewegen.

- De onder de fabrieksarbeiders meest voorkomende ziekten werden door een geneesheer aan de slechte uitwatering in sommige deelen der gemeente toegeschreven.

- In eene aanzienlijke fabriek, waar de luchtverversching zeer gebrekkig was, werd over veelvuldige ongesteldheden geklaagd.

- Een man van 43 jaren, sinds 10 jaren in de wasscherij der fabriek werkzaam, was gezond.

- Insgelijks genooten eene goede gezondheid een man van 66 jaren, gedurende 54 jaren werkzaam; eene vrouw van 33 jaren, werkzaam gedurende 18 jaren; een man van 73, gedurende 57 jaren; een van 76, gedurende 50 jaren; een van 42, gedurende 30 jaren; eene vrouw van 76 jaren, gedurende 50 jaren werkzaam. Een man van 57 jaren, die 35 jaren en een van 64 jaren, die 53 jaren lang in de vollerij, in het nat, hadden gewerkt, waren eveneens gezond. De laatste verklaarde steeds eene goede voeding te hebben.

- De nopsters in een laag en bedompt vertrek arbeidende, hadden een fletsch en ongezond voorkomen.

- Phthisis komt veel voor. Ook nog al eens koorts, maar tusschenpoozende koorts zelden gelijk ook typhus.

- Bij de haarspinners komt veel asthma voor.

- Een fabrikant verzekerde, dat het aantal ongesteldheden in zijne fabriek zeer verminderd was, nadat hij als regel had gesteld de zieke arbeiders voor zijn rekening te laten behandelen, doch ze, na hun herstel, niet weder op de fabriek te nemen.

- In deze fabriek was een drooglokaal, waar de warmte 80 graden Fahr. bedroeg. Des avonds, zeide de fabrikant, was het er warmer. De enkele personen, die hier van tijd tot tijd bezig waren, bleven er niet langer dan een half uur en hadden dan een half uur om te bekoelen.

 

(Slot volgt)

 

A.J.A.C. VAN DELFT