CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 14 mei 1927

 

 

Van vroeger dagen 73: De optocht van 'n Volksfeest in 1798

 

Na de deputatie van schoolmeesters uit het vorige opstel volgde:

- Een Banierdraagster, op welker Banier men leest: "Zij moedigt alle Konstenaars en Handwerkslieden aan, en wil de bloei van alle inlandsche Fabrieken en Trafieken, Koophandel, Zeevaart en Visscherijen, en daar door van ambagten, neringen en hanteeringen bevorderen. Art. 51 Burgerlijke en Staatkundige Grondregels."

- Agter dezelve volgen verscheide Konstenaars, Handwerkers en Kooplieden, inzonderheid die tot de Laken-Fabriek behooren als een Wever met een Schietspoel, een Droogscheerder met een Schaar, een Rietmaaker enz.

- Een Banierdraagster, op welker Banier men leest: "De Maatschappij, bedoelende in alles de welvaart van haare leeden, verschaft arbeid aan den nijveren, onderstand aan den onvermogenden. Art. 47 Burgerlijke en Staatkundige Grondregels."

- Deeze wordt gevolgd door eenige Arme en Oude Lieden met hunne kinderen.

- Een Banierdraagster, op welker Banier men leest: "Over elke gemeente is een gemeentebestuur, Art. 190 Titul. 5."

- Hier volgen de leden van het gemeentebestuur, voorafgegaan door hunne Gerechtsbodens.

- Een Banierdraagster, op welker Banier men leest: "Iedere burger heeft het recht om met zijn medeburgeren te vergaderen ter onderlinge verlichting, en ter naauwer verbintenis aan de staatsregeling. Art. 18 Burgerlijke en Staatkundige Grondregels."

- Hier volgen de leden der Vaderlandsche Societeit of Constitutioneel Gezelschap.

- Een Banierdraagster, op welker Banier men leest: "Er zullen nationale feesten worden vastgesteld, om de Bataafsche omwenteling en andere merkwaardige gebeurtenissen jaarlijks te hernieuwen; voorts om de broederschap onder de burgers aan te kweeken, en hen aan de staatsregeling, aan de wetten, aan het vaderland en de vrijheid te verbinden. Art. 63 Burgerlijke en Staatkundige Grondregels."

- Gevolgd door een Stadhoudersgezinde met een Oranjecocarde versierd.

- Een Foederalist, dragende zeven Pijlen; een aristocraat, dragende een Rol, waarop een Geslachtsboom met Quartieren, en een Regeringsloosheids-gezinde, in een woeste houding, hebbende een dolk in de eene hand en een verscheurd Wetboek in de andere.

- Een Banierdraagster, op welker Banier men leest: "Welke zorg zij ook dragen om zich te vermommen, men bedriegt er zich nooit in, van welken kant dat men beschouwt; een paar groote ezels-ooren ontdekken altijd haren Midas, Erasmus Lof en Zotheid."

- Zij leidt agter zich aan een keeten een Man verbeeldende de Domheid, hij heeft een vergulden Zotskap met Ezels-ooren op, een Afgodsbeeld in de eene en een Juk in de andere hand.

- Een detachement gewapende Burgers om de Trein te sluiten.

 

Op den Heuvel gekomen zijnde, formeeren de Burgers te Paard een kring om de hoogte die aldaar gemaakt is, en om den grooten Lindeboom. De trein halt houdende, treedt de Vrijheid van haaren Triumphwagen, twee der kinderen draagen haaren Sleep. Zij plaatst zich op het midden der gemaakte hoogte.

 

De negen Mannen, verbeeldende de Negen Gewesten, treeden mede op de hoogte, en buigen voor de Vrijheid, en maken uit de bijzondere Steenen, die zij draagen, een Voetstuk, waarop men leest: "De een en ondeelbare Bataafsche Republiek", na alvorens de Wapens der Provinciën aan haare voeten te hebben nedergelegd. De kinderen tot het gevolg der Vrijheid behoorende, brengen intusschen een Altaar en plaatsen dat voor het Voetstuk; de Vrijheid zet zich op hetzelve, de Kinderen plaatsen zich agter haar. De Negen Mannen verbranden de Wapens der Negen Gewesten op het Altaar der Vrijheid, buigen andermaal en treeden af. De Muziekanten plaatsen zich aan den Voet van de gemaakte hoogte.

 

De vier Batavieren treeden op de hoogte, buigen als vooren, een hunner biedt de Rol der Staatsregeling de Vrijheid aan, zij wenkt hem, waarop hij in een eerbiedige houding op het Voetstuk klimt en haar eerbiedig de Rol aanbiedt, zij kust dezelve, heft die ten hemel, en plaatst haar op het Voetstuk, aan haar regterzijde, leggende de hand op dezelve, de vier Batavieren plaatsen zich rondom het Voetstuk, waarop de Vrijheid geplaatst is. Hierop doet zich Veldmuziek hooren, worden Vaderlandsche Liederen gezongen, en het geweer gelost.

 

De agt Jongelingen klimmen hand aan hand op de hoogte voor het Altaar der Vrijheid, welke zij omringen, zij offeren reukwerk, de Vrijheid treedt van haar voetstuk af, de Jongelingen buigen, de Vrijheid omhelst dezelve, twee kinderen brengen een guirlande met bloemen aan, waarmede de Vrijheid hun alle aan elkander strengelt. Het muziek doet zich hooren, de Jongelingen treeden af, en plaatsen zich aan den voet der gemaakte hoogte.

 

De zeven Jongvrouwen klimmen op de hoogte, buigen zich, ieder hunner reikt de Vrijheid de hand, zij plaatsen zich rondom 't altaar.

 

De Jongvrouw, verbeeldende de Godsdienst, treedt op de hoogte, haare en alle de volgende Banierdraagsters blijven aan den voet der gemaakte hoogte staan, scharen zich in een rei aan de trappen van dezelve. Zij leidt de Leden der Bijzondere Godsdienstige Secten tot voor het Altaar, de Deugd en Verlichting nemen hun bij de hand en leiden hun tot voor het voetstuk der Vrijheid, zij geven elkanderen de Broederhand en buigen zich, de Vrijheid groet hun vriendelijk, zij offeren op het Altaar, en begeven zich aan den voet van de gemaakte verhooging. Het Muziek doet zig hooren.

 

Eenige der Landbouwers treeden op de hoogte, de Overvloed en Vrede geleiden hun als vooren.

 

De Man in 't zwart, gevolgd door eenige schoolmeesters treeden op, de Deugd en Verlichting geleiden hen als vooren.

 

De Konstenaars treeden op, de Overvloed en Vrede geleiden hun als vooren.

 

De Armen treeden op, de Deugd en Overvloed geleiden hun als de voorgaande, daarna bieden dezelve hun Brooden aan, die door de Kinderen, tot het gevolg der Vrijheid behoorende, worden aangebracht, en doen hun uit een Drinkschaal drinken, zij plaatsen zig als de voorgaande.

 

De Leden van het Gemeentebestuur treeden op en worden door de Geregtigheid en Sterkte geleid als voor.

 

Eenige leden der Gewapende Burgermagt treeden op, zij worden door de Sterkte en door de Faam geleid als voor.

 

De Leden der Vaderlandsche Societeit of Constitutioneel Gezelschap treeden op en worden door de Deugd en Verlichting geleid als vooren. Doch blijven eenige hunner aan 't Altaar der Vrijheid staan, tot dat de Stadhoudersgezinde, Foederalist, Aristocraat en Regeeringsloosheids-gezinde optreeden, de Verlichting wijst die op haare Zusters en brengt hun voor het beeld der Vrijheid, zij knielen en Offeren hunne bijzondere Attribuuts en Leuzen, de Leden der Societeit bieden hun de Broederhand, zij treeden te zamen af.

 

De Domheid gekeetend, wordt door de Sterkte en de Verlichting geleid, de Vrijheid wendt het aangezigt van hem af, doch de Verlichting opent haare rol en wijst haar in dezelve, hij werpt zijne Attribuuts af, offert die op het Altaar der Vrijheid, de Vrijheid groet hem, hij wordt ontboeid, buigt en treedt af. Het muziek doet zig hooren, en er worden Vaderlandsche liederen gezongen.

 

De Vrijheid wenkt de Faam en geeft aan haar de Speer en Hoed over, wijzende naar de grooten Lindeboom die agter haar staat, ten teeken, dat zij die daar op wil geplaatst hebben. De Faam reikt dezelve over aan eenige Ambagtslieden om die op den Top van den Lindeboom te plaatsen, intusschen doet de Drossaard A. van der Willigen eene aanspraak, welke hierna is volgende, rondom op den Lindeboom worden de Tropheeën gezet, waarmede de Triumphwagen vercierd was, namentlijk:

- Voor de Landbouw, Koophandel en Fabrieken de bijzondere Attribuuts daartoe behoorende, onder dezelve leest men: "Ter bevordering van de Landbouw en Koophandel zorgt het vertegenwoordigend lichaam, dat zodanige rivieren, vaarten en doorsnijdingen gemaakt worden als zullen dienen om de woeste gronden ten voordeele der republiek te bereiden."

- Voor de Gewapende Burgermagt de bijzondere Attribuuts daartoe behoorende, onder dezelve leest men: "Iedere Bataafsche Burger is verpligt ter verdediging zijner vrijheid en onafhankelijkheid, de wapenen te draagen, en zig op de rol van wapen voerende burgeren te doen inschrijven. Art. 44 Burgerlijke en Staatkundige Grondregels."

- Voor de Wet en de Regeering de bijzondere Attribuuts daartoe behoorende, onder dezelve leest men: "Alle de pligten van den mensch hebben hunnen grondslag in deze heilige wet, doet aan een ander niet, hetgeen gij niet wenscht dat aan U geschiede."

- Voor 't Publiek Onderwijs, Konsten en Wetenschappen de bijzondere Attribuuts daartoe behoorende, onder dezelve leest men: "De vertegenwoordigende magt maakt zodanige inrigtingen, waar door het nationaal character ten goede gewijzigd, en de goede zeden bevorderd worden. Art. 61 der Burgerlijke en Staatkundige Grondregels."

 

Tusschen de Tropheeën worden vier Schilden geplaatst.

- Op de eerste leest men: "Het oogmerk der maatschappelijke vereeniging is beveiliging van persoon, leven, eer en goederen en beschaaving en zeeden. Art. Algemeene Beginselen."

- Op de tweede leest men: "Alle leden der maatschappij hebben zonder onderscheiding van geboorte, bezitting, stand of rang, eene gelijke aanspraak op derzelver voordeelen. Art. 3 der Algemeene Beginselen."

- Op de derde: "Ieder burger is volkomen vrij, aan te beschikken over zijne goederen, inkomsten en de vruchten van zijn vernuft en arbeid, en voorts om alles te doen wat de rechten van een ander niet schendt. Art. 4 Algemeene Regels."

- Op de vierde: "De Bataafsche republiek is een en ondeelbaar. Art. 1 Tit. 1."

 

Dit gedaan zijnde, laat zich het Muziek hooren, er worden drie salvo's door de gewapende burgers gedaan. En marcheert de Trein in dezelfde orde langs de Steenweg tot voor 't Raadhuis, uitgenomen de negen Mannen, welke de negen Provinciën verbeeld hebben, en de Banierdraagster der Domheid, deeze verschijnen niet meer in den trein.

Voor het Raadhuis gekomen zijnde, geeft een der vier Batavieren, welke de Rol der Constitutie dragen, dezelve aan de President der Municipaliteit over, met deze woorden: "Het Bataafsche volk geeft dit heiligst pand zijner aangenomen grondstellingen van 't maatschappelijk verdrag ter bewaring over. Vt. Slot der Burgerlijke en Staatkundige Grondregels."

De President beantwoordt dit door een gepaste aanspraak. Des avonds wordt de Vrijheidsboom geïllumineerd, de Vaderlandsche Societeit voor een ieder open gezet, en daarna publiek Bal gegeven.

 

(Wordt vervolgd)

 

A.J.A.C. VAN DELFT