CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 10 oktober 1925

 

 

Van vroeger dagen 60: Tilburgsche schilders 3

 

Gerardus van Spaendonck was de zoon van Johannes Antonius van Spaendonck en Theresia Couwenbergh en werd geboren te Tilburg, den 22 Maart 1746.

Immerzeel zegt: Deze beroemde bloemschilder werd uit een gegoede burgerlijke familie op 22 Mrt. 1746 te Tilburg geboren. Reeds vroeg werkte de kunstzin in zijnen geest en waren teekenpen en penseel zijn geliefdste speelgoed. Het deed hem leed te Tilburg geen kleuren naar zijn smaak te kunnen vinden. Van een voerman vernomende hebbende, dat men te Antwerpen zeer schoone verven konde bekomen, gaf hij een dukaat, dien hij als nieuwjaarsgift ontvangen had, aan den voerman mede, om te Antwerpen van die kleuren voor hem te koopen. Aan z'n verlangen werd voldaan, en met de verf ontving hij het grootste gedeelte van z'n geld terug.

Zijne ouders, zijn vurige geneigdheid en bijzonderen aanleg voor de kunst ziende, plaatsten hem te Antwerpen bij een meubelschilder voor zes jaren lang, tegen een jaarlijksch leergeld van f 300.-. Zijn spoedig rijpend talent bracht zijn meester in 't volvoeren der hem opgedragen werkzaamheden geen gering voordeel. Geen wonder ook, dat toen de zes leerjaren om waren, hem f 300.- 's jaars aangeboden werden als hij bij zijn meester blijven wilde. Dit aanbod werd afgewezen. Om dezen tijd werden in het kamp bij Breda groote toebereidselen gemaakt tot een feest ter eere van prins Willem V. Van Spaendonck begaf zich derwaarts en werkte er mede aan de decoratiën. Van het daaraan verdiende geld bekostigde hij de reis naar Parijs, die hij ondernam in gezelschap van een anderen meubelschilder uit Berchem, met wien hij bevriend was.

De proeven van zijn reeds volkomen ontwikkeld talent bezorgden hem spoedig vermaardheid. Een edelman, Lavalette genaamd, die zelf 'n kunstoefenend liefhebber was, nam hem als vriend bij zich. Acht jaren lang genoot hij deze zeldzame edelmoedigheid, des zomers op een prachtig buitenverblijf, des winters op het Louvre, waar men ten zijnen dienst op het plat van dat gebouw aarde deed aanbrengen voor het kweeken van bloemen. Na het overlijden van dezen edelman, aan wien Van Spaendonck zoo groote verplichting had, sprak hij altijd met aandoening van zijn weldadigen vriend en bewaarde met eerbiedige zorg verscheidene voorwerpen, die hem bijzonder dierbaar waren, waaronder behoorden 's mans portret ten voeten uit en de schildersezel, dien hij gebruikt had.

Van Spaendonck schilderde een menigte planten en bloemen voor den kruidtuin. In 1801 bestond de aldaar voorhanden verzameling uit eenige duizenden bladen van 't keurigst perkament, allen door kundige meesters geschilderd. Voor elk zoo'n blad werd honderd francs betaald. Dien prijs ontving Van Spaendonck voor het geringste takje van een plant of bloem. Hij leefde vele jaren in de achtenswaardige familie van den oppertuinman. Men wil, dat Van Spaendonck met de Fransche omwenteling aanmerkelijke verliezen geleden had. Vervolgens vond hij eenige tegemoetkoming in zijne benoeming tot Professor in de iconografie, bij den Plantentuin, met een jaarwedde van 6000 frs. en andere voordeelen, waaronder ook vrije huisvesting in een prachtige woning, dezelfde die vroeger door Buffon bewoond werd. Later (6 Dec. 1795) werd hij lid van het Nationaal Instituut en ook nog van het Legioen van Eer. Als professor gaf hij des zomers drie maanden openbaar les in de zaal der bibliotheek van den kruidtuin. Dan werd met zwart krijt of sapverw geteekend naar de schoonste modellen. Zijne leerlingen bestonden meerendeels uit jonge dames van den hoogen stand.

In vele voorname Galerijen en kabinetten van Europa treft men heerlijke bloem- en vruchtstukken van dezen verdienstelijken meester aan. Ook vindt men van hem schoone fruitteekeningen in crayon. Verder is bekend zijn in cahiers van 4 platen uitgegeven prentwerk getiteld: Fleurs dessinées d'apres nature; recueil utile aux amateurs, aux jeunes artistes, aux élèves des écoles centrales et aux dessinateurs de manufactures. Hij is te Parijs den 11 Mei 1822 overleden. Zijn portret wordt gevonden in de 4e livraison van het lithografisch portretwerk, getiteld: Portrets des artistes modernes.

Den 5en April 1822 had hij een schildercursus geopend, maar reeds vier dagen later werd hij genoodzaakt dien te onderbreken, tengevolge van een ziekte, die hem eensklaps aangreep en in den nacht van den 11en der opvolgende maand van het jaar XI der Fransche Republiek ten grave sleepte. Een treffende lijkrede werd uitgesproken door den heer Cuvier, in naam der professoren van het museum van natuurlijke historie en eene door den heer Quatrieme de Quincy, vast-aangesteld secretaris van de academie van schoone kunsten. "De waardige en niet genoeg te betreuren kunstbroeder," riep de heer Q. de Quincy uit, "wien wij een laatst vaarwel toeroepen, was, zooals gij weet, een dier veroveringen op een naburig land, waarop de Fransche kunst sinds geruimen tijd groot ging, op een land waar de natuur een bijzondere school had in het leven geroepen van eene soort van schilderkunst, die zoo innig verbonden is met de kennis en de studie van het plantenrijk. De werken van den heer C. van Spaendonck wiens naam immer zal worden genoemd, na dien van den grooten Van Huysen, hebben de grens aangewezen, welke de schilderkunst der bloemen nooit zal kunnen overschrijden."

De meeste der bovengemelde bijzonderheden zijn te danken aan de welwillendheid van den Tilburgschen kunstschilder J.A. Knip, die gedurende zeven jaren dagelijks op een vriendschappelijken en vertrouwelijken voet met G. van Spaendonck te Parijs verkeerd heeft.

 

In de losse Schetsen, welke Edmond Meelis indertijd over Tilburg's Verleden het licht deed zien, lezen we over dezen schilder o.m. dat "de Fransche museums en

kunstkabinetten met een menigte van zijn meesterwerken versierd en verrijkt zijn". Het is ons aangenaam te weten, dat een familie hier ter stede nog een paar "Van Spaendonckjes" bezit.

 

Cornelis van Spaendonck. Deze was een broeder van den schilder G. van Spaendonck en werd 7 Dec. 1756 te Tilburg geboren. Zijn besliste neiging tot de kunst deed zijn betrekkingen besluiten hem reeds vroegtijdig de gelegenheid te verschaffen zich daarin op een doelmatige wijze te oefenen. Zijn eerste opleiding ontving hij te Antwerpen. Vervolgens genoot hij het onderwijs van den heer Herreijns, welke op dien tijd te Mechelen woonde en aan 't hoofd stond der aldaar door hem opgerichte Kunstacademie. Na onder dezen bekwamen leermeester zijn studiën eenigen tijd te hebben voortgezet, vertrok hij naar Parijs, alwaar zijn oudere broeder Gerardus gevestigd was, wiens kunstvak hij mede ter beoefening koos. Hij slaagde daarin naar wensch en werd weldra in het schilderen van bloemen en vruchten zoo bedreven, dat hij vele kunstwerken op een roemrijke wijze verrichtte voor de vermaarde porseleinfabriek te Sèvres. In de door Laudon uitgegeven Salons vindt men dikwijls kabinetstukjes van dezen meester onder het tentoongestelde met lof vermeld. Op de vroegere exposities te Amsterdam heeft men gelegenheid gehad zijn verdienstelijk schilderwerk te beschouwen. Hij stierf in Januari 1840 te Parijs.

 

A.J.A.C. VAN DELFT