Klaas de Graaff

 

Je houdt het met Levie

 

Misdaad: moord

Jaar: 1879

Topografie: Breda, Den Bosch

 
INHOUD DE GRAAFF MOORDZAKEN IN BRABANT

CUBRA HOME


© 2019 Klaas de Graaff & Stichting Cultureel Brabant


 

 

 

Je houdt het met Levie

Martinus van Olphen, een slager uit Breda was ziekelijk jaloers op zijn vrouw Petronella Krijnen, met wie hij al twaalf jaar getrouwd was. Er hingen donkere wolken boven het huwelijk, want - waar of niet waar - hij verweet haar een verhouding te hebben met ene Levie. Zij ontkende dat stellig, maar volgens hem sloop zijn rivaal dikwijls rond hun huis en had de minnaar ’s nachts wel eens op het raam geklopt en, ‘vrouw, vrouw’ gefluisterd.

Op de ochtend van de fatale 17 augustus 1879 gebeurde het aan de ontbijttafel met de vier kinderen erbij. Tinus zag er betrokken uit. Petronella voelde de bui al hangen. “Je bent niet op je gemak vandaag, hè?”, waarna hij in woede uitbarstte, een mes op de tafel greep en haar blindelings in haar been stak. Zij strompelde vervolgens naar achter, kwam weer al bloedend terug en zei dat ze naar de dokter zou gaan. Vlak daarop zakte zij bewusteloos in elkaar. Hierop schrok Martinus zo heftig dat hij het mes weer pakte en dat vervolgens in zijn eigen buik stak. De wond zal niet ernstig genoeg geweest zijn, want Tinus ging verdwaald over wat hij gedaan had naar zijn zwager Van Son.

Een getuige die rond die tijd langs het huis was gekomen had veel geschreeuw gehoord en vervolgens de vrouw horen krijsen “Jezus Christus, Tinus, wat doe je nou?”

De te hulp geroepen politie zag de bewusteloze vrouw nog op bed liggen in aanwezigheid van dokter Bijns en buurvrouw Wolters. Maar die konden de gewonde vrouw niet helpen. Het steekwapen had een lichaamsslagader geraakt, waarna de vrouw aan een inwendige verbloeding ging overlijden.

Een andere getuige wist te verklaren dat Petronella een week eerder haar huilend had toevertrouwd dat Tinus haar had verweten dat ze zich afgaf met jood Levie. “Ik durf het onware hiervan te allen tijde te bezweren”, had zij eraan toegevoegd. 

Het provinciaal hof had hem voor die laffe daad veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf, voor die tijd geen hoge straf. Wellicht hadden de rechters de gemoedstoestand van de moordenaar meegewogen.

Honderd jaar later zou een psychiatrisch onderzoek hem verminderd toerekeningsvatbaar verklaard hebben. Op 5 september 1886 stond hij weer als vrij man op straat.

Van Olphen