De gemeente Tilburg wil meer
straten gaan vernoemen naar helden en heldinnen van
cultureel diverse komaf.
Een goed idee. Ter ondersteuning daarvan hieronder
een overzicht van de belangrijkste anti-koloniale
verzetshelden uit de vaderlandse geschiedenis.
Straatnaamwaardige personen dus, ook wel aangeduid als
vrijheidsstrijders, onafhankelijkheidsstrijders,
emancipatoren en mensenrechtenactivisten.
Veel Nederlandse steden, waaronder Tilburg, kennen zogeheten
Indische buurten. De meeste zijn gebouwd in het
interbellum. De straten in die buurten zijn echter niet
genoemd naar vrijheidsstrijders, maar naar gebiedsdelen,
zoals Java, Sumatra, Curaçao, Suriname, etc. Tegelijkertijd
refereren veel straten wel naar allerlei
zeehelden, generaals en politici die (re)koloniale oorlogen
voerden.
In Tilburg gaat de wijk Armhoefse Akkers hierin voorop met
straten vernoemd naar gouverneurs-generaal van
Nederlands-Indië. Het waren feitelijk onze grootste
mensenrechtenschenders avant la lettre die voor de
VOC de monopolies van handelswaren wisten te bevechten: Jan
Pieterszoon Coen (nootmuskaat), Antonie van Diemen (kaneel),
Cornelis Speelman (kruidnagel), Van Imhoff (wederom kaneel),
Van Heutsz, et cetera.

Straatnaambordjes Armhoefse Akkers. Foto's van auteur.
Het ontbreken van dekoloniale helden in het
Nederlandse straatbeeld reflecteert de onbalans in ons
nationale geschiedenisverhaal. Dat verhaal, geconstrueerd in
de laat 19e eeuw, is voortgekomen uit een verlangen naar
grootsheid en heldendom, maar is vooral nostalgisch en
a-historisch.
Wat betreft de oostelijke koloniën kent Nederland, anno
2022, nog geen énkele Soekarnostraat en slechts één Mohammed
Hattastraat (in Haarlem). Van de westelijke koloniën zijn er
enkele straten te vinden vernoemd naar Boni (in Utrecht, Den
Haag, Amsterdam), Tula (Utrecht, Amsterdam) en Anton de Kom
(Middelburg, Den Haag, Amsterdam). Maar dat is het wel zo
ongeveer.

Tula, held van Curaçao. Bron inyourpocket.com
Sinds 2015 klinkt in Nederland de roep om straten van foute
mannen, zoals bijvoorbeeld de Coentunnel, te gaan hernoemen.
Dit is tevergeefs gebleken. Bij buitenlandse helden zijn we
wat soepeler: in 1956 werd de Stalinlaan in Amsterdam
hernoemd tot Vrijheidslaan. In 1978 het Pretoriusplein
hernoemd tot Steve Bikoplein. Het kan dus wel, maar over het
algemeen gebeurt het niet. Of het moet zijn dat een
buitenlandse macht het overneemt, zoals in 1940. De Duitsers
hernoemden de straten en parken die verwezen naar ons
koningshuis - zoals in Tilburg het Julianapark en het
Wilhelminapark- maar dat werd na 1945 snel weer
teruggedraaid.
Om de tijdgeest te vertalen pleitte het blad Historiek in
2017 ervoor om nieuwe straten te gaan vernoemen naar nieuwe
dekoloniale helden. Een beter plan. Helaas ging de bril nog
niet verder dan de bekende Europese zonen zoals Baron Van
Hoëvell, Multatuli en Poncke Princen (allen actief in de
Oost). In gemeenteraden van verschillende Nederlandse steden
volgden daarna discussies en verzoeken om bij nieuwe straten
rekening te houden met de diversiteit in de stad. Rotterdam
sprak zich erover uit in 2018, Amsterdam, Utrecht en Tilburg
volgden in 2019. 'Hedendaags' en 'inclusief' moest het zijn.
Maar als we nadenken over straatnamen kan niet-hedendaags
ook inclusief zijn.
Straatnamencommissies spelen hier een rol in. Over het
algemeen is echter niet bekend welke mensen hier in zitten
en wat hun smaak is. Zo'n commissie komt in actie als er
nieuwe woonwijken of industrieterreinen bij komen. Voor
Tilburg was de nieuwe
wijk ten zuiden van het Willem II stadion cq atletiekbaan
van Attila een mogelijkheid om meer evenwicht te brengen in
het stedelijk straatnamenboek; een kleine stap in een proces
van maatschappelijke dekolonisatie. De straatnamencommissie
koos er in dit geval voor om de straten te vernoemen naar
sporters, wat wel te begrijpen is. Gezien de
nieuwbouwplannen, 25.000 woningen voor 2040, zullen er volop
nieuwe kansen komen voor meer diversiteit in het
straatbeeld.
Doorgaand proces
Hieronder volgt een lijst met straatnaamwaardige
verzetshelden en emancipatoren uit de voormalige koloniën,
mede samengesteld door mensen uit de Afrikaanse en
Aziatische diaspora. De nadruk ligt op verzetsstrijders van
vóór de onafhankelijkheid (staatkundige dekolonisatie).
Onder hen zijn opvallend veel vrouwen.
In
de tweede wereldoorlog ontpopte het zelfbewustzijn in de
voormalige Nederlandse koloniën, zowel in de De Oost als in
De West.
Indonesië werd de facto onafhankelijk in 1949. Suriname in
1975.
Het gaat dus om heldhaftige personen van divers pluimage,
uit verschillende tijdperken en verschillende delen van het
koloniale rijk. Afhankelijk van tijd en plaats
identificeerden zij zich al dan niet met een te vormen
nationale staat. Zo zijn tal van Atjehers, Molukkers en
Papoeas blijven strijden tegen de staat Indonesië, als
nieuwe kolonisator. Marrons namen het in de jaren tachtig op
tegen de nieuwe macht in Paramaribo. De strijd om vrijheid
en emancipatie is een doorgaand proces.

Martha Tiahahu, heldin van Ambon. Bron wikimedia
Een overzicht van dekolionale verzetshelden. Klik hier om de
PDF te downloaden.
Met opzet vindt de lezer in deze lijst uitsluitend
'niet-Europese Nederlanders', maar het betreft wel allemaal
rijksgenoten. Ergens moet een grens getrokken worden. Daarom
ontbreken namen van Europese dekoloniale verzetsstrijders en
klokkenluiders, zoals Henk Sneevliet, Poncke Princen, Willem
Oltmans en Henk Hueting die actief waren in
Nederlands-Indië. Dus ook geen Toussaint L'Ouverture
(1743-1803) de Franse koloniale verzetsheld op Haïti. Hij is
van grote invloed geweest op de dekolonisatie van het
Caribisch gebied, maar opereerde dus niet in het Nederlandse
koloniale rijk. In Frankrijk dragen vele straten zijn naam.
Ongetwijfeld zijn er ook nog strijders geweest in
Zuid-Afrika, Sri Lanka en Brazilië. De vergeten oorlogen in
die landen kun je als opstanden tegen Nederlandse kolonialen
zien.
De lijst pretenteert niet foutloos of volledig te zijn en
natuurlijk zijn er twijfelgevallen. Neem bijvoorbeeld
Elisabeth Samson (1715-1771). Zij was een succesvolle zwarte
zakenvrouw in Suriname, zeer uitzonderlijk in de 18e eeuw,
maar als plantagehoudster bevestigde zij ook de
maatschappelijke ordening van slavernij. Of Grace
Schneiders-Howard, het eerste vrouwelijke Statenlid in het
parlement van Suriname (1938). Zij toonde zich in de oorlog
juist tegenstander van wijzigingen in het koloniale systeem.

Links: Eddy Dap. Bron collectie Joseph Dap. Rechts:
Carla van Bijnen-Strok. Bron wikimiddenbrabant
Voor wat betreft Tilburg zou ik een lans willen breken voor
de Surinaamse Tilburgers Eddy Dap
(1934-2009), marronvoorvechter in Nederland en oprichter van
welzijnsstichting WST en voor
Carla van Bijnen-Strok (1942-2009), sociaal werker en
gemeenteraadslid. Zij zijn lokale boegbeelden van
emancipatie.
Even geduld
De meer hedendaagse strijders en mensenrechtenactivisten
moeten even geduld hebben. Regel is namelijk dat personen
die nog in leven zijn of minder dan tien jaar geleden zijn
overleden niet in aanmerking komen voor een straatnaam. Zij
kunnen immers nog een scheve schaats rijden. Ook na hun
carrière, zelfs postuum. Alleen voor leden van het
koninklijk huis wordt wat dit betreft een uitzondering
gemaakt. In Tilburg werd in 2009 een sporthal vernoemd naar
Ireen Wüst, die nota bene nog bezig was met schaatsen. Die
naam kan echter veranderd worden mocht ooit blijken dat Wüst
het monopolie op eremetalen met verboden middelen heeft
bevochten. Een straatnaam aanpassen ligt gewoon wat
moeilijker vanwege alle adres(ver)wijzigingen -een
administratieve rompslomp.
Nog even wachten dus voor de onlangs overleden Sumatraanse
journalist-activisten Djajeng Pratomo en Muchtar Pakpahan.
Jammer ook voor Surinamers als
Stanley Rensch, Nadia Raveles, Trudy Guda,
Ronnie Brunswijk
en
Héloïse Rozenblad.
En ja, ook voor Letitia Vriesde die vijfmaal aan de
Olympische Spelen deelnam.
Hoe dan ook mogen we er toch van uit gaan dat steeds meer
Brabantse straten vernoemd zullen gaan worden naar
verzetshelden en -heldinnen uit onze koloniale geschiedenis.
Maar dan wel zonder nostalgie en valse constructies als het
kan. Het zou een blijk van waardering zijn voor hun
historische verdiensten (eerherstel) en een teken van échte
inclusiviteit.

Tjoet Nja Dinh, heldin van Atjeh (midden) na haar
gevangenneming in 1905.
Het is wel duidelijk dat zij niet op de foto wilde. Bron
wikimedia

Muurschildering in Suriname. Bron wikimedia
Voor meer informatie zie ook:
https://indischebuurten.nl/
https://nl.wikipedia.org/wiki/Eddy_Dap
https://wikimiddenbrabant.nl/Carla_van_Bijnen-Strok |