CUBRA HOME
INHOUD HERMAN FITTERS

Dit verhaal verscheen oorspronkelijk in Cómo No!, informatieblad van de Stedenband Tilburg-Matagalpa, in  2011.

Herman Fitters

Tussen kunst en kitsch in het Textielmuseum

Een waarevol object uit zusterstad Matagalpa

Onlangs fietste ik door de Goirkestraat en zag ik bij het Textielmuseum allemaal vlaggen en camera’s. Dan zit ik zo in elkaar dat ik even ga kijken. Bleek het een opnamedag van het programma Tussen Kunst & Kitsch van de AVRO. U weet wel, met Nelleke van der Krogt. Meteen spookte het door mijn hoofd: ik heb toch nog een oud Indiaans kleipotje liggen uit Nicaragua? Even de trappers erop en zoeken in alle hoeken.  

Het was in 2001 dat ik het artefact kreeg van José Louis, die bij ons logeerde. José was een jonge werknemer van EDIMSA, een bouwbedrijf in Matagalpa dat met steun van de Stedenband en het ROC een soort leerwerkbedrijf moest worden. José had het ding gekregen van een bouwvakker die het gevonden had op een bouwlocatie buiten de stad. En nu kreeg ik het van José, ten bedanke en omdat hij dacht dat wij het hier in Europa misschien op waarde zouden kunnen schatten. José had wel begrepen dat ik in geschiedenis en archeologie geïnteresseerd was. Dus hij moet gedacht hebben: hier is mijn potje in goede handen.

Het heeft een dierenkop en vier pootjes en is fraai geornamenteerd. Bovenop zijn nog net twee gaatjes zichtbaar, waarmee het waarschijnlijk kon worden opgehangen. Bepaald geen schildpadje zoals we dat kennen van de toeristen.

Al die jaren heeft het object bij mij thuis gestaan. Eerst stond het op een speciale plek, allengs op minder speciale plekken. Als ik het weer zag had ik er altijd een speciaal gevoel bij: iets van José, de verbinding met een oude cultuur en misschien, ja misschien wel heel zeldzaam en kostbaar. Maar nooit had ik er echt werk van gemaakt.

En nú was het moment daar. Kom ik terug bij het Textielmuseum -mijn artefact zorgvuldig in keukenpapier gewikkeld- blijkt dat ik me al lang van te voren had moeten inschrijven. Het was dus vol! Hijo de Puta... Maar wat een geluk: Nadat ik had laten zien wat ik bij me had en na een belletje met de organisatie mocht ik alsnog aansluiten. Dat wil zeggen: bij de laatste groep die naar binnen zou gaan, ongeveer een uur later. En dan moest ik me maar meteen vervoegen bij de heer Polak, expert van “alles buiten Europa” en die stond in de linkerhoek bij de nieuwste weefmachines. Ja, het was allemaal veel georganiseerder dan ik had gedacht, vanuit de sfeer van het programma op TV. Maar wel logisch eigenlijk, dat het volk een beetje gedoseerd op de heren experts wordt afgestuurd.

Het toegangskaartje kostte maar liefst 15 euro en dan mag je drie kunstvoorwerpen meenemen. Wel duur voor een zo’n klein dingetje, maar ik had het er wel voor over. Het voelt toch als een soort morele verplichting naar José toe en ik ben ook gewoon benieuwd natuurlijk. Hiermee zou ik een soort periode kunnen afsluiten, een periode van het ongewisse. En wie wil er nou niet miljonair worden? Het uurtje extra kon ik wel gebruiken; om iets te regelen met het eten en de opvang van de kinderen, want die wilde ik toch niet mee naar binnen gaan nemen. Ik vermoedde dat het best lang kon duren voor je er weer uit bent, met al die kunst- en kitsch mensen. Ook kon ik nog eens nadenken of ik niet nog twee andere voorwerpen in huis had. Nou, daar was ik snel achter, nee dus.

En dan nu het moment suprême, geachte lezer, anderhalf uur later. Ik ben aan de beurt bij het tafeltje van Jaap Polak. De sfeer is ontspannen. De afwijzingen richting mijn voorgangers zijn speels, maar resoluut. Dat doet hij goed, die Jaap. Vlot, maar ook een tikkeltje arrogant -ik begrijp best dat het snel moet natuurlijk. Eindelijk pakt de heer Polak mijn object in zijn handen. Ik zeg niets, ik houd het open en kijk hem verwachtingsvol aan. De expert bekijkt het met zijn blote oog. “Bent u misschien in Midden Amerika op vakantie geweest?” vraagt hij.  “Nee” is mijn antwoord en ik leg uit hoe ik het voorwerp verkregen heb. Toch een beetje trots natuurlijk, want ik weet dat in de archeologie de vindlocatie erg belangrijk is en “net buiten Matagalpa” lijkt me toch aardig specifiek. De expert kijkt nog eens beter, voelt en krabt zelfs een beetje. Hij neemt de tijd! Hij pakt zijn speciale loep erbij. Draait het nog eens. En nog eens. En dan, plots, valt zijn verdict: “Het is voor de toeristen gemaakt. Maar wel verdomde goed nagemaakt hoor.”

Daar stond ik dan. Gefopt. Geen camera in de buurt, gelukkig. En dan die José: ook gefopt zeg! Ik droop af naar huis, zonder interesse in al die anderen, de schilderijen, de klokken, de schalen en vazen. Toen ik thuis kwam realiseerde ik me dat ik niet eens heb gevraagd waar mijn schildpaddepotje eigenlijk toe zou moeten dienen, behalve dan voor de toeristen. Wat stelt het object eigenlijk voor? Wát is er nu vervalst?

Nou ja, al met al toch een leuke ervaring. Ben ik er toch maar even mooi op zijn Nicaraguaans doorgeglipt. En ook op zijn Nicaraguaans: een illusie armer.