CUBRA HOME
INHOUD MAJOIE

© 2017

Stichting Cultureel Brabant (CuBra)  & Ben van de Pol

 

Voici - John Majoie

De man die zijn lezers liet lachen

 

Onder redactie van Ben van de Pol

 

Aflevering 2 (021-040)

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 31 mei 1928

 

 

021 Geen bericht!

 

Géén bericht van de bemanning,

Altijd nog maar: Géén bericht!

Zijn de dapp're Italianen

Voor de overmacht gezwicht?

Heel de wereld zit in spanning,

De geheele wereld zucht

Naar bericht van enk'le helden,

Helden van de Noord-Poollucht.

Tegenstrijdige berichten

Verspreiden zich over d'aard,

Maar juist is 't die onzekerheid

Die ons allen zorgen baart.

Spoedt u redders, spaart geen moeite,

Ook al valt het u zoo zwaar,

Ginds heel ver, daar aan de Noord-Pool

Wacht een dapp're heldenschaar!

Haast u redders naar uw vrienden,

Heel de wereld wacht op u,

Redt daar ginds die arme mannen,

Talmt niet langer, voorwaarts nu!

 

En gij leider dezer Pooltocht,

(Ach, wie weet zijt gij reeds dood),

Eeuwig zal men dan u eeren,

Nobile uw naam is groot!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 5 juni 1928

 

 

022 Het Olympiade-schandaal

 

Zondag op d'Olympiade

Is 't er heftig toegegaan.

't Was een uitgelaten bende,

Schreeuwen, tieren, schoppen, slaan!

Twee partijen die als honden

Vochten, sloegen om een bal;

't Leek een bende wilde beesten,

Losgebroken uit een val.

En ze schopten naar elkander

Evenwel niet naar de bal,

En een Franschman naast me zeide:

"Comme ça c'est ici banal!"

 

Als dat voetbal wordt geheeten

Nou, maar dan breekt toch m'n klomp,

Een barbarenoorlog was 't;

Rugby is nog niet zoo lomp.

Velen zullen zeker zeggen:

"Dat Olympisch tournooi

Van deez' laatste Zondagmiddag

Was een onbeschaafde…" (vul maar in!)

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 5 juni 1928

 

 

023 Haastige spoed is… wel eens goed!

 

Vreeselijke consternatie

Voor die man uit Rotterdam,

Toen hij aan de trein te laat was,

Oh, wat vond hij dat toch lam!

Hij was treinkok moet u weten

Op de Pullman naar Parijs;

Als hij op z'n post mankeerde

Was 't voor hem leelijk grijs!

Maar de K.L.M. bracht uitkomst,

Had direct een vliegtuig klaar,

En hij vloog daarmee naar Brussel,

Maakte weer het eten klaar!

 

Ja, zoo gaat 't in deez' tijden,

Ook al mis je dan de trein,

Je kunt er met 'n vliegmachientje

Nog 'n paar uur eerder zijn!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 9 juni 1928

 

 

024 't Begint weer!

 

't Spant er weer zoo in de Luchtvaart,

Het seizoen is weder daar,

Want in New-York staan er twee reeds

Voor een Oceaanvlucht klaar.

En de spanning gaat beginnen,

Vluchtig kijkt men kranten na:

Waar zijn nu toch weer die vliegers?

Waar is de Columbia?

Zelfs vrouwelijke vliegers

Zijn er ditmaal ook al bij,

En in Parijs staan klaar tot starten

Een juist getrouwde hij en zij!

't Is geen nieuwtje meer dat vliegen,

't Is een heel gewone vlucht,

't Is een "luchtig" kansje wagen:

Parijs - New-York door de lucht!

 

Mocht deez' vlucht dan weder slagen,

Komen zij soms werk'lijk aan,

Nou, dan mag men om deez' helden

(Want dat zijn 't) juichen gaan.

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - dinsdag 12 juni 1928

 

 

025 Des Schuttevaer's einde

 

"Sic transit gloria mundi",

Het spreekwoord is vaak waar,

Want zoo zien we weer het einde

Van de arme Schuttevaer!

Met zekerheid van slagen,

Gesteund door milde hand,

Verliet hij in het voorjaar

Vol hoop het vaderland.

Steeds zeiden ons berichten

Waar het rankje scheepje was,

Langzaam, langzaam ging 't verder

Op de groote waterplas.

Maar toen zwegen plots de kranten,

Geen bericht meer van het schip,

Want vastgeloopen was het

Op een zeer bekende "klip".

Geldgebrek was hier de oorzaak

Van het staken van deez' tocht,

Geldgebrek waartegen ook niet

Schuttevaer maar iets vermocht.

 

Ach, zoo is dit dan het einde

Van een werk'lijk prachtig plan,

En een slag voor de ontwerper

Voor een ondernemend man…

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 25 juni 1928

 

 

026 Bij Nobile's vondst

 

Dank zij d'onversaagde poging

Van Nobile's landgenoot

Is thans de kans op lijfsbehoud

Van deez' Poolheld weer vergroot.

Heel de wereld is in vreugde

Bij het vinden van deez' held,

Nobile die met z'n mannen

Zich moest bukken voor't geweld.

Jammer dat het zoo gegaan is,

Dat de tocht zoo is mislukt,

En voor Nobile die zoo zijn

Ideaal zag weggerukt.

Laat ons hopen, dat ook d'and'ren

Die ver weg gedreven schijn'

Spoedig worden weergevonden

En weer bij hun makkers zijn.

 

Alle vreugde en gejubel,

Elke blijdevolle klank

Laat zich echter overstemmen

Door der moeders: God zij dank!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - zaterdag 30 juni 1928

 

 

027 't Is uit

 

Ja, 't is uit met onze Primo,

Ja, 't is voorgoed gedaan,

Hij wil niets meer van haar weten,

Hij is van haar weggegaan.

Nou, u weet, hij zou gaan trouwen

En wel voor de tweede maal,

Maar dat was nu niets voor Primo,

Spanje's eerste generaal!

Hij moest niets meer van haar hebben,

Kijkt haar nooit meer vriend'lijk aan,

Doch hij is met nieuwe ijver

Weer aan 't werken maar geslaan.

Hij wil liever "Primo" blijven,

Dan te trouwen met een vrouw,

Want hij vreest dat hij zoodoende

Nog "Secundo" worden zou!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 6 juli 1928

 

 

028 De tragedie van de Pool

 

Enk'le maanden is't geleden,

Dat Umberto Nobile

Zoo vol hoop is heengevlogen

Naar de verre Noord-Poolzee.

En "eviva's" zijn weerklonken,

Overal werd hij genoemd;

En hij werd in heel de wereld

Als de grootste held genoemd!

Maar toen plots begon het drama

Met een vreeselijk tempeest,

Heel de wereld was in spanning,

Zooiets had men nooit gevreesd!

En na lang aanhoudend zoeken

Door schier elke mogendheid

Werd de dapp're Noord-Poolvlieger

Uit zijn ong'luksoord bevrijd.

Ook de and'ren gingen redden,

Hieraan deed Amundsen mee,

Doch, God weet, is hij gevallen

Als een slachtoffer der zee?

 

Ach, zoo is dit dan het einde

Van zoo'n goed begonnen tocht;

Wie had ooit zoo'n treurig naspel

In deez' koene vlucht gezocht?

Straks als Nobile naar huis keert

Reikt men weder hem de hand.

En wordt de Italjaan bejubeld

Als "de" held van 't vaderland!

Echter ginds in 't koude Noorden

Treurt men om een ware held,

Die zijn leven heeft verloren

In de strijd met 't Poolgeweld…

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 11 juli 1928

 

 

029 Ministers-avonturen

 

Hé, dat was me nou toch ook iets

Met Zijn Excellentie Kan

Voor de Schipbrug daar in Arnhem,

Hé, wat was me dat een pan'!

U moet wel weten toen zijn auto

Voor de brug kwam aangezwaaid

Werd dit stuk verkeersbelemm'ring

Voor zijn neus juist weggedraaid.

Hij kon best wel even wachten,

De trein ging eerst twee na vier,

Nou, en zóó lang zou 't niet duren,

En hij had nog een kwartier.

Maar het wachten duurde langer,

Langer dan men had gedacht,

En ik wed dat de Minister

Nimmer zóó lang heeft gewacht.

D'eene sleep kwam na de ander

Langzaam, langzaam langs de brug,

Het kwartier was reeds verstreken

En nóg week de brug niet terug.

Gauw toen even tel'foneeren

Naar de chef van het station

Om nog even slechts te wachten,

Nou, gelukkig dat het kon.

Maar nog immer voeren sleepen

Tragisch langzaam door de Rijn

En zoo miste de Minister

Tóch nog de vertraagde trein.

 

Maar gewis na enk'le jaren

- En dat is dus al heel vlug -

Ligt in plaats van dit obstakel

Ginds een mooie vaste brug!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 2 augustus 1928

 

 

030 Cel 13

 

Nou, het zal je overkomen

Als die schilder in Maastricht,

Die in de Staatsgevangenis

Wat schilderwerk had verricht.

Hij had gewerkt in cel dertien,

Een toen onbewoonde cel,

Maar men had hem ingesloten;

Een abuis was hier in 't spel.

En de schilder zat gevangen,

Vreeselijk ging hij te keer;

Hij begon te roepen, schreeuwen,

Brullen, stampen en zoo meer.

Zoo zat onze arme schilder

Ongelukkig in de knel,

En hij raasde als krankzinnig

Door de pas geverfde cel.

Eindelijk kwam er verlossing,

Werd de pseudo-boef bevrijd,

Maar nog vaak zal hij wel denken

Aan deez' korte eenzaamheid.

 

Maar het trof ook ongelukkig

En het was niet slim gedaan

Om juist in cel nummer 13

Aan het schilderen te gaan.

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 23 augustus 1928

 

 

031 Foetsie!

 

Reeds opvallend vele malen

Hebben z'em dat nou gelapt;

Is er ginds in Scheveningen

Een uit het gevang ontsnapt.

Deze keer zijn ze met vieren,

Met z'n vieren uit de doos;

't Is een viertal dat de vrijheid

Boven het cachot verkoos.

Heel het land zit weer in spanning:

Vier bandieten zijn ontvlucht;

Oude juffers zuchten bevend:

Woond'ik nu maar in de lucht!

Maar de vogels zijn gevlogen,

Foetsie zijn ze alle vier;

Wie weet, zitten ze brutaalweg

Heel gezellig op de Pier!

 

Toch mag men wel eens onderzoeken

Hoe dit telkens moog'lijk is,

Het pleit heusch niet voor het toezicht

Van deez' "Staats"-gevangenis!

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 27 augustus 1928

 

 

032 Parijs ontvangt!

 

Heel Parijs is thans in spanning,

Alles is in rep en roer,

Want de groote mannen komen,

Ce n'est pas simple comme toujours!

't Wemelt hier van diplomaten,

Mannen van de eerste rang;

Het belooft nog wat te worden,

't Wordt een zaakje van belang!

Juist kwam Kellogg binnenstoomen,

Da's de baas van 't heele spul;

't Is een man met witte haren,

Echt Amerikaansche "Knul"!

Stresemann is ook al binnen,

Wat een flinke Duitsche vent;

Hij verborg zich voor de perslui,

Da's hij zeker niet gewend?!

En zoo zijn er nog zoovelen,

En steeds komen er meer aan;

Een succes zal het wel worden,

Ik denk wel dat het zal gaan!

 

VOICI

 

Parijs, 25 Aug. '28

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - maandag 27 augustus 1928

 

 

033 Nooit meer oorlog!

 

   27 Augustus 1928

 

Na veel tijd en lang beraden

Door elk toonaangevend land

Kwam het pact-Voorstel van Kellogg

Dan toch eindelijk tot stand.

Wijze woorden zijn gesproken,

Vóór en tegen werd gewikt;

Hier wat minder daar wat scherper

En deez' regel aangedikt.

En zoo zweren veertien landen

Heden plechtig d'oorlog af,

Ach, ik wou dat deze daad nu

Eind'lijk eens de Vrede gaf!

Och, ja zeker, ruim tien jaren

Is er Vrede op deez' aard,

Maar nog zijn er vele dingen,

Die den Vrede zorgen baart!...

 

Lang zal deze dag ons heugen,

Deze hoogst Voorname dag,

Waarop de oorlog haar verbanning

Plechtig uitgesproken zag.

Mocht het menschendom nu eens leeren

Dat alleen zachtmoedigheid

Bij geschillen tusschen landen

Tot het beste einde leidt.

Hoeveel weemoed en ellende

Bracht ons niet die Wereldbrand,

Dat men nu toch wijzer weze

En zich richte naar Gods Hand!

 

Laat ons allen dus nu hopen,

Dat door Kellogg's Vredesplan

Men nu eeuwig blijft Volharden:

D'Oorlog is voort' in den ban.

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 31 augustus 1928

 

 

034 Volkenbondprestige

 

Het groote spul gaat weer beginnen,

Ja, de theekrans is weer klaar;

De Septemberzitting, weet u,

Van de Volkenbond is daar.

"Praten" gaan de diplomaten,

d'Een al harder dan de rest;

Maar waar blijven nu de daden?

Blijft het eeuwig een "beau geste"?

Hoelang zijn ze nu al bezig

Met het Poolsch-Litouwsch conflict?

Durft men dan niet op te treden

Tegen een die het vertikt

Om de Volkenbondsstatuten

Na te komen, stipt, correct;

Waarom anders opnieuw telkens

Deze zaak zoolang gerekt?

Dat men nu eens daden toone,

En niet eeuwig dat gepraat;

Doel bereiken moet Genève,

Dat is toch waarom het gaat!

Met dat eeuwige gebabbel

Komt men toch geen stap vooruit,

Want dan zal men zich af gaan vragen

Wat zoo'n Volkenbond beduidt.

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 31 augustus 1928

 

 

035 De kalme Mussolini

 

Ik ben een van deze dagen

Bij Mussolini aan geweest,

En geloof maar dat de duce

Nog niet voor z'n leven vreest.

- Zet u neer, zei de dictator,

Steek maar een Havanna op,

Ook hij nam een fijn sigaartje,

Stak het in z'n groote kop.

- Of ik bang ben voor een aanslag

Waar men dikwijls over schrijft?

Ojé, nee hoor, heusch, geloof me

Dat men daarmee overdrijft.

Nauwlijks is m'n neus genezen,

Of men schiet mij door m'n oor,

Nooit loop ik hier zonder pleister,

Mijn ambt is geen pretje, hoor!

Altijd krijg ik telegrammen,

Bloemen, brieven, honderdèn,

Telkens als ik niet vermoord word,

Lijkt het of ik jarig ben.

En mijn vrouwtje zegt maar altijd:

- Och, Benito pas toch op

Want je bent toch zoo'n groot mispunt

Met je abnormale kop!

Maar geloof me, beste jongen,

Voor zoo'n aanslag ben'k niet bang!

Nou, zei ik toen, Mussolini,

Buena Sera, leef nog lang!

 

VOICI

 

* Voetnoot:

Op een zeer noodlottige wijze is hierboven het zetduiveltje in het spel geweest. Er staat: mispunt, hetgeen natuurlijk moet zijn: mikpunt!

 

 

ilburgse Courant - zaterdag 5 januari 1929

 

 

036 Naijver

 

"L'histoire se répète!"

 

Wat gaat ons nu overkomen?

Waar wil Engeland naar toe?

Is de Engelsche regeering

Onze voorsprong alweer moe?

Ieder weet dat heel de wereld

Met ontzag naar Holland ziet

Voor hetgeen dat wij presteeren

Op het groeiend vlieggebied.

Haast ontelbaar vele malen

Boekten wij een koene vlucht

Onzer dapp're K.L.M.'ers:

Holland - Indië door de lucht.

Maar dan moesten onze vliegers

Over Engeland's bezit;

Maakten daar een korte landing

En weer verder ging de rit.

Doch dat mag niet meer gebeuren,

Eng'land zegt: Dat is voort' uit.

Bull toont hier weer zijn karakter

Als een zeer jaloersche guit.

Zag u ooit zoo kinderachtig?

Zag u ooit zoo'n groot land klein?

Dat een macht als Groot-Brittanje

Zóó naijverig kan zijn.

 

Moeten wij ons nu weer bukken

Voor deez' groote overmacht?

Neen, want Holland is veranderd,

Onze Leeuw heeft nieuwe kracht.

Gij, die dit nu gaat bespreken,

Denkt aan Holland's "Liberté"

Aan de spreuk in Neêrland's wapen:

Nederland, JE MAINTIENDRAI.

 

VOICI

 

Tilburg, 3 Jan. 1929

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 9 januari 1929

 

(Herplaatst wegens misstelling op 8 januari)

 

 

037 Hij is in aantocht!

 

Eind'lijk heeft men hem te pakken,

"Unser lieber Liebermann",

Onze hypothekenkoning,

Niemand die het beter kan!

Of hij vriend'lijk wordt ontvangen

Dat betwijfel ik thans zeer;

Maar hij zal er wel van lusten

Deze uitgeslapen heer!

Sleutelbossendragers wachten

Deze ex-bankdirecteur,

Maar die zullen hem wel leiden

Achter een bewaakte deur.

Weinig zal hij er om geven

Dat men hem het "kot" inzendt,

Want die mannen zijn de tralies

Aan hun banken reeds gewend!...

Toch blijft Sallie in zijn genre,

Komt weer voor een "bank" te staan,

Weer betwijfel ik het echter

Of't dan óók zoo goed zal gaan?...

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - woensdag 30 januari 1929

 

 

038 Tunneldroomen

 

Druk wordt er thans weer gesproken

Over een ontzaglijk plan;

Goed beschouwd zou men haast zeggen:

Ja, het komt er nog wel van.

Het betreft een groote tunnel

Die dan Engeland verbindt

Met haar overbuurvrouw Frankrijk,

Die de opzet "reuze" vindt.

En John Bull heeft er belang bij,

Heeft er een groot voordeel aan;

Zoo geloof maar dat de kerel

Hieruit heel wat munt zal slaan.

Amerikaansche groot-touristen

Zien er thans echt tegen op,

Om naar Eng'land toe te varen

Over zoo'n onstuimig sop.

Alzoo zijn er vele dingen

Die voordelig zijn voor 't land,

En het hecht John Bull zoo stevig

Aan het groote vasteland.

Straks maakt men in enk'le uren

Gauw een overzeesche route,

Waar de snelste Harwich-boot thans

Een half dagje over doet.

Nou, het zal er wel van komen,

Niemand die het plan thans laakt,

Als men dan maar bij conflicten

Er geen misbruik soms van maakt?...

 

VOICI

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - donderdag 31 januari 1929

 

 

039 Een koningsdroom

 

Amanoellah! Habiboellah!

Wie kan daar nu nog uit wijs?

Janjatoellah! Flauwekoellah!

Wat een Oostersch paradijs!

Nu zijn er vijf pretendenten,

Die hard boksen om de kroon,

Om slechts één dag dan te zitten

Op de wankelende troon.

Wie had dat toch kunnen denken,

Dat het zoo nog ooit zou gaan,

Dat die arme Amanoellah

Zóó gauw aan den dijk zou staan!

Als een Oostersch vorst ontvangen

Vorig jaar met groote praal

Is hij nu een ambtloos burger,

Uitgestooten, radicaal!

De beschaving wou hij leeren

Aan het achterlijke land,

Doch hoe stuitte al zijn streven

Op een massa tegenstand!

Ja, zoo gaat het in de wereld:

Opkomst, flikk'ring, dan verval;

Het gordijn wordt weer gesloten,

Weg ermee, na afloop bal!...

 

VOICI

 

 

De eerste fanmail voor Voici in 1929, uiteraard in dichtvorm:

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 1 februari 1929

 

 

Aan Voici

 

Jouw dichtjes mag ik dolgraag lezen,

Vooral nu ik weet wie je bent.

Beste kerel, je mag er heusch wezen,

Als je zoo jong al goed rijmen kent.

Ik wensch je veel lol in je extra congé,

Geloof me, ook ik ben tevreê;

Ik ben niet onderlegd in politieke zaken

En kan geen politiekaster versjes maken.

Maar 'k heb één wensch voor jou m'n vrind,

Denk er 'ns aan voor je je loopbaan begint.

Zoo'n genie als jij, 'n loopend vers,

Is heusch, geloof me, geknipt voor de pers!

Misschien voel je wel wat voor diplomaat,

Da's ook 'n vak waar jouw kap naar staat.

 

Als wij elkaar nu weer 'ns spreken,

Verwacht ik van jou 'n stelletje streken,

Maar alle gekheid 'ns opzij,

Ga door met dichten frank en vrij.

'k Hou meer van 'n geestigen jonge knul

Dan van 'n prozaïsche domme sul!

'k Druk je daarom van mijn kant

Echt welgemeend m'n vriendenhand.

 

EUGÈNE

 

 

Nieuwe Tilburgse Courant - vrijdag 1 februari 1929

 

 

040 De dooden danken!

 

…Zij die and'ren wilden redden

Sprongen in de reddingsboot;

Door het noodlot achtervolgd

Stierven zij een heldendood.

 

Vrouw en kind'ren bleven achter,

Lijden thuis een schrik'lijk leed

Bij 't verlies van zulk een vader

Die men nimmer meer vergeet…

 

En de beurzen gingen open,

Nederland deed weer zijn plicht;

Milde gaven stroomden binnen,

't Zware leed werd iets verlicht.

 

d'Arme vrouwen en hun kind'ren

Hebben althans nu hun brood,

Omdat Holland wist te geven,

Wist te steunen in den nood!

 

VOICI