INHOUD MAJOIE
CUBRA HOME

© 2017

Stichting Cultureel Brabant (CuBra)  & Ben van de Pol

John Majoie

Journalist

 

Onder redactie van Ben van de Pol

 

2 interviews, met de Engelse bandleider Jack Payne en de Duitse filmdiva Hertha Thiele

 


Nieuwe Tilburgsche Courant - donderdag 23 februari 1933

 

 

Een interview met Jack Payne

 

De dirigent over zijn dansorkest - Hij maakte aan het front al muziek!

 

Hij speelde liever voor de radio

 

 

In het Carlton Hotel te Amsterdam hadden wij dezer dagen een onderhoud met den Engelschen band-leader Jack Payne, die, gelijk bekend, voor het eerst met zijn 22 boys naar het vasteland is overgestoken en deze week in Carlton Nederland de primeur van zijn optreden geeft. Allereerst naar zijn jeugd informeerende, vertelde hij ons, dat hij van jongsaf van muziek gehouden had, hoewel hij oorspronkelijk dokter zou worden. Zooals in zoovele gevallen bracht de oorlog daarin echter groote wijziging. Want na alle ellende daarvan als militair vliegenier bij de Royal Air Force te hebben meegemaakt, was er van medische studies geen sprake meer. Hij moest de kost gaan verdienen. Zijn oude liefde voor muziek, die hij trots alles gedurende den oorlog zelfs niet verloren had, kwam nu in nog sterkere mate op den voorgrond en daarom vormde hij een bescheiden amateursband, waartoe ook enkele officieren behoorden met wie hij aan het front reeds het krijgslawaai dikwijls met opwekkende muziek had afgewisseld. Twee leden van de huidige band kunnen daar thans nog van vertellen. Zelf was Payne maar een middelmatig pianist, doch hij beschikte over een buitengewoon muzikaal talent door een zeer ontwikkeld gevoel en gehoor.

De in korten tijd uitgroeiende en zich steeds verbeterende amateursband verkreeg spoedig groote bekendheid; het werd een beroepsgezelschap dat Engeland met één slag veroverde. Tot slot kwam het contract met de B.B.C., de Britsche Omroep Mij., waardoor hij al even gauw ook een "draadlooze vermaardheid" over de geheele wereld kreeg. Toen hij ons vertelde, dat hij "broadcasting" verreweg boven het optreden in het openbaar prefereerde, vroegen wij toch waarom hij dan bij de B.B.C. was weggegaan. "Wel, ik ben gezwicht voor den grooten aandrang. Van alle kanten kreeg ik zoovele verzoeken en aanbiedingen om te komen spelen, dat ik ten slotte ertoe besloot het contract niet te verlengen, te meer - dat zal ik u wel eerlijk zeggen - omdat sommige aanbiedingen wel erg verleidelijk waren."

"Waarom speelde u zoo graag in de studio? Voor een microphoon heeft men toch niet de zichtbare voldoening van z'n optreden?" "In mijn geval had ik wel niet de zichtbare maar wel de tastbare voldoening, sir. (En hier glinsterden de oogen in den blonden krullebol.) Ik heb vier en een half jaar voor de B.B.C. gespeeld en de brieven, die ik in dien tijd uit alle werelddeelen ontvangen heb, getuigden er wel van hoezeer mijn orkest in den smaak viel. Wat ik allemaal aan bijvalsbetuigingen, geluk-, Nieuwjaars- en Kerstwenschen ontvangen heb, kan ik niet in één hutkoffer pakken. Toen u mij uw naam noemde en 't mij vertelde, herinnerde ik mij direct goed, dat u mij ook eens geschreven hebt en gevraagd had 'Happy days are here again' gedurende 'n bepaalde uitzending te spelen wat we toen ook gedaan hebben, weet u nog wel? (Dat kwam uit en gebeurde ongeveer een jaar geleden.) Trouwens uit Nederland heb ik bijna de meeste brieven gekregen en dat is ook een van de hoofdredenen, dat ik het eerst direct naar hier ben gekomen. Ik speel eigenlijk veel liever voor de radio, omdat men dan millioenen bereikt. Daar kan de grootste concertzaal ter wereld niet tegen aan. Zoo heb ik mij ontelbare onbekende vrienden verworven en van één kant, nu ik toch eenmaal uit de studio weg ben, doet het me goed, dat m'n radiovrienden me met m'n boys in levende lijve kunnen zien en hooren." "Dat brengt u echter zeker wel in een heel andere situatie!" Jack Payne is gehaast zooals steeds; het tempo zit hem zijn geheele tournee achterna, het zit hem in z'n geheele robuuste gestalte en triomfeert tenslotte in zijn fameus dansorkest.

Vriendelijk nemen we afscheid van den sympathieken dirigent en zijn echtgenoote, die bij het aangenaam onderhoud tegenwoordig was en haar man en zijn gezelschap steeds vergezelt. Even later breekt in de groote bovenzaal van het Carlton Hotel een melodieuze orkaan los. Jack Payne and his boys repeteeren. Even zakt het forsche geluid weg en hoort men de stem van den dirigent, die een liedje zingt, terwijl de band hem zachtjes begeleidt, totdat het orkest weer invalt met de fijne scherpte der koperklanken, de melancholieke saxophonen, afgewisseld door een meesterlijke piano- of vioolsolo; later dat alles bij elkaar weer gesteund door de zware rythmische ploffen uit een kolossalen hoorn en het tempo aangevend slagwerk.

 

JOHN. M.

 

 

De prestaties van Jack Payne en zijn band in cijfers

Het orkest in zijn tegenwoordige samenstelling werd gevormd in Februari 1928 door Jack Payne, toen hij vast voor de radio begon te spelen. Ook vóór dien tijd werd vaak uitgezonden, toen hij nog in Hotel Cecil te Londen was. Sinds de band voor het eerst in de studio's van de B.B.C. optrad, werden meer dan 3000 verschillende muziekstukken gespeeld. In 1931 werden 1000 verschillende nummers uitgevoerd gedurende 650 uur uitzending. Hiervoor waren 1500 uren repetitie noodig. De hoogste prestatie van den band was het spelen van 65 nummers op één dag van 4.5 uur uitzending. De herkomst van de nummers, die uitgezonden waren, was: 50 pct. uit Engeland, 40 pct. uit Amerika en 10 pct. van het vasteland. Uit deze getallen ziet men welk een kolossale arbeid er noodig is om geregeld met nieuwe dansmuziek te voorschijn te komen.

De Jack Payne-band bestaat uit 22 leden. Ieder van deze artisten bespeelt meer dan één instrument. Er zijn er bij, die vier instrumenten bespelen en bovendien kunnen zingen. Juist deze veelzijdigheid maakt het spelen van deze band zoo gevarieerd en vol schakeeringen, terwijl de refrein- en koorzang en het geestige parlando van de bandlieden de band zijn reputatie bezorgd hebben in het "comedy-genre".

 

 

Nieuwe Tilburgsche Courant - dinsdag 21 maart 1933

 

 

'n Interview met Hertha Thiele

 

Een eenvoudig, levenslustig meisje

 

Zij vindt droomen de beste stof voor filmen

 

 

In het Atlanta Hotel te Rotterdam hadden wij gisterenmiddag een interview met de momenteel aldaar vertoevende filmactrice Hertha Thiele, die in de Maasstad in den volksmond zonder meer "het meissie in uniform" heet. In een intiem zaaltje van het hotel ontmoetten wij een frêle figuurtje in het zwart, waartegen de goudblonde haarlokken sterk afstaken. Hertha Thiele is reeds beschreven als een eenvoudig meisje, wars van alle "bombast", waarmede de meesten harer collega's zich plegen te omhullen. Voortgekomen uit zeer eenvoudige kringen, heeft zij in geheel haar aard, voorkomen en optreden haar bescheidenheid bewaard, die wel zoo aangenaam aandoet. In het origineel is zij moeilijk terug te kennen van het witte doek. Dat wil althans zeggen, wat het uiterlijk betreft. In haar manieren is zij even kinderlijk en lieftallig-eenvoudig zooals in haar filmrollen en dwingt daarom al direct een zekere sympathie voor zich af. Ze is al zoo gewend geïnterviewd te worden, dat ze zich na de eerste kennismaking dadelijk rustig neerzet en "als een kwebbelend pensionaatmeisje haar repertoire begint af te draaien!" Dat is erg gemakkelijk, maar met dit al vertelde ze ons toch alles wat we nu eenmaal zooal van een filmster weten willen. We kregen wel den indruk hier met een actrice-met-overtuiging te doen te hebben.

"Wanneer ik me eenmaal in een rol ingewerkt heb," zoo zeide ze, "dan speel ik geheel met overtuiging en alle kracht om die overtuiging te doen begrijpen." "Natuurlijk bent u zoo maar niet ineens met 'Meisjes in Uniform' voorgoed filmland komen binnenrollen?" vroegen wij. "Oh, nee, ik heb eerst drie jaren op de planken gestaan. De 'groote kans' kwam met de sprekende film. Toen deze uitvinding in praktijk werd gebracht, voerden we in Leipzig 'Meisjes in Uniform' op. We kregen een verzoek om in Berlijn ook te komen spelen en zoo kwam ons gezelschap in aanraking met de regisseuse Leontine Sagan, die een proefopname liet doen voor de geluidsfilm. Het was toen heelemaal nog niet zeker, dat ik mee zou mogen doen. Dagenlang heb ik toen in spanning gezeten, want ik voelde wel, dat dit m'n groote kans zou worden. Tot overmaat van ramp had ik in die spannende dagen van zwijgende afwachting het ongeluk een voortand te breken. Ik was in de grootste moedeloosheid, toen er onverwachts een telegrafische postwissel van Carl Froelich (de bekende regisseur) kwam met 200 mark om den tand te laten maken. Toen wist ik wel, dat ik mee zou doen!" en er kwam iets stralen in de schalksche oogen.

Zonder pose, oprecht en vrijuit vertelde ze verder van het succes, dat "Meisjes in Uniform" in verbeterde uitgave als film had. "Heeft de film bij u in de stad ook 'Erfolg' gehad?" vroeg ze belangstellend. We hebben haar hiervan de volle verzekering kunnen geven. "Na 'Meisjes in Uniform'", zoo ging ze weer verder, "kwam 'Kuhle Wampe'. Hiervoor kreeg ik echter ook maar een al even kleine gage als voor m'n eerste film, maar daarbij een garantie voor drie films. Deze drie zijn evenwel nooit gedraaid. Er was absoluut geen geld meer." In dit verband vertelde ze ons nog verschillende bijzonderheden, waaruit wel bleek, dat zij naar verhouding van haar filmsucces lang niet gesalarieerd kon worden en dat 't ook in filmland niet allemaal rozegeur en maneschijn is.

"Na 'Kuhle Wampe' kwam de film, die ik thans hier inleid, 'Das Erste Recht des Kindes'. Deze film heb ik met veel meer pleizier gespeeld dan 'Meisjes in Uniform'. Ik vind het probleem menschelijker en algemeener. Nu is er nog een film gereed gekomen, 'Anna en Elisabeth'. Daar ben ik erg benieuwd naar hoe die het zal doen. Het is eigenlijk een gewaagd experiment, deze film, die ofwel diep zal ingrijpen, ofwel geheel verkeerd opgevat zal worden en daardoor een lachsucces kan worden." "Blijft u in hetzelfde genre doorspelen?" vroegen wij, daarbij bescheiden erop wijzende, dat het publiek over het algemeen voorloopig toch nog maar liever "luchtige kost" ziet. "Daar hebt u volkomen gelijk in", geeft ze volmondig toe. "Maar ik schijn door de regie weggelegd te zijn voor het 'zware'. En toch wil ik niet langer de 'melancholiek-lijdende' spelen. Dat wil ook weer niet zeggen, dat ik van kluchtige dwaasheden méér houd, maar wel van levensvreugde, zooals m'n karakter is. Er is zoo allemachtig veel stof om te verfilmen. Droomen bijvoorbeeld", en er komt bijna iets droomerigs in haar oogen als ze vol enthousiasme hiervan vertelt. "De beste ideeën, vind ik, krijg je in je droomen. Die moesten ze eens verfilmen", riep ze enthousiast uit, alsof ze het scenario ervoor reeds in handen had. "Toch ga ik dat nog eens doen, moet je eens opletten!" "Welke film mogen we nu van u verwachten?" "Dat zal 'Kleiner Mann, was nun?' zijn, naar het bekende boek, doch voor de film zal er nog veel aan veranderd moeten worden. Volgende week beginnen we er al mee."

Nog langen tijd hebben we genoeglijk en ook weer eens ernstig met 't jonge vroolijke en levenslustige meisje zitten praten over de film en de mogelijkheden die zij er nog in zag. Vol uitgelatenheid en zonder gemaakte allures vertelde ze ons nog verschillende aardige bijzonderheden en anecdotes uit het studioleven, waarbij ze bovendien nog rijk aan zeer geestige opmerkingen scheen. Tegen half zeven namen we afscheid, want ze moest geïnterviewd worden voor de radio. Met een hartelijk "Auf wiedersehen" besloten wij ons aangenaam onderhoud met het opgewekte meisje, dat niet voor niets zoo veler sympathie gewonnen heeft.

 

JOHN. M.