België - 19e eeuw Jean Baptiste Louis Gresset   Overzicht vertalingen Prudens van Duyse (1804-1859)

 Groentje (1843)

CuBra

HOME

 

Uit het Voorwoord van Prudens van Duyse

"Wylen myn kunstvriend Immerzeel, even gunstig door zyne vertalingen uit Delille als door zyn humoristisch werkje Voor opgeruimden van geest, gekend, verklaerde in 1831, my meer dan eens de pen opgevat en neergelegd te hebben by het besluit om Ver-Vert een nederlandsch rokje aen te trekken. Ik was nog jong toen hy my dit vertelde: Welnu! zeide ik, ik zal 't wagen, en wat gy liet steken, goed of slecht voltrekken : ik ben van Vlaenderen, en derhalve kan ik de kloosters meer van naby kennen dan gy, myn vriend. Die kennis is misschien eene vereischte in den vertaler van Ver-Vert. Wat er van zy, gy zult myne pooging beoordeelen, en, die onverbeterd in't vuer, of, door u verbeterd, ter perse zenden."

 

"— Juist, amice. Ver-Vert, en hier op zyn alle natiën het eens, die den schranderen vogel kennen en niet vertaeld hebben, is een meesterstuk. Het is maer een poème de Chevalet,een kunstwoord dat hier niemand letterlyk zal vertalen; maer dit tafereeltje is hoogstkeurig in alle zyne deelen uitgevoerd; het kostelyk gesteente is klein, maer zeer kunstig geslepen. Dan, Ver-vert is het kind van zyn tydstip, en dat tydstip is zelfs voor de franschen ver af.

— 't Is zoo, doch voor België heeft het stuk misschien eene soort van oogenblikkelyk belang, of actualiteit, die het thans grootendeels voor Frankryk mist. Onze vrouwenkloosters groeijen dagelyks aen, en in deze kloosters zyn er denkelyk ook papegaeijen, gelyk eertyds."

 

"Ook heb ik myn Groentje, voor zoo ver ik hetzelve het myne mag noemen, aen eene doorluchtige blinde dichteresse voorgelezen, even beroemd door haren verheven geest als hare godvrucht, en zy heeft er eens hartelyk om gelachen. Wat meer is, eene hollandsche Dame, die ik de eer heb onder myne vriendinnen te mogen tellen, heeft er de opdragt van willen aenvaerden."

 

Wie deze 'hollandsche Dame' is, wordt uit het exemplaar waarop deze weergave gebaseerd is, niet duidelijk. Het ex. bevat twee handgeschreven mededelingen die beide als opdracht gezien zouden kunnen worden. Zie hieronder.

De identiteit van 'de blinde dichteresse'.

 

Opdracht 1:

"Aan mijne geliefde Echtgenoote Sophia / (?) Op waterloo's verjaardag 1843. / Pr. van Duyse"

Opdracht 2:

"Dit boek is opgedragen aan Mevr. Henriette Croiset (?) geb.[oren] van (?) van Dam, thans te 's Gravenhage."