Ad van
Gurp Bijdrage aan het
Vriendenboek voor Jan Elemans, dichter - bij gelegenheid van
zijn 90ste verjaardag, zonder plaats., zonder uitgever,
2014.
|
Arnhem eind jaren vijftig. Het Thomas a Kempis College is
net gestart als afsplitsing van
het Katholiek Gelders Lyceum en de nieuwe rector/bouwheer
laat zich door zijn hoog
geachte, maar niet geheel vertrouwde collega geen oor
aannaaien. Als kern van het door hem te vormen docentencorps
van zijn nieuwe school wenst hij niet de KGL-afdankertjes te
accepteren. Nee dan liever een objectief criterium
gehanteerd, 'geef mij maar de laatst aangekomenen'.
Dit stel onervaren jonge honden neemt hij zich voor te
kneden tot een hechte gedisciplineerde groep die met groot
enthousiasme zal vormgeven aan de hooggestemde
onderwijsidealen van de nieuwe baas.
En zo werpt het lot hem een stel eigenzinnige, moeilijk te
dresseren, maar wel heel
begaafde en betrokken docenten in de schoot, onder wie Jan
Elemans, dichter, essayist en gewaardeerd medewerker van De
Tijd als literair recensent. Hoe komt zo iemand
vanuit Amsterdam in Arnhem terecht? Zoals zo vaak is het antwoord:
cherchez la femme. In deze jaren hokt men niet, maar
wordt er in eer en deugd getrouwd. En getrouwd wordt er niet
voordat je je aanstaande schoonouders kunt garanderen dat je
vastigheid hebt. Niet zo'n onzeker bestaan als journalist,
maar een respectabele positie als leraar Nederlands aan een
middelbare school.
Was het geen docentschap uit roeping, de invulling ervan
steunde op herinneringen aan de eigen schooltijd en het aan
den lijve ondervonden hebben wat goed onderwijs kan
betekenen in de emancipatie van een volksdeel. Had hij niet
zelf ooit de keuze gekregen tussen mest kruien of studeren?
Waren hem op het college van de Norbertijnen in
Heeswijk niet de ogen
geopend? Is hij daar niet klankbewust gemaakt, geïntroduceerd
in
de wereld van de klassieken, gevoelig gemaakt voor
literatuur? Wij danken er de bundel Premonstratenzer
Kwatrijnen aan, eerbetoon aan de Witheren, de kanunniken in
hun witte habijt.
Op het Thomas a Kempis College trof de jonge docent
leerlingen in wie hij zich kon
herkennen. Waar de
kinderen van de notabelen en gevestigde elite het KGL bleven
frequenteren werd de nieuwe school bezocht door jonge
mensen die als eersten uit de familie hoger mochten grijpen
dan de MULO, het tot dan toe voor de lagere standen logische
vervolg van de lagere school. Nu trad een generatie aan die
die het op de Hogere
Burger School wilde proberen, ja zelfs niet terugschrok voor
het Gymnasium.
In de barakken aan de Velperweg, prefab met tussenwanden van
vezelplaat, was alles uit
het belendende klaslokaal te volgen. Daar in de
docentenkamer hoorde je J.E. zijn forse stemgeluid een
volle bak brugklassertjes de verhalen vertellen uit de
Mythologie. Ook nu ging
weer een Homerisch gelach op als Hephaistos het net wierp
over zijn overspelige gade en haar minnaar. Ze
genoten van de list waarmee Achilles werd ontmaskerd, die
zich wel als meisje had uitgegeven, maar toch liever het
zwaard greep dan de pop toen hij een geschenk mocht
uitkiezen. Zij leefden mee met Penelope en haar beproevingen
en waren ontroerd toen Argos, de trouwe hond van Odysseus,
als eerste zijn weergekomen meester herkende.
Moest dat jonge volkje dan niet leren over de t's en d's?
Natuurlijk wel, want wie die niet beheerst heeft zijn kansen
al vergooid. Maar het bijzondere van deze docent was dat hij
het daarbij niet liet. Wie hij bij het eindexamen afleverde
had niet alleen een proeve van bekwaamheid afgelegd in de
finesses van grammatica en spelling maar had ook kennis
gemaakt met literatuur en beeldende kunst, bijbel en
geschiedenis.
Wie nu zo krampachtig zoekt naar een Europese identiteit
heeft nooit les gehad van Elemans, want dan zou hij zijn
ondergedompeld in de cultuur die West-Europa
samenbindt en uniek
maakt. De Grote Verteller zou hem de onderlinge verbanden
tussen Oudheid, Renaissance en Verlichting hebben
getoond. Waar je kerken vindt heb je Europa, bij de moskee
begint een andere wereld.
In de zestiger jaren werd een boek gepubliceerd dat het
Nederlandse onderwijslandschap
voor goed en totaal heeft veranderd. Bedoeld wordt Prof.
A.D. de Groot, Vijven en Zessen. Het was een pleidooi voor
objectieve en gestandaardiseerde toetsen en leidde tot de
oprichting van het CITO (het Centraal Instituut voor Toets
Ontwikkeling). Niet
langer werd taalbeheersing gezien als een samenhangend
geheel van vaardigheden die in onderlinge relatie
moesten worden beoordeeld. Voor complete objectiviteit dient
ieder aspect van taalvaardigheid (spreek- en
luistervaardigheid, schrijfvaardigheid en tekstbegrip) apart
te worden getoetst en wel op zodanige wijze dat de
beoordeling los staat van de beoordelaar. Het is het begin
geworden van de meerkeuzetoetsen en het gebruik daarvan in
de schriftelijke eindexamens. In dit rigide systeem past het
opstel niet en werd het
verwezen naar het schoolonderzoek waar het een kommervol
bestaan leidt.
Elemans wiens credo altijd was: geef me zijn opstel en ik
zal je zeggen wat de kandidaat waard is heeft deze
ontwikkeling altijd als funest beschouwd en het lijkt erop
dat de geschiedenis hem gelijk zal geven. Als het
wetenschappelijk onderwijs klaagt over studenten die geen
scriptie kunnen inleveren zonder kromme zinnen, slordige
argumenten, slechte
formuleringen, foutieve redeneringen en een zee van
spelfouten is het niet onlogisch de oorzaak daarvan
althans gedeeltelijk te leggen bij de afschaffing
Een lerarende Jan Elemans
in het schriftelijk examen van de proeve van
schrijfvaardigheid, waar de kandidaat zijn creativiteit kon
tonen en zijn vermogen zijn gedachten geordend en goed
gestructureerd in foutloos Nederlands uit te drukken.
Toenemende ongeïnteresseerdheid en gebrek aan motivatie bij
de leerlingen culminerend
in een weigering de studieboeken mee te brengen en het
gevoel dat hiertegen van de kant van de schoolleiding
onvoldoende werd opgetreden hebben deze gedreven
schoolmeester en woordkunstenaar er uiteindelijk toe
gebracht zijn paarlen niet langer voor de zwijnen te werpen
en het onderwijs vaarwel te zeggen. Voortaan zal hij een
ander publiek en een ander medium kiezen, maar daarover meer
elders in deze bundel.
Ad van Gurp
|