|
![]()
Bron: website CuBra
¶ De vreeselijke moord op Maria van Kessels te Tilburg (Wijze, den Blauwekiel) Uit: H. Franken – Liederen en dansen uit de Kempen, deel 11 (1991)
Mijn hart breekt droef, de zuchte doen mij kwijne Och waar zijt gij, ons lief en dierbaar kind, Wie heeft u van, ons harten doen verdwijnen wij die u zocht, en toch zoo teer bemint Och waart gij hier, het rijkste van ons leven; O God helpt ons, toch uit dit droevig lot, Wil u ze toch, ons weder spoedig geven Want ons leven, word zoo spoedig kort
De moeder wacht, van smorgens tot den avond De vader zucht, en zoekt ook overal, Maar niemand kan, hem zelfs inlichting geven Al van 't verdwijnen, van hun dierbaar kind; Nu ging het volk, van den ochtent tot den avond Al zoekend naar, het kind van hun patroon, Maar niets dat hun, tot vinden konden baten zij vonden haar niet, tot spijt al van hun loon.
In alle bladen, leest men van 't vermisten Al aan een Meisje, steeds van elfjaar, In Nederland, was elk die het wisten En elk schrijde, over dit gevaar; De ouders schrei, al over hun lieve Dochter En zucht waar zou, ons lieve kind dan zijn, En spreekt o God, wil u het toch bewaren Want 'tis ons toch, zoo'n droevige pijn.
Maar zulk een gruwel, kan God niet gedogen O God breng het, toch spoedig aan het licht, Want heel ons land, is er over bewogen Al van een jong, en onschuldig wicht; Zoo zocht men al, en men kon haar niet vinden De ouders waren, droef over hun verdriet Want zoo een gruwel, kan men Nergens vinden Wat nu al, in Tilburg is geschied.
Nu leest men steeds, ook al in alle bladen Hoe Maria van Kessels, ook gevonden is, Laaghertig vermoord, al door laffe daden Een kind dat, toch zoo onschuldig is; Het gerecht zoekt, naar den waren dader O God helpt hun, toch in deze duisteren zaak, Om zulk een kind, al tot de kerk te nadren dat het gerecht vind, een eind aan deze zaak.
Het is een slag, al voor die brave ouders Van het verlies, van haar lief en dierbaar kind, Die nu het leven, op elfjaren ouderdom Die de dood al, in een kerk vind; Die niet wist, het kwade tusschen het goeden Maar hier al op, een gruwelijke dood verliet, O God wilt u, haar ouders toch behoede Die door de dood, aan haar alles verliest.
¶ Uit: H. Franken – Liederen en dansen uit de Kempen 17 (1997) - afbeelding uit Moordhoek, Ed Schilders (1989)
Opzienbarend onderzoek! Van den 18 jaren geleden Moord, op Maria Kessels (Zaliger gedachtenis,) vermoord te Tilburg, 22 Augustus 1900. Wijze: De vogel vliegt
Wat weerklinkt er nu weer overal, Een Gruwelfeit, nog heugen zal, 't Was op een klein lieftallig kind, Destijds vermoord, verminkt nog vind. Heel Nederland was toen in rouw, Zoo iets men nooit vergeten zou Is thans uit wroeging en uit spijt, Door den moordenaar nu gansch beleid.
Refrein: O! lief klein kind door ons bemind, Ziet uit den Hemel neer als vrind, Bidt voor Uw ouders steeds bij God, Hun bij te staan, O droevig lot.
Een wreedaard die door stad en land, Destijds rondzwierf langs alle kant. Beweert nu dat hij toen die'r tijd Dat kind aanrande, nu ten spijt En daar in eene kerk groot Door vuile lusten had gedood. En dit slecht in een halve dag, Heel Tilburg gansch in rouwe lag.
Refrein: O! Snoodaard wreed, weet wat een leed Hoeveel onschuld, gij lijden deed, Ouders ontroofde t' gij hun kind, Dat gij nu ook uw straffe vind.
Wat kwaad, onrecht en lasternij, Ging in dee'z jaren niet voorbij: Men dacht men sprak en men bedied, De Schilder, Koster waren zij het niet? Was het dan soms een ander heer, Dat zei den kerkhater weer En zoo heeft deze wreede moord, Droefheid in menig hart geboord.
Refrein: O lief enz.
Nog is het zoo men thans verneemt Deez moord nog aan den Rechter vreemd, Want deze zwerver twijfelaar Had daar gepleit, niet zonneklaar Maar brengt misschien toch eenig licht Om te ontdekken den booswicht En iedereen verlangt er naar Te vinden dezen moordenaar.
Refrein: O Snoodaard. enz.
¶ Uit: Rolf Janssen, We hebben gezongen en niks gehad (1986)
Notenschrift van Het gekruisde kind; de volgende liedtekst werd op deze melodie gezongen. Muzieknotatie: Rolf Kanssen.
Vreeselyk moorddadig drama gepleegd in eene kerk te Tilburg wijze: Gekruisde Kind tekst: liedblad G.A.T.
wat ziet men heden weer gebeuren zoo iets in Nederland nooit gehoord in Nederland als ook in vreemden ieder spreekt over deez' wreede moord een kind in 't bloeien harer jaren in weelde en pracht ook opgevoed een ieder stortte menige tranen wanneer deez' daad werd ontmoet
REFREIN (2x)
wat ziel men nu gebeuren zoo een wreedelijke misdaad gansch Tilburg moet ook treuren over dat afgrijselijk kwaad daar woonde een huisgezin vol vreugde deftige lieden met elkaar toen op zekeren dag ook ze treurden 't geen hun overkwam met gevaar hun kindje teer van elf jaren kwam zoo hier in ons kerke neer het lieveling dacht op geen gevaren en ook op geen hartezeer
REFREIN (2x)
ondanks zijn jonge jaren trotseerde het kleine kind 't wichtje kende geen gevaren 't wierd van ieder zoo bemint zoo is dat kind 't leven benomen ja hier in onze Roomsche Kerk ieder moet er over schroomen over dat vreeselijk schandvlek niemand heeft het ooit geweten zoo een afgrijselijke moord ook niemand kan zulks vergeten in gansch Tilburg hoort men geen ander woord
REFREIN (2x)
't kind riep tot zijn verrader 't kende nog geen gevaar ik bemin wel mijn vader maar niet zoo een barbaar het gruwelijk en bitter weenen hadden per ongeluk niemand gehoord toen 't kind martelde met d' oogen bleeken riep het nog naar Gods woord ach spaar mij toch het leven ik heb niemand misdaan en ook nog geen kwaad misdreven ben zoo pas nog maar elf jaar
REFREIN <2x)
vaarwel riep het kindje teeder nooit zie ik mijn ouders weer 'k buig mij voor God nog neder hier in mijn droevig hartzeer dan is de wet spoedig gekomen om een onderzoek te ondergaan zoo hebben ze dadelijk alles vernomen dat een kindermoord was begaan twee personen hebben ze in arrest genomen en links en rechts uitgehoord en zoo bij 't lijk in de kerk doen komen niemand heeft zulks ooit gehoord ,
REFREIN (2x)
duizende menschen waren op straat om te zien die wreede misdaad maar niets konde nu baten over dat wreedelijk kwaad dinsdag om 10 uur zag men 't lijkje begraven gansch Tiiburg was op de been verscheidene mooie kransen waren geofferd voor 't kindje teer men zag menig tranen vloeien uit vaders of moeders hart maar God al hem er wel mee moeien dat de moord komt aan den dag
REFREIN (2x)
laat ons samen in vreugde leven en minnen elkaar God zal ons zegen geven en hier namaal allen te gaar
Soms begint het laatste refrein met de regel: "Laat ons zamen steeds netjes leven" Onder de verschillende liedbladen met bovenstaande tekst zien we de volgende vermeldingen: 1) Sneldrukpers E. v.d. Geer, Egelantiersstraat 17, Amsterdam 2) A. van der Heyden, zanger en dichter 3) Gezongen en verkocht door C. Smis en vrouw, komiek-zangers, Oosterhout
¶ Uit: Rolf Janssen, We hebben gezongen en niks gehad (1986)
Vreeselyke moord gepleegd te Tilburg, op de elfjarige Maria Kessels tekst: liedblad GAT . muziek: dhr. H. Franken, Weebosch
1 wie heeft ooit wreeder daad genoord zooals ik U doe verklaren wreedaardig werd een kind vermoord het was een kind van etf jaren haar lijkje dat vond men ook weldra en waar die moord nu is bedreven een ieder of hij ga of sta zou op die plaats wel staan te beven (bis) 2 de plaats des onheils wel bekend 't was in de kerk waar het gebeurde daar werd het offer zeer belend vermoord; wat iedereen betreurde de dader werd zeer ras gezocht die meri bedacht deed zich verweeren of er rui een is omgekocht zal ons de uitkomst wel doen leeren (bis) 3 hoe of de mensch zulks kan begaan kan niemand dan ook ooit begrijpen om als moordenaar te staan door in Gods huis zijn wraak doen rijpen hij heeft gewis een Duivelshart hij die de daad daar heeft bedreven dat hij verga van angst en smart is 't geen men hem wel loe wil geven 4 o wreedaard! zoo gij niet bekent hoe zult gij eenmaal voor uw God verschijnen uw ziele zij voor eeuwig belend wijl nooit uw booze geest verdwijnen bekent den mensch uw booze daad en wil gena aan uwen God doen vragen daar gij gewis, 'tzij vroeg of laat uw arme ziele zal beklagen (bis) 5 gij, Burgerij van Tilburgs stad wil de Justitie assisteeren tot men de moordenaar eens had om hem met spoed te arresteeren die in een kerk een moord begaat zal buiten daar er niet voor vreezen die gij verdacht goed gadeslaat met bijstand van het Opperwezen (bis) 6 o moordenaar! waar is uw hart hebl gij uw menschelijk gevoel verloren denk dat uw daad baart menig smart aan wien het kind ook deed behooren gij zijt nog lager dan een dier doch eenmaal zal den kerker u omringen uw leven lang en geen vertier zult gij uw klaaglied moeten zingen (bis)
|