INHOUD JONKERGOUW
HOME

BRABANTS

AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
SPECIAAL

CuBra

 

 

Willem Jonkergouw - Van Gogh ontmoet

 

_________________________

 

 

ONS EERSTE BEZOEK AAN AUVERS-SUR-L'OISE

 

Op vakantie in Noord Frankrijk en dan in de omgeving vertoeven van de Oise, brengt iedereen die in kunst geďnteresseerd is, haast als vanzelf, bij de plek waar hij de sfeer van Vincent kan proeven.

Op zoek naar zijn sporen hoef je niet verder te gaan dat het plaatselijke bureau voor toerisme. Het ligt aan een bekend straatje dat uitkomt bij een oud poortje eveneens erg herkenbaar. Natuurlijk helpt men je al gauw aan een toeristische wandelkaart voor de hele omgeving.

 

Wij waren er op een zeer warme augustusdag. Ondanks het broeierige weer zijn we gaan lopen. Daarbij valt op dat nog veel van het landschap uit Vincents tijd intact gebleven is

 

Al lopende, voelen we ons steeds meer bij Vincent op bezoek. Wanneer je zijn werk kent is het nu net alsof je iemands vakantiefoto’s hebt gezien en pas daarna de plaats bezoekt waar ze gemaakt zijn. Met de gedachte aan zijn kleurenpalet in het hoofd begonnen we merkbare verschillen te ontdekken. Hier zeker geen AGFA of KODAK kleuren maar een voelbaar en warm palet.

 

Het zal best ook door het mooie weer zijn gekomen dat het land zo’n warmte uitstraalde, maar het oker van het koren neemt hier het geel van de zon over, zó onbeschrijfelijk warm komt het naar je toe.

Er hangt een opmerkelijke stilte en de lucht is er strak staalblauw als we het kleine kerkhof binnenlopen waar Vincent en zijn broer Theo, begraven liggen.

 

Ze liggen er gebroederlijk naast elkaar, in een soort dubbelgraf. Achter de grafstenen waarin hun namen gebeiteld staan, hangt een bordje waarop de boodschap staat dat de groene klimmer, een “Hedera” die de beide graven overgroeid, op verzoek van Mevrouw Theo van Gogh is geplant.

Een plant die de beide broers verbindt en dus hun verbondenheid symboliseert. Ik nam er stilletjes een minuscuul stekje, van mee. Zo zou ik thuis een levendige herinnering kunnen kweken aan de voor mij zo dierbare schilder.

 

De andere graven op het kerkhof toonden een zee van kleuren zowel van echte, als van kunstbloemen. Een volheid zoals je die bij ons alleen met Allerzielen ziet.

Er liggen nog meer beroemde schilders te rusten, zoals Boggio, Rajon en Goeneutte. Namen die me overigens als minder bekend voorkomen.

 

Naar de uitgang van het kerkhof lopend zagen we onder de boogpoort een houten lijkbaar staan die zo oud leek, dat die ook voor Vincent gebruikt zou kunnen zijn.

Terug naar buiten lopend vond ik op de zandweg een resttube olieverf “zinkwit” alsof die er voor mij was neergelegd. Ik heb ze bewaard. Het pad terug naar het dorpje voert langs de korenvelden waarbij mannen met grote gele strohoeden en bretels om aan het werk zijn. We dalen af naar de” Eglise Notre Dame” de bekende kerk in Auvers die ook door Vincent geschilderd is en die onder aan het weggetje ligt.

Op het trottoir er tegenover staat een gele stip. Wanneer je daar op gaat staan, zie je het standpunt van waaruit Vincent de kerk geschilderd heeft.

 

Van de schilder Boggio, fotografeerde ik later de buitenkant van zijn atelier in de Rue Boucher. Een oud huis met zoveel verfresten en schimmels op de muren, dat daar een spontaan palet uit samen te stellen zou zijn. Zo’n mooi aardegroen, oker en blauw te ontdekken viel.

Alles bij elkaar een beleving op zich. Je waant je daar heel dicht bij Vincent. Hij wordt steeds meer een goede bekende voor ons. Wat een kleurrijke, wonderlijke man was dat.