De bijnaam van
de oudste van elf Buysse's was 'de groten'
Marcel; hij
zei vooraf wanneer en hoe hij winnen zou en deed
Dat ook. In
dertien stond hij één en zou de kloof vergroten
Toen hij zijn
stuur brak en twee uur verlies had aan de meet
De slotrit
naar Parijs won hij met voorsprong om te tonen
Wie zonder
pech de sterkste was geweest, hij wierp zijn fiets
Op straat en
dreigde met zijn vuist onzichtbare demonen
Maar Flupke
Thijs die won de Tour, 'de groten' die had niets
Dertien jaar
later kwam zijn broer Lucien in sneeuw en regen
Als eerste -
vijfentwintig minuut voor - aan in Luchon
Zo zwaar was
het dat twee op de drie die Tour zijn afgestegen
En in Parijs
smeet hij niet met zijn fiets, Lucien, hij won.