HOME CUBRA

INHOUD AUTEURS

Brabant Cultureel • Brabant Literair

Tijdschrift voor kunst, cultuur en literatuur

64ste Jaargang - nummer 5 - oktober 2015

 
HOME BC / BL Contact / Reageren Archief Brabant Cultureel Archief Brabant Literair
 
 

 

Werk van prijswinnaar Rudolf Samohejl in Kunstpodium T in Tilburg. foto Alexander J. Croft

 

 

'Jan Naaijkens penning'. foto ES

 

©Brabant Cultureel – oktober 2015

Jan Naaijkens Prijs inspireert jonge kunstenaars

 

In september reikte het Noordbrabants Genootschap de Jan Naaijkens Prijs 2015 uit. De naamgever van de prijs kon zelf niet aanwezig zijn. Zijn zoon Emmanuel nam de honneurs waar en schreef onderstaande persoonlijke impressie.

 

door Emmanuel Naaijkens

 

En opeens lag daar de uitnodiging van het Noordbrabants Genootschap voor de uitreiking van de Jan Naaijkens Prijs 2015. Met een handgeschreven briefje van voorzitter Gerard Rooijakkers aan de naamgever: ‘Jan, ge bent op 17 september van harte welkom bij Kunstpodium T in Tilburg.’ Verbazing bij mijn vader, 96 jaar oud. Een prijs die naar hem genoemd is? En die uitgereikt wordt aan een jonge kunstenaar, misschien wel uit het buitenland? En wie is Gerard Rooijakkers in hemelsnaam?

Ooit had mijn vader een ijzeren geheugen, maar dat vertoont steeds meer hiaten. Mensen, feiten en gebeurtenissen van lang geleden, komen niettemin soms verrassend nog naar boven. Maar naar recente berichten is het soms lang zoeken, en steeds vaker tevergeefs. ‘Ik geloof dat ik de laatste tijd wel eens wat vergeet,’ zegt hij er zelf over.

Elk nadeel heeft zijn voordeel. Het ‘nieuws’ dat er een prijs naar hem is genoemd klinkt hem als muziek in de oren. Maar om de uitreiking van de prijs, net als vorig jaar, met zijn aanwezigheid op te luisteren, dat zit er niet meer in. Ik beloof als zoon de honneurs waar te nemen.

 

 

De prijsuitreiking in de tuin van Kunstpodium T. foto Alexander J. Croft

 

 

Europees

De Jan Naaijkens Prijs is in 1984 op initiatief van het Noordbrabants Genootschap ingesteld bij het bereiken van de vijfenzestigjarige leeftijd van de schrijver. De prijs was bedoeld voor de man of vrouw die zich verdienstelijk had gemaakt voor de Brabantse cultuur. Hij is, om onduidelijke redenen, slechts enkele malen uitgereikt. Zanger Gerard van Maasakkers had in 1987 de primeur. Later volgden componist/muzikant Tom America, dichteres Y. Né, archeoloog Nico Arts, publicist Ed Schilders en theatermaker Jacques de Groot.

Drie jaar geleden besloot het bestuur van het Genootschap het over een andere boeg te gooien. De prijs wordt nu uitgereikt aan een deelnemer van een project, dat kunststudenten en net afgestudeerde kunstenaars uit diverse Europese landen helpt een stap te maken naar de beroepspraktijk. Dat project onder de titel Apprentice/Master is een initiatief van Zeus Hoenderop van Kunstpodium T in Tilburg en zag in 2008 het levenslicht. De kern van het idee is dat je jonge kunstenaars een zetje kunt geven door ze te koppelen aan een bekende kunstenaar, volgens het oeroude principe meester-gezel.

Dit jaar deden er zeventig studenten mee, afkomstig van kunstacademies in Nederland, België, Engeland, Ierland en Tsjechië. De studenten volgden onder meer workshops bij Museum De Pont. Apprentice/Master wordt financieel gesteund door de gemeente Tilburg, bkkc en het Mondriaanfonds. De werken van vijf studenten werden genomineerd voor de Jan Naaijkens Prijs (een geldbedrag van 2000 euro en 750 euro om een master te volgen). De jury van 2015 bestond uit Ingrid Luyckx van de gelijknamige galerie, kunstenares Karin van Pinxteren en conservator Maria Schnyder (De Pont).

 

 

Emmanuel Naaijkens toont het oorlogsschetsboek van zijn vader. fotograaf onbekend

 

 

Kwijt

Het is een mooie nazomeravond, de 17de september, en de officiële uitreiking van de prijs vindt daarom plaats in de tuin van Kunstpodium T. De sfeer is informeel en het zindert een beetje, zoals dat hoort bij jonge mensen die nog vol verwachting zijn van de toekomst. Hun enthousiasme werkt aanstekelijk.

Gerard Rooijakkers schetst als voorzitter van het Noordbrabants Genootschap in barokke woorden, als ware het een laudatio, een profiel van mijn vader. Voor de jongelui, grotendeels afkomstig uit het buitenland, moet van mijn vader een beeld opdoemen als was hij in zijn gloriedagen een heuse kunstpaus.

Ik mag nu als orator in zijn voetsporen treden. Wat ik de aanstormende generatie namens mijn vader wil meegeven, is de betekenis van vrijheid, zonder welke kunst en cultuur niet kunnen gedijen. Omdat in het openbaar Engels spreken voor mij geen dagelijkse bezigheid is en ik niet gezegend ben met de flux de paroles van mijn vader, heb ik wat steekwoorden op papier gezet. Helaas raak ik ergens onderweg het papiertje kwijt.

Wat volgt is een improvisatie die van links naar rechts schiet, met af en toe wat Dunglish: Dutch English. Ik realiseer me ineens hoe je als mens onthand raakt als er, net zoals bij mijn vader, gaten in je geheugen vallen en je geen vaste grond meer onder je voeten voelt. Hulpeloos. Later zal Thomas Leeuwenberg, de kleurrijke eigenaar van antiquariaat de Rijzende Zon, me lachend vertellen dat hij zelden zo’n klunzige toespraak heeft gehoord, ‘maar wel recht uit het hart’.

 

 

Winnaar Rudolf Samohejl (l.) en de naamgever van de Jan Naaijkensprijs. fotograaf onbekend

 

 

Oorlog

Ik vertel zo goed en zo kwaad als het gaat over de tijd dat mijn vader nog jong was. Dat hij graag een kunstopleiding had gevolgd, daar het talent voor had, maar dat zoiets in een eenvoudig gezin slechts een droom was. Dat hij zich het tekenen en lino snijden zelf eigen had gemaakt. Dat hij in de oorlog zijn leven had geriskeerd door valse persoonsbewijzen te maken voor geallieerde vliegers en voor Joden op de vlucht voor de nazi’s. Dat hij wegens verraad moest onderduiken en onderdak vond bij de Amsterdamse kunstenaar Jan Tebben, waar hij de tijd doorbracht met het maken van tekeningen en verzetsprenten.

Om mijn verhaal kracht bij te zetten, toon ik de jongelui het schetsboek uit de oorlog, met tekeningen van Amsterdam. Mijn vader was vooral een ambachtsman, houd ik ze voor. Zijn realistische voorstellingen zijn heel wat anders dan hun abstracte, conceptuele kunstuitingen.

Dan maakt de gedeputeerde van cultuur Henri Swinkels bekend dat Rudolf Samohejl (28) uit Praag de Jan Naaijkens Prijs 2015 heeft gewonnen. Hij is in Dublin in de leer geweest bij ‘master’ prof. Philip Napier. Na de uitreiking komt de jonge Tsjech op me afgelopen en zegt dat hij graag mijn vader wil ontmoeten. Hoezo, vraag ik, je kent de omstandigheden? Rudolf vertelt dat hij vorig jaar na de prijsuitreiking een tijdje met mijn vader heeft staan praten en dat hij een enorme indruk op hem gemaakt heeft. En hij is geweldig blij met de prijs. Dat ontroert me, en we spreken een dag later af in Hilvarenbeek. Het wordt een gedenkwaardige ontmoeting: Ik zie wat kunst vermag.

 

Spontaan

Ineens staan Rudolf en zijn vriendin Anzeka bij mijn vader in de huiskamer. Hij begroet ze hartelijk of hij ze al jaren kent. De conversatie in het Engels gaat hem redelijk gemakkelijk af. We praten over kunst. Over Van Gogh en Mondriaan, die ook in Brabant hebben geschilderd. Mijn vader heeft voor de prijswinnaar een boek klaar liggen over het Nederlands expressionisme en geeft er spontaan een toelichting bij. We spreken over de drijfveren van Rudolf, over de politieke situatie in Oost-Europa onder het communisme en nu, over de vluchtelingen. We pakken de ‘oorlogsprenten’ erbij en Rudolf zegt bewonderend dat hij zou willen dat hij zo kon tekenen. Na ruim een uur is het mooi geweest.

Een dag later is mijn vader de ontmoeting alweer vergeten. Gelukkig hebben we de foto’s nog.