>  home

 

   >  speciaal

 

   >  auteurs

 

   >  teksten

 

   >  brabants

 

   >  audio

 

 












 

 

 

 

 

 

 

 

 

inhoud Jan de Jong  <    

inhoud Schoonebeek  <    

Jan de Jong

Schoonebeek

 

________________________________

 

Kerstpakket

 

Alleen zijn heeft, Schoonebeek kan het niet vaak genoeg benadrukken, onnoemelijk veel voordelen. Geen vrouw, geen werkkring en toch genoeg geld om van te leven – Schoonebeek kent de geneugten als geen ander.

Alleen met Kerst ligt het wel een klein tikkeltje anders. ‘Geen vrouw en geen baan’ laat zich dan met gemak verwoorden als ‘geen kerstcadeautje en geen kerstpakket’. Overal ziet Schoonebeek mannen en vrouwen zich door de stad spoeden met een kunstig ingepakt presentje voor de o zo geliefde wederhelft. Of met zo’n kleurige doos vol winkeldochters die neringdoenden ieder jaar voor een zacht prijsje overdoen aan werkgevers die er vervolgens hun zwaar ondergeschikten mee door de sneeuw naar huis laten ploeteren.

En ja, dat mist Schoonebeek toch wel een beetje. En daarom heeft hij dit jaar maar weer eens een cadeautje voor zichzelf gekocht. Een espressoapparaat dat verse bonen in een mum van tijd omzet in straffe, doch prettig geurende koffie.

Toen Schoonebeek na aankoop met een tas van de elektronicagigant door de drab in de Heuvelstraat schuifelde, kwam hij daar die bijzonder aardig zus van een goede vriend tegen. Echt zo’n vrouw met wie Schoonebeek ooit nog wel eens overwogen had een diepgaande relatie te beginnen. Maar toen hij die suggestie een keer naar voren bracht, wimpelde de vrouw Schoonebeek vriendelijk doch kordaat af. Sedertdien doet ze wel altijd erg lief tegen Schoonebeek, hetgeen hij voor schuldbesef houdt.

‘Wat heb je gekocht?’ vraagt ze met oprechte belangstelling.

‘Een koffiemachine,’ bekent Schoonebeek terstond. En hij gunt haar een korte blik in de plastic tas.

‘Een cadeautje?’ wil de net-niet vriendin weten.

‘Ja,’ antwoordt Schoonebeek. Waarna hij een zucht laat volgen die voor veelbetekenend moet doorgaan. ‘Voor mezelf.’

De vrouw lacht, mompelt iets van ‘fijne dagen’ en knijpt hem even hartelijk in de linker onderarm. Dat zet ze haar eigen reis voort.

 

Schoonebeek was voorval al weer zo goed als vergeten toen, twee dagen na nieuwjaar, een bezorger van de posterijen bij hem aanbelde om een pakje af te geven. Het was een doosje van ongeveer vijftien centimeter naar alle kanten. Er zat een briefje in en heel veel vloeipapier.

‘Kerstpakket voor een lieve man’ stond er op het briefje. En daaronder de naam van de vrouw die niet zijn vriendin was.

En in het vloeipapier zat een fraaie tweekleurige koffiebeker. ‘Schoonebeek’ stond erop geschilderd. En in kleinere letters ‘verse koffie’.

Schoonebeek glimlachte ontroerd. Slikte even. En ging toen koffie zetten. Toen hij alles in gereedheid had gebracht, haalde hij de nieuwe beker en plaatste die onder het koffietuitje. Tenminste, dat was de bedoeling. Maar de beker paste niet. Hij was te groot.