________________________________
[24 mei 2012 - nr
282)
Koopzondag
Schoonebeek is
gek op die Tilburgs koopzondagen. Van hem mocht het elke dag
koopzondag zijn. Niet alleen verlevendigt het zijn dagelijks gang
naar de stamtafel, maar het geeft ook nog eens ruimte aan
impulsaankopen in een groter warenhuis of bij de boekenboer.
Afgelopen
zondag heette de impulsaankoop Celinspecties, het derde
bundeltje van Ester Naomi Perquin. Nou klinkt dat ‘derde bundeltje’
alsof Schoonebeek op de hoogte is van de dichterlijke carričre van
die mevrouw Perquin, maar dat is hij niet. Sterker nog, hij had nog
nooit van haar gehoord, wat een betrekkelijk grote schande is, omdat
haar eerste bundel al uit 2007 stamt en zij bovendien al meer dan
een jaar de stadsdichter van Rotterdam lijkt te zijn.
Maar goed, de
kennismaking was er niet minder om. Haar eerste woorden waren
namelijk: ‘Liet me argeloos vallen die dag in andermans leven,
andermans / autorijles, boodschappenlijstjes, college, in andermans
/ aarzelingen, beginnende benen op dansles. // En overal wist ik de
weg, […]’
Kijk, als
iemand zich met die woorden aan hem voorstelt, kan het bij
Schoonebeek niet meer stuk. Vooral iemand die overal de weg weet,
spreekt hem bijzonder aan. Want hij weet zelf nergens de weg, al
helemaal niet in de poëzie. Ester wel.
Twee straten
verderop drinkt Schoonebeek zijn eerste Duvel van die dag. Naast hem
ligt de krant van gisteren, want dat heb je dan weer wel op
koopzondagen, de krant is altijd van gisteren. De boekenboer en de
kroegbaas zijn nog niet zover dat zij ook The Sunday Times of
The Observer in het zondagpakket opnemen. Daarvoor zijn de
koopzondagen nog te jong, te broos en te kwetsbaar.
In Gilze-Rijen,
leest Schoonebeek, schaffen ze de koopzondagen weer af omdat die
dorpjes bij nader inzien toch niet van die toeristische
trekpleisters zijn, als ze volgens een eerder plan wel waren. In
Tilburg weten ze dat en daarom rekenen ze alle omliggende
attracties ook maar gewoon mee. Beekse Bergen, Baarle Nassau, de
Efteling: allemaal Tilburg.
Schoonebeek
drinkt zijn Duvel (en bestelt een tweede), kijkt naar de krant en
naar de dichtbundel. En vraagt zich af wie er toch eigenlijk schuld
heeft aan al die gekte. Eén ding staat als een paal boven water: het
ligt nooit aan hem.
Of in de
woorden van Ester Naomi Perquin: ‘Je kunt ook vinden dat alles aan
de ander ligt, want / er is altijd een keuze, iedereen is altijd
maker / van keuzes. Iedereen is altijd maker.’
Waarvan akte.
Buiten loopt
iemand met een tamelijk volle boodschappentas langs het zondagse
terras.
|