
Vrouwenborsten hebben de fantasie
van de man altijd geprikkeld. Geen wonder, want al direct na onze
geboorte worden we gekoesterd en gevoed door deze sponsachtige, warme
massa. Philip Roth sublimeerde deze typisch masculiene obsessie voor 'de
kroonjuwelen van de vrouw' tot zijn novelle 'De borst' - een
droefgeestige variant op Kafka's 'Die Verwandlung' - waarin een man tot
een gigantische tiet metamorfoseert. Afgezien van de Woody Allen-achtige
psychobabbels en absurde kunstgrepen om het verhaal geloofwaardig te
houden, bewees Roth met zijn surrealistische fabel dat hij zijn
borstnijd in elk geval tot fonkelend proza kan sublimeren.
Aan wie behoren de borsten
eigenlijk toe? Het antwoord op deze retorische vraag hangt helemaal af
van het ingenomen standpunt. Fysiek zijn ze natuurlijk het rechtmatige
eigendom van de vrouw. Voor haar symboliseren ze primair Eros en
Thanatos: de belofte van seksueel genot maar ook de angst voor
borstkanker.
Echter de betekenis van de
vrouwenboezem ligt hoofdzakelijk in 'the eye of the beholder'. Mannen
associëren borsten met lust, plezier en geborgenheid. Hun fascinatie
voor de halfkogelvormige of konische mammae - en dit zijn slechts twee
varianten van de vele in omloop zijnde modellen - wortelt volgens
psycho-analytici in de traumatische ervaring, die het abrupte einde van
de borstvoeding en het overwinnen van het Oedipus-complex voor elke
jongen moet zijn. De intense tevredenheid en orale lust uit onze
zuigelingenjaren kunnen we als volwassene opnieuw beleven door het
strelen van vrouwenborsten en het vergenoegd sabbelen aan tepels.
Sla Gershon Legman's 'Rationale of
the dirty joke' er op na en verbaas u over het enorme repertoire aan
borstvijandige moppen. Populaire synoniemen voor borsten verraden het
scala aan tedere maar ook minachtende gevoelens van mannen jegens de
boezem. Macho-termen als prammen, memmen en tieten, om nog maar te
zwijgen over de florale en fruitige equivalenten, tonen aan welk web van
associaties kerels rond de mammae hebben gesponnen.
Het was de Franse arts Witkowski
die in 1898 de eerste grondig gedocumenteerde cultuurgeschiedenis aan de
vrouwelijke uitstulpingen wijdde. De omineuze titel van zijn opus magnum
'Historische en religieuze anecdoten over borstvoeding, inbegrepen de
geschiedenis van de decolletage en het corset' weerspiegelde zijn liefde
en fascinatie voor de mammae. De erudiete geneesheer molk zijn
fascinatie nog verder uit in een diepgravende vervolgstudie die hij kort
en krachtig 'De borsten in de kerk' noemde.
Was dat boek Witkowski's antwoord
op het decreet van paus Leo XIII die verordonneerde dat heiligen en
martelaren niet meer in ontblote staat mochten worden afgebeeld? In
Nederland reageerde de redactie van het katholieke tijdschrift 'Van
onzen tijd' door een reproductie van Jan van Scorels zogende madonna af
te beelden.
Of die provocaties de valse
schaamtegevoelens over naakte borsten hebben verminderd, zal wel altijd
een raadsel blijven. Tegenwoordig worden topless zonnebadende vrouwen en
moeders die in het openbaar hun kind de borst geven in Europa nauwelijks
nog aanstootgevend gevonden. Reclamemakers, pornografen, kunstenaars en
fotografen exploiteren de boezem, ongehinderd door de beladen
connotaties die de vrouwenborst van oudsher heeft gehad. Maar of dat
reden is voor triomfalisme?
De Amerikaanse professor Marilyn
Yalom betwijfelt het en schreef in het kielzog van de Franse arts een
eigenzinnige cultuurgeschiedenis van de borsten. Het onbepaald lidwoord
in haar 'A history of the breast is zeer terecht, want afhankelijk van
de gekozen invalshoek, zijn er vele panoramische overzichten van de
historie van de tiet mogelijk. Witkowski was vooral medicus en
encyclopedist. Yalom laat zich kennen als een milde feministe, die in
haar pétite histoire probeert te bepalen welke rol de borst in
de westerse cultuur heeft gespeeld.
Ze wil graag uitvinden hoe vrouwen
in het verleden zélf over hun borsten dachten. Konden zij kiezen tussen
borstvoeding of een min? Wanneer kregen ze inspraak bij de medische
behandeling van borstkwalen? Hoe hebben ze hun borsten als voertuig van
commerciële en politieke boodschappen laten exploiteren? Waren de
literaire en kunstzinnige verbeeldingen van de borst vooral een
mannelijke aangelegenheid? En niet in het minst: zijn de pogingen van
vrouwen om de borst als rechtmatig eigendom te heroveren in de tweede
helft van deze eeuw geslaagd?
Bij Yalom krijgt de vrouwenborst de
complete behandeling. Het fenomeen wordt benadert vanuit de religie, de
erotiek, het huisgezin, de politiek, de psycho-analyse, de commercie en
de geneeskunde. Historische excursies vormen de opmaat voor de jaren
zestig en zeventig waarin de borsten bevrijd worden tot dit decennium
wanneer de siliconenversie van de Jayne Mansfield-tiet en het decollete
opnieuw furore maken.
Haar boek is een hinkstapsprong
door de westerse geschiedenis, volgens het beproefde stramien, van de
prehistorische beschavingen, via de Griekse en Romeinse Oudheid, naar de
Middeleeuwen, de Renaissance en de Gouden Eeuw. Een keerpunt in de
geschiedenis van de borst wordt gemarkeerd door de toenemende invloed
van de politiek en de commercie op het vrouwenlichaam. Dat begint in
1798 als revolutionairen de naakte boezem van de Marianne, hét
boegbeeld van de Franse Republiek, tot uithangbord van hun idealen
promoveren. De borstterreur neemt benauwende vormen aan tijdens de
corsettenrage in de negentiende eeuw. En de boezem lijkt eindelijk
bevrijd als feministes demonstratief hun beha's verbranden. Maar de
angst voor borstkanker en de zegetocht van de Push up-BH maken
van de jaren negentig een decennium waarin crisis en restauratie de
boventoon voeren.
Hoe arbitrair Yalom's methode ook
mag zijn, het resultaat is origineel, leerzaam en onderhoudend. Wel moet
de lezer instemmen met de these dat de man de borsten gekoloniseerd
heeft en het hoog tijd wordt om deze potentaat te verdrijven uit het
land van melk en honing.
Van de paleolithische
vruchtbaarheidsgodinnetjes tot de met siliconenimplantaten vergrote
tieten van de playmates-of-the-month was de beeldvorming van de borst
hoofdzakelijk een mannenaangelegenheid geweest. Hij bepaalde goeddeels
wat mooi, kuis of opwindend was. Zij had zich maar te schikken. Althans
volgens Yalom. Positieve of goede eigenschappen kreeg de borst wanneer
het accent lag op haar vermogen kinderen, of allegorisch, een religieuze
of politieke gemeenschap te voeden.
De joods-christelijke cultuur
rekende af met het polytheïsme en verbond zowel positieve als negatieve
connotaties aan de borst. Eva als archetypische verleidster zoogde dan
wel de voorouders, de appel van de zondeval werd in kunstwerken en
geschriften veelal in verband gebracht met haar op appels lijkende
borsten.
De notie dat de borst een
instrument van verleiding en agressie is, hebben we te danken aan de
profeet Ezekiël die de bijbelse steden Jeruzalem en Samaria als 'wulpse
hoeren met zondige borsten' afschilderde. Dit motief nestelde zich
hardnekkig in het collectieve onderbewuste. Shakespeare noemde de
monsterachtige Lady Macbeth 'slechtborstig', een gegeven dat nog steeds
in hedendaagse films, reclameboodschappen en pornografie opduikt, zeker
als seks met geweld wordt verbonden.
In het veertiende eeuwse Italië
was de zogende madonna een populair gegeven in de kunst. Maar van de
vijftiende tot de zeventiende eeuw verdampte dit sacrale beeld en kreeg
de borst in talloze schilderijen en gedichten een erotische lading.
De Republiek der Nederlanden in de
Gouden Eeuw domesticeerde de borst. Wij hebben de boezem getemd.
Hollandse protestanten wierpen zich op als fanatieke pleitbezorgers van
de borstvoeding en zagen deze daad als een eerbetoon aan God. Jacob Cats
schreef 'Een die haar kinders baart, is moeder voor een deel; Maar die
haar kinders zoogt, is moeder in 't geheel'. Het was de tijd dat men nog
geloofde dat moederlijk bloed in melk werd omgezet. Wie het zogen
uitbesteedde, liep het risico dat de slechte eigenschappen van de min
aan het kind werden doorgegeven.
Yalom ziet in de schilderijen van
Pieter de Hooch en tal van andere genrestukjes bewijs voor haar
opvatting, dat de madonna van de katholieken een waardige remplacant in
de zogende seculiere moeder kreeg. Interessant is haar stelling dat het
propere Holland uniek was in Europa. Hier waren de ouderlijke taken naar
sekse streng gescheiden. De vader onderhield het gezin, de moeder legde
de grondslag voor een goede opvoeding door te beginnen met borstvoeding.
Op veel schilderijen uit die tijd figureren de zogende moeders in
allegorische voorstellingen, die de deugd van de naastenliefde
(borstvoeding geven) verbeelden. Vrouwen waren hier verantwoordelijk
voor het huishouden, een idee waarvan de echo tot op de dag vandaag in
alle discussies over kinderopvang en deeltijdwerk doorklinkt.
De Hollandse obsessie met
properheid zette zich voort tot in de voorliefde voor roomblanke
borsten. Fijntjes merkt Yalom op dat natuurlijk ook de internationaal
vermaarde zuinigheid van the Dutch een motief kan zijn geweest om
geen min te engageren. Moedermelk was immers gratis. Waren al die
medische, religieuze, sociale en zedelijke motieven om borstvoeding te
prefereren schaamlappen voor onze krenterigheid?
De uitbundig volkse taferelen van
Jan Steen en de populaire literatuur grossierden in vrolijke
losbandigheid. Hollandse vrouwen waren befaamd om hun zware boezem.
Vanaf Rubens dijden de borsten tot ongehoorde proporties uit. Na 1650
wemelt het in onze schilderkunst van borsten die bijna uit hun decollete
ontsnappen. Het calvinisme bracht het zinnelijk plezier in een fraaie
boezem allerminst om zeep.
De diepe decolletes van de
Hollandse vrouwen en het zoenen in het openbaar shockeerde menige
buitenlandse bezoeker. Diderot noteerde dat de Hollandse vrouw hem de
lust benam om erachter te komen of de reputaties van hun wonderbaarlijke
boezems al of niet op waarheid berustte.
In Frankrijk zou de waardering voor
de borstvoeding pas onder invloed van Rousseau's geschriften een hoge
vlucht nemen. Vanaf de helft van de achttiende eeuw voerde men in een
groot deel van Europa een heftige campagne tegen het korset. Verontruste
medici betoogden dat ze het vrouwenlichaam vervormden. Korsettenmakers
pareerden dat ze vrouwen hielpen een mooi figuur te behouden. Het
wapengekletter duurde echter maar kort en het vrouwenharnas handhaafde
zich.
De Fransen waren het vindingrijkst
in het ontwerpen van een verbijsterende verscheidenheid aan modellen.
Voor elke bezigheid ontwikkelden ze een variant: slaapkorsetten,
paardij-, bad- en fietskorsetten, het hield niet op. Ze figureerden in
postordercatalogi en tijdschriften, maar prikkelden ook de verbeelding
van dichters en minnaars. Het korset groeide uit tot een tantaliserend
fetisj, dat nog steeds veel mannen in vervoering kan brengen.
De roemruchte beha deed zijn
intrede pas aan het begin van deze eeuw. Rond de eerste wereldoorlog
waren er zowel korsetten als bustehouders te koop. Borstcrèmes,
opvulmiddelen en dubieuze medische ingrepen om een fraaiere boezem te
verkrijgen werden een goudmijntje voor de commercie.
In de jaren twintig maakten
'flappers' het strijkplankfiguur even populair, maar dit jongensachtige
lijf verdween weer in de jaren dertig. Vanaf die tijd werden slip en
beha de standaarduitrusting van elke vrouw. De ontdekking van nylon in
1938 betekende een ware revolutie.
Het zou tot na de Tweede
Wereldoorlog duren eer de synthetische vezels op grote schaal toepassing
vonden in beha's.
Door nieuwe technieken en
materialen zagen wonderlijke modellen het licht, zoals de door Madonna
opnieuw geïntroduceerde 'kogel- of torpedo-BH' die de borsten omvormden
tot projectielen die elk moment gelanceerd konden worden. Maidenform
introduceerde de legendarische 'Droom-campagne' die in de jaren zestig
werd geparafraseerd middels de feministische slogan 'I dreamt I went to
the revolution in my Maidenform-bra.' Het androgyne of Twiggy-lijf werd
de norm. De beha raakte uit de gratie.
In de jaren zeventig en tachtig
heroverden de lingeriefabrikanten de markt met jogging-, soft-, en
voedingbeha's, alsof ze de kunst hadden afgekeken van de
negentiende-eeuwse korsettenfabrikanten die ook voor elke mogelijke
activiteit borstondersteuners hadden bedacht. De kroon op deze
guerillatactiek was de herintroductie van de Wonderbra die al begin
jaren zestig werd ontwikkeld en door Amerikaanse fotomodellen uit de
schappen van een Londense lingeriewinkel waren meegenomen.
In 1994 werden ze in New York
gelanceerd. De hype rond het decollete bereikte het stadium van de
hysterie toen in San Francisco de Wonderbra met trompetgeschal werd
ingehaald en operazangers een lofzang afstaken op deze nouveauté.
De lingerie werd als het goud van Fort Knox in gepantserde wagens naar
Macy's en andere warenhuizen aangevoerd. Er vormden zich lange queues
voor de warenhuizen om een exemplaar te bemachtigen.
Maar hoe verklaren we de hysterie
over de Wonderbra en onze hernieuwde voorliefde voor geprononceerde
borsten? Is het een onbewust verlangen van de man om de jaren vijftig te
restaureren en de vrouw tot een hersenloos en rondborstig kindvrouwtje
à la Bardot te degraderen? Is de gedeseksualiseerde carrièrevrouw uit
de gratie omdat de fallocraat zich bedreigd voelt door haar ambitie en
eerzucht?
Yalom wijst met een beschuldigende
vinger naar de commercie. De populariteit van push-up beha's en
korseletten, borstvergroting en verkleining en de schadeclaims aan het
adres van fabrikanten die siliconenimplantaten vervaardigen, ze lijken
Michel Foucault's karikatuur van de vrouw als 'dociel lichaam' te
bevestigen. Dat ze gehersenspoelde slachtoffers van een commercieel
mannelijk complot zouden zijn is echter al te simplistisch. Veel vrouwen
willen graag sexy gevonden worden en zijn bereid zich aan operaties te
onderwerpen om aan het heersende schoonheidsideaal te beantwoorden.
'Tieten mogen weer', zegt een
Rubensiaanse vrouw tegen haar verbaasde man op een cartoon in The New
Yorker. 'Blij zijn met borsten - pronk ermee' schettert een scribent in
een modeartikel van The New York Times. Terwijl Marilyn Yalom de
eenzijdige fixatie op de borsten probeert te doorbreken, wijzen alle
tekenen erop dat de borst als lustobject aan een nieuwe opmars bezig is.
Yalom ziet deze ontwikkeling als een onbewuste poging om de angst voor
borstkanker te bezweren, een nostalgische vlucht naar de arcadische
boezem.
Maar wat zijn borsten au fond? Voor
een medicus een hoeveelheid vetweefsel met een melkklier, bekroond door
een tepel en omgeven door een hof. Biologisch is hun functie zeer
beperkt, maar wel van levensbelang voor het jonge nageslacht. De
lactatie zorgt voor voldoende anti-stoffen bij de zuigeling en bevat
alle bestanddelen die hij nodig heeft. Dat de moeder ook lustgevoelens
ervaart bij het geven van borstvoeding was al vroeg bekend maar werd
lang angstvallig verzwegen.
De ironie wil dat onze obsessie
voor borsten bitter weinig te maken heeft met hun primaire functie.
Hollywood-producenten, lingeriefabrikanten en de populaire media
propageren de geprononceerde boezem als teken van macht, gezondheid en
eros. De kroonjuwelen van de vrouw worden gekoesterd en bezongen. Het
huidige schoonheidsideaal, een jongensachtig lichaam met smalle heupen
en een stevige boezem, drijft veel vrouwen tot wanhoop. Het verlangen
naar borstvergroting of verkleining en een groeiend aantal bulimia- en
anorexia-patiëntes is de oogst. Hoe maken we daar een eind aan? Door
vrouwen de onbetwiste alleenheerschappij over hun lichaam terug te
geven, hoopt Marilyn Yalom.
De realiteit is echter
weerbarstiger. Bosjes mannen blijven mijmeren en fantaseren over
ballontieten. Op Internet zijn homepages gewijd aan borstfetisjisme en
scoren uiers en groteske memmen een record aantal hits. In de
geïllustreerde pers, van Panorama tot Penthouse, overheersen de
modellen met siliconenboezems.
De treurigste man is echter de nerd,
die het liefst in een condoomachtig pak met sensoren zou willen kruipen,
zodat hij een computervrouw met digitale borsten kan opvrijen. Jammer
genoeg gaat Yalom niet ver op dit griezelige fenomeen in. In Het
digitale lichaam, het helaas ietwat modieuze geraaskal van een
cyber-filosoof, staan huiveringwekkende voorspellingen van het lot de
borsten wacht als de computerfreaks hun lusten op Internet en CD-rom
blijven botvieren. Losgezongen van hun oorspronkelijke betekenis,
lactatie en koestering, gedigitaliseerd op pornografische cd-rom
spelletjes, zal de buste een metamorfose ondergaan waarbij de fantasie
van Philip Roth nog verbleekt.
Digitale borsten zijn koel en hard
als een beeldscherm. Om deze omissie te compenseren zal de
contactgestoorde nerd zelf borsten ontwikkelen of ze in zijn
cyber-sekspak laten inbouwen. En daarmee zijn we nog verder van huis.
Dan heeft de vrouw haar borsten weliswaar helemaal terug, maar is er
niemand meer om ze te strelen, kussen en begeren. En dat zou toch wel
het grootste drama zijn sinds de profeet Ezekiël ons inpeperde dat de
tiet zondig en slecht is.