INHOUD GG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

PRINT PAGINA
REAGEREN
 

G E M M A  G E U X

 

OORLOGSCORRESPONDENT

 

Je hoort wel eens wat. Een oorlog brengt altijd veel deskundigen voort. Zo hoor ik Jozias Aartsen zeggen, dat hij zich afvraagt of de Nederlandse partijvoorzitters nu onderling een telefoonketen hanteren? Dat is zo’n praktische vraag waarvan het antwoord waarschijnlijk de wereld gaat redden. Dus als Big George belt, belt Jan Peter de volgende op de lijst? Wie is dat dan en wie bepaalt de volgorde, wil hij weten. En ineens zitten we met weer een nieuwe defensiedeskundige, als welkome afwisseling op Dhr. Maarten van Rossum. Ene meneer Piepers. De laatst genoemde man is een oud-marinier. Hij vertelt helder over wat wij, oorlogsanalfabeten, op ons scherm voorbij zien komen. Dat is nogal wat – ik kan daar wel wat uitleg bij gebruiken. Duizenden bommen en granaten met een hoog IQ, slimme bommen, schone oorlog en precisiebombardementen. Pijltjes links, rechts, boven en beneden. Ik ben van ná de tweede domme oorlog en heb mij vast voorgenomen dat altijd te blijven. Dat kost geen enkele moeite: ik ben dus van ná de oorlog en ik blijf van ná de oorlog, alleen weet ik nooit exact welke. Want tussen WO II en deze schijnbaar door een verre neef van Spielberg geregisseerde chaos, is er al heel wat ongenummerd-wereld-leed veroorzaakt door goden zoals Mars, Jahweh, Allah, de Heer en niet te vergeten: Het Heilige Geld.

 

Tot mijn grote schande moet ik u bekennen dat ik diep in mijn hart waarschijnlijk helemaal geen pacifist ben. Ik probeer echt de hogere doelen van het leven na te streven, maar mijn levensweg neemt zo wel eens van die vreemde bochten waardoor ik de weg kwijtraak. Als ik mij verplaats in de positie van de bedreigden, wens ik ook als eerste dat de onderdrukker spontaan hartstikke dood achterover valt. Ik kijk in mijn keukenlade – binnen de kortste keren ben ik tot de tanden toe gewapend. De deegrol en een appelboor. Ze liggen er niet. Die liggen vast in de garage of ergens in een zandbak... Ik heb wel elastiekjes en een dunschiller. Een rol plakband en drie houten lepels. Mij kan niets gebeuren. Oorlog is altijd een gruwel en het brengt het slechtste in de mens naar boven. Ik stel mij voor dat dit totale mannenhuishouden een vlees geworden potentieel doel is: wat doe ik dan? Sluit ik ze allemaal op in de kelder, voed ik de jongste jongens na het verlies van vader en grote broer nog op met een vergevingsgezindheid waardoor zij nog iemand de andere wang toe kunnen keren? Of wordt het vanzelf: oog om oog? Hoe groot is een slagveld? Een vierkante kilometer land, een onduidelijke grens, de voedende rivier, de afstand tot een weledelhooggeboren koning, de lengte van een ‘gekozen’ president, de doorsnede van de doorsnee dictator, of is het slagveld zo groot als ‘het ware’ geloof?

 

En iemand vraagt mij of ik weet hoe lang dit gaat duren? Het antwoord is eenvoudig; lang, veel te lang. Generaties zullen zich de feiten heugen, zoals één en twéé ooit genummerd zijn – en nabestaanden blijven decennia lang hun doden bezoeken op vreemde grond en zich afvragen: waarom? Zo goed als iedereen bij aanvang van een oorlog het antwoord blijkbaar weet, zo veel vraagtekens stijgen uit de puinhopen op.

 

Het ‘shock and aw’ effect is mij duidelijk aan te zien. Mijn mond zakt nu al zeven dagen lang hoe langer, hoe verder open. Niet alleen bij de beelden, die gecensureerd vanuit de luie stoel op het beeldscherm mij bereiken, maar ook door artikelen in de krant en de afgedrukte foto’s. Ik hoor zelfs een journalist vragen of er geen schietstoel voor helikopterpiloten uitgevonden kan worden. Heeft u daar een beeld bij, bij een schietstoel en een helikopter – jasses… Bij de vraag ‘hoelang ze dit vol gaan houden’, denk ik: ze, wie – ze? Heeft u daar een idee van, wie ze zijn? De nieuwslezer zegt tegen mij dat wij niet weten, wat wij niet zien – maar bij wát ik wel zie, weet ik helemaal niet wát ik zie. Zelfs Piepers krijgt me het niet meer uitgelegd. Schokkende beelden worden van het scherm geweerd, dat zegt wel wat. Onze avondkrant spaart ons minder. Het onderschrift: gesneuvelde Irakese soldaat, staat bij de foto waarop alleen de voeten van de man te zien zijn. Zijn schoeisel, type instapper, is zo versleten dat de kiezels zich klemgezet hebben in de holle ruimten onder zijn hak. Geen lid van het elitecorps…

 

Het zand waait, het water raakt op, bommen zwaaien alvast af. Amerikaanse aannemers onder- tekenen contracten, voor wederopbouw van wat nog niet in puin geschoten is, dat komt nog – foutje in de planning. Grote mogendheden leveren ‘verboden’ wapens en andere grote mogendheden spelen nog steeds het marionettenspel. Het IQ van de dodelijke projectielen is hoger, dan van degene die de beslissingen nemen. Coördinaten raken verward, het grote in eigen voet schieten begint. De beurs jojoot. Deserteurs worden in eigen land niet geëerd. Protestmarsen eindigen in kleinere veldslagen. Men bekogelt elkaar met stenen en met stoelen.In het Midden Oosten zijn bij protestacties opvallend veel kinderen op de been, en zie ik verder voornamelijk mannen. Waar zijn de vrouwen?

 

Ik ben overduidelijk een verwarde ondeskundige en daarom moet u mij eigenlijk helemaal niets vragen. Zelfs mijn antwoord op de vraag ‘hoe lang?’, is een slag in de rondte. Ik schrijf in zand. Ik weet niets, minder nog – denkt u rustig aan iets vér achter de komma. Bel mij niet, Wouter Bush! Zet me niet op de lijst, JeePee! Eigenlijk is de gedachte aan een oorlog op zich al ziek genoeg en toch begint het daarmee: ergens -vastgenageld aan de keukenla, vanachter een bureau, met de hand op de knop en de vingers in de spaarpot, boter op het hoofd en stevig in de olie. Ik sluit mijn high-tech-wapen aan, breng de strijkplank in stelling en strijk alle kreukels weer glad. Buiten. Het is tenslotte lente…


Terug naar begin van de pagina

 

Hieronder kunt u uw reactie mailen naar Gemma.
Vul uw naam in:


Geef uw e-mail adres op:


Over welke column gaat het? (datum of onderwerp):


Uw opmerkingen:


 

 

Terug naar begin van de pagina