Alba, Spanje. Het jaar des heren 1585. Twee mannen
sluipen door de donkere straatjes van de stad. De een noemen we Mes, de ander Pen. Mes
klopt het afgesproken teken op de achterdeur van het klooster der carmelitessen. De deur
op een kier. Entra. Een non met een fakkel, getekend door Hans Kresse. Ze
verdwijnt door een deur achter in een lange gang. Een wenteltrap van Hitchcock. Cut!
Twee uur later. Een schemerige herberg zoals
we die kennen van Cervantes. Op het nachttafeltje ligt een bijbel, geschreven door een
hand die later heilig is geworden. Er hangt een gedrukte kalender aan de muur: november
1585. Op het bed ligt een opgerold tapijt. Tenminste, dat dachten we.
Mes loopt zenuwachtig naar het bed. Pen slaat
een kruisteken en dompelt zichzelf in inkt van roet en walnoten. Als het tapijt door Mes
is uitgerold, ligt er een lijk op het bed. Een vrouw uit Avila, genaamd Theresia. Drie
jaar geleden overleed zij, maar haar lichaam is in perfecte staat. Onontbonden. Op haar
rechterarm na. Die is één uur en drie kwartier geleden door Mes bij het oksel afgesneden
en aan de carmelitessen cadeau gedaan. Mes verwondert zich over zoveel heiligheid die
weigert te ontbinden, en Pen schrijft dat op.
Het daghet in den oosten. Theresia van Avila
past niet in de koffer die Mes en Pen hebben meegebracht. Gecamoufleerd door twee bossen
stro wordt ze op de rug van een ezel vervoerd. Even heimelijk als ze gekomen zijn,
vertrekken Pen en Mes uit Alba, en gaan ze op weg naar Avila. Als heilige rovers.
"Ik haal de paus erbij," roept de
bestolen hertog van Alba. Hij wint het kort geding: Avila moet het stoffelijk overschot
van Theresia teruggeven aan Alba, herenigen met haar afgesneden arm. En weer gaat de
heilige vrouw op reis, terug naar Alba.
Francisco de Ribera bewondert haar daar in
1588. Nog steeds geen ontbinding. Hij schrijft: "Het is goed te zien dat het
(lichaam) een mooie gestalte is geweest. Als men het rechtop zet, kun je het overeind
houden met één hand. Het kan ontkleed en aangekleed worden alsof het leeft. Op de
mouches, die zij op haar gezicht had, zijn de haartje nog te zien." Theresia: heilige
vrouw, patrones van Spanje, kerklerares om haar godgeleerdheid, maar ook Barbypop van
kerkprelaten.
Gent, België, 1983. Een tentoonstelling van
relieken en kerkelijke kunst met betrekking tot de orde der carmelitessen. En natuurlijk,
ook Theresia, stichteres van de orde, was naar Gent gekomen.
Ze was al lang niet meer ongeschonden. Wat de
natuur niet vermocht, heeft de gelovige gedaan.
Haar rechtervoet en een stuk van de bovenkaak
gingen naar Rome.
De linkerhand naar Lissabon.
Rechterhand, linkeroog, vingers en stukken
vlees zijn de grootste lichaamsdelen die over Spanje verspreid zijn.
Alba bezit nog slechts de rechterarm en haar
hart. Er is dan één troost: een zeer bijzonder hart.
|