CuBra

INHOUD VAN DELFT
HOME

Deze rubriek wordt geredigeerd door Ben van de Pol

Nieuwe Tilburgsche Courant - zaterdag 21 september 1929

 

 

Van vroeger dagen 133: Vorstelijk bezoek

 

De schenking van een geweven teekening, voorstellende een jeugdportret van H.M. Koningin Wilhelmina, ten behoeve van een op te richten gemeentelijk museum, deed de herinnering levendig worden aan een vorstelijk bezoek in 1895 te Tilburg, dat de aanleiding werd tot het weven van zoo'n portret. Trouwens in die periode zijn er heel wat portretten van "ons Prinsesje" in omloop gebracht, denk maar aan die bekende plaatjes van H.M. als amazone, als matroosje, in Friesch of in Zeeuwsch costuum enz.

Regentes Emma is naast hooge Landsvrouwe ook 'n ware moeder voor haar dochter gebleken: zij heeft hare opvoeding verzorgd met onvolprezen tact en toewijding. Een der vele dingen waaraan zij voor haar Kind in dien tijd aandacht schonk, was ook de noodzakelijkheid door reizen en door aanschouwing den blik te verruimen, daarbij tevens door persoonlijk contact nader met bevolking en gewesten van haar land bekend te worden. Zoodoende werden door de Koninginnen in 1895 bezoeken gebracht aan de provinciën Noord-Brabant en Limburg, nadat reeds vroeger de Noordelijke provinciën en Zeeland met zoo'n bezoek vereerd waren.

 

Op 18 Mei 1895 vertrokken Hare Majesteiten na een niet-officieel bezoek aan Nijmegen des morgens tegen half elf uit die stad met een extra trein naar Tilburg - toenmaals de grootste fabrieksstad. Dien dag stonden de fabrieken meerendeels stil, want Tilburg had zich in feesttooi gestoken. Jammer genoeg deed het aanhoudend ongunstige weer zoowel aan versiering als feeststemming veel afbreuk. De gewone ontvangst geschiedde door den Commissaris der Koningin en burgemeester F. Jansen. Daarnaast waren de wethouders en meerdere autoriteiten aanwezig. Perron en salon waren smaakvol versierd. Leden der Tilburgsche rijvereeniging hadden een eerewacht gevormd met de heeren M. Lommen als commandant, D. Hofland als ondercommandant. De feestcommissie bestond uit leden van den gemeenteraad J.M.J. Kerstens, president, A. van Waesberghe, vice-president, F. Verbunt, secretaris.

De schutterij met haar muziekkorps aan het station opgesteld, werd geïnspecteerd; daarna stapten de Koninginnen in het rijtuig, dat half gesloten was. Trots den kletterenden regen gaf de Koningin echter last om de kap neer te laten; zij wilde de hartelijke toejuichingen allerwegen beantwoorden. Door de versierde stad werd naar 't raadhuis gereden. Aan den ingang van de Stationsstraat was een eerepoort opgericht. Langs de trottoirs stonden de gilden en andere corporaties opgesteld. Aan het begin en einde van het Nieuwland prijkten groote kransen van metaal. Ook hier lieten de menschen zich niet verjagen, al stond weldra de straat blank. Wat er onder die omstandigheden overbleef van vlaggen, wimpels en groen kan men denken. Toch stonden op de Markt voor het raadhuis, waar de gemeenteraad Hare Majesteiten met een dejeuner wachtte, duizenden opeen gepakt.

Het eenvoudige gemeentehuis was smaakvol versierd; in de vestibule geurden bloemen, langs de trap waren imitatie-gobelins aangebracht, terwijl de raadzaal waar de tafel aangerecht was, van een nieuw behangsel voorzien was. Op den grooten schoorsteenmantel prijkten de bustes van Koning Willem II en Willem III. Het bekende portret der Koningin, geëtst door Dake, sierde den wand. Aan tafel zaten de Koninginnen geflankeerd door Commissaris en burgemeester, met 't dagelijksch bestuur en den raad zaten behalve het gevolg van H.H. M.M. eenige genoodigden aan. De Nieuwe Koninklijke Harmonie voerde enkele muziekstukken uit; de Liedertafel "Souvenir des Montagnards" bracht een aubade. Tilburg's burgemeester heeft toen natuurlijk een heildronk op de hooge gasten ingesteld, waarbij hij de verhouding van het Oranjehuis tot zijn stad naar voren bracht en roemde onze industrie om te besluiten met heilwenschen en vredewoorden. Hij werd door de Koningin-Regentes geantwoord, waarbij ook zij vreugde en zegenwenschen uitte.

Het dejeuner, te half twaalf begonnen, eindigde te twee uur, waarna een rijtoer gemaakt werd langs het monument van Willem II. Namens de gemeente was aan het monument een immortellenkrans gehecht met de woorden: "Ter dankbare herinnering aan Tilburgs grooten weldoener"; ook een krans van de Boogschuttersvereeniging "Honos Alit Arcum", waarvan Willem II beschermheer was. De eere-voorzitter van den Metalen Kruisbond, de heer Vosterman van Oyen, bood namens de oud-strijders een schriftelijke hulde aan. Daarna werd een bezoek gebracht aan het "Moederhuis der Zusters van Liefde", de stichting van wijlen Mgr. Zwijsen. Over den Heuvel, waar twee fonteinen een krachtige waterstraal bijna vijftien meter hoog opwierpen (hiervoor was een artesische put gemaakt, niet minder dan dertig meter diep), langs de St. Josephkerk, waar de Deken van Tilburg en de geestelijkheid der stad H.H. M.M. hulde bewezen, werd gereden naar de flanelfabriek van de firma F.A. Swagemakers en Zonen, waar het bedrijf in gang was.

Langs de kerk der Israëlitische en die der Nederl. Hervormde Gemeente, waar de stoet ophield en H.H. M.M. werden toegesproken, werd de tocht voortgezet naar de lakenfabriek der firma Van Dooren en Dams. Volderij, ruwerij, weverij en spinnerij werden bezichtigd. Bij deze gelegenheid werd in tegenwoordigheid van de hooge bezoeksters door een der leerlingen van de weefschool het portret van Koningin Wilhelmina geweven. Vergissen wij ons niet, dan was het Mieke Oostelbos, die bij deze gelegenheid van hare vaardigheid blijken gaf door het stoppen van het koninklijk kleed, dat bij ommegang door de fabriek een weinig gescheurd was. (Later is op Korvel een kiosk gebouwd, thans weer verdwenen, als geschenk van den heer Adolf van Dooren, uit het materieel, dat destijds voor het maken der baldakijns enz. gebruikt was, en dat hij tot dit doel had laten ombouwen.)

Nu we dit vermelden, willen we even eere geven wien eere toekomt. Het was onze vroegere stadgenoot Louis Melis, die bij zulke gelegenheden steeds belangeloos en met veel toewijding zijn vaardige teekenstift ten dienste van 't algemeen stelde. Ook in 1895 was hij het, die zoowel het portret van de Koningin-Moeder als van Koningin Wilhelmina kosteloos op jacquardpapier teekende. Dat hij, de teekenaar, echter niet genoodigd werd om bij de officieele gelegenheid tegenwoordig te zijn, moet hem begrijpelijk gegriefd hebben. Even begrijpelijk is het, dat hij aan den directeur der weefschool Miessen zijn ontwerp terugvroeg, toen de kaarten geslagen waren, waarnaar het portret geweven kon worden. Hij kreeg daarop ten antwoord, dat het ontwerp vernietigd was, hoewel later door een der leerlingen een copie in 't zwart van zijn ontwerp nageteekend is. De initialen "L.M." zijn in elk geweven portret te zien, zoodat in een komend museum dit nog na te gaan zal zijn. Bestaat die copie der teekening soms nog? Ook heeft de heer Melis nog het portret van burgemeester Jansen geteekend, doch hierop stelde hij er zijn naam naast. Hij kende zijn pappenheimers: anderen wilden de eer opstrijken door hem afwezig te laten.

Na van de firma Van Dooren afscheid genomen te hebben, werd aandacht geschonken aan de voortbrengselen van kerkelijke kunstnijverheid der firma Janssen & Co., waarvan de heer Gust. van Kalcken den 19 Augustus daarna de onderscheiding genoot in bijzondere audiëntie te worden ontvangen om de Vorstinnen een overzicht te geven van deze industrie. Onderscheidene specimina van goudsmeedkunst en kunst-borduurwerk waren tentoongesteld.

Ten slotte zouden H.H. M.M. een uitvoering van een zestigtal muziekgezelschappen uit alle deelen der provincie Noord-Brabant bijwonen op "de Veldhoven", alzoo in de open lucht. Dit reuzenconcert, eenig in z'n soort, onder leiding van den heer Jos Kessels, heeft diepen indruk gewekt. Zoowel de tonen van het Volkslied als die der Triomfmarsch, een compositie van den dirigent zelf, schonken aan de omstanders onvergetelijk genot. Dat het comité, dat zoo'n welgeslaagde betooging had voorbereid, aan de gasten voorgesteld moest worden, spreekt vanzelf. Bij die gelegenheid bood men een album aan, bevattende de namen der fanfarekorpsen die aan de grootsche muzikale huldiging hadden deelgenomen en ten slotte voor het koninklijk paviljoen defileerden.

Rond half zes van dien feestdag vertrok dit koninklijk gezelschap weder, achterlatende een enthousiaste bevolking, die toen op Brabantsche wijze met grage kelen tot des avonds laat "de bloemen buiten zette".

 

A.J.A.C. VAN DELFT