Klaas de Graaff

 

Arme Giovanni

 

Misdaad: roofmoord

Jaar: 1838

Topografie: Oirschot, Eindhoven, Hilvarenbeek, Poppel, Tilburg

 
INHOUD DE GRAAFF MOORDZAKEN IN BRABANT

CUBRA HOME


© 2019 Klaas de Graaff & Stichting Cultureel Brabant


 

 

 

Arme Giovanni

Op Tweede Pinksterdag 4 juni 1838 zagen wandelaars op de weg van Oirschot naar Boxtel het ontzielde lichaam van een jongeman liggen. Binnen een dennenbosje, bedekt met wat eikenloof. Het bleek de zestienjarige Giovanni Castione te zijn, een uit Sardinië afkomstige verkoper van prenten en lijsten, die verderop in het bos verspreid lagen. Ironisch genoeg ook verscheurd de bekende prent ‘Jesus Christ au milieu des docteurs’. Tevens een eiken stok waarmee iemand hem, gezien de lelijke hoofdwond,  had doodgeslagen. Achteraf bleek die knuppel afkomstig te zijn van het slachtoffer zelf.

Giovanni had twee dagen eerder het huis verlaten van de weduwe Van Kuik uit Oirschot, waar hij twee dagen gelogeerd had. Tegelijk met de twintigjarige Martinus Zoeren, die tegen de gastvrouw gezegd had naar Eindhoven te vertrekken. Verschillende getuigen hadden de grotere Martinus en de kleine Giovanni zien lopen. Onder anderen de vaste kostganger Pieter van Overbeek evenals huzaar Hendriks die beide mannen vriendschappelijk vlakbij de plaats delict had zien rusten.

Op die zaterdag voor Pinksteren kwam Zoeren tegen half vijf in de middag aan in de herberg van weduwe Legius met een pakje onder zijn arm en een rol prenten in zijn hand. Het bierhuis lag tussen Eindhoven en de plek van de moord.  In de herberg wisselde hij een blinkend vijf frankstuk om tegen Nederlands geld. Hij had al eerder laten doorschemeren dat hij om geld verlegen zat en om die reden het werkstuk dat hij bij zich had wilde verkopen.  De prenten zou hij naar zijn zeggen van zijn spaargeld van Giovanni hebben gekocht.

Omdat hij, naar later bleek, onderweg meer besteed had dan hij bij zich had kunnen hebben, werd hij al snel als verdachte aangemerkt. Hij was namelijk pas ontslagen uit de gevangenis te Woerden, waar hij voor diefstallen in 1834 vier jaar had uitgezeten. Daar was hij gekenschetst als een agressief figuur, die regelmatig in het cachot zat. Zijn bewering dat hij bij zijn ontslag uit de gevangenis het vijf frankstuk had ontvangen, klopte niet, want het waren Nederlandse guldens die ze hem daar hadden uitbetaald. Ook zijn verhaal dat hij de twaalf prenten voor een gulden per stuk had gekocht van de Sardijnse jongen, berustte op een leugen.

Toen hij op 4 juni op zijn zwerftocht hoorde dat Giovanni vermoord was gevonden, deed hij uit angst om voor moordenaar aangemerkt te worden, het voorkomen dat voor het eerst te horen. Een dag later was hij in Hilvarenbeek en Poppel gezien, waar hij opviel door zijn angstige gedrag.  Hij hing daar het verhaal op dat hij in Tilburg was gedeserteerd en later dat hij als zoon van enen Van der Zande op weg was. Nog later gingen mensen hem doorzien, omdat hij met zijn opmerkingen te kennen gaf dat hij meer wist van de moord dan algemeen bekend was. Uiteindelijk viel hij door de mand en werd hij gearresteerd.

Zoeren was in 1817 in Arnhem geboren als zoon van marskramers die hem aan bloedverwanten hadden uitbesteed. Toen zijn ouders zich in Middelburg vestigden kwam hij weer thuis en volgde een jaar onderwijs. Zijn moeder stierf toen hij vijftien was en met zijn vader vertrok hij vervolgens naar Oirschot. Papa leerde hem weinig goeds. Justitie zag dat dan ook als oorzaak van het criminele gedrag van Martinus.

Het logische gevolg in die tijd was dat Zoeren tot de strop werd veroordeeld, maar door een procedurefout kwam de zaak  opnieuw voor in Arnhem. Een gerechtelijke dwaling, vond hij, maar het feit dat hij voor de tweede keer voor de rechters stond, was al voldoende geweest voor de doodstraf. Op 26 november 1839 werd het vonnis voltrokken.

Op dit voorval is een zeventien coupletten tellend moordlied geschreven. Nog steeds is in het kinderbos te Oirschot een kruis te vinden, waar hij als soort held te boek staat.